Alle verschillende kwaliteiten, alle eigenschappen en dingen die we weten die tot de wereld behoren waarin we leven, leren we door middel van tussenkomst van onze zintuigen. De informatie die ons bereikt door middel van onze zintuigen, worden na een reeks procedures omgezet in elektrische signalen en deze signalen worden door de betreffende punten in onze hersenen geïnterpreteerd. Door de uitkomst van de interpretatie van onze hersenen zien we bijvoorbeeld een boek, proeven we een aardbei, ruiken we lindebomen, voelen we een fluwelen stof of horen we het geritsel van bladeren in de wind
Door de verkregen ingeving denken we dat we een kledingstof aanraken om ons lichaam heen, dat er een boek 30 cm van ons afligt, de geur van lindebomen ruiken op meters afstand en dat we geritsel van bladeren boven ons horen. Echter, de opgenoemde dingen zijn allemaal gebeurtenissen die allemaal in onszelf plaatsvinden. Van het aanzicht van het boek tot het geritsel van de bladeren aan toe, alles vindt plaats in onze hersenen.
Op dit punt komen we nog een verrassend feit tegen: In onze hersenen bevinden zich in werkelijkheid geen kleuren, geluiden of beelden. Het enige wat wij in onze hersenen kunnen vinden zijn elektrische signalen. Dit is geen filosofisch standpunt maar een wetenschappelijke verklaring van de werking van onze waarnemingen. Als voorbeeld beschrijft Rita Carter, die schrijft over de wetenschap, in haar boek “Mapping The Mind” (een landkaart maken van het verstand) het volgende over hoe we de wereld waarnemen:
Elk zintuig is zo geschapen dat ze antwoord geven aan een stimulatie wat voor hun bestemd is. Deze stimulaties bestaan uit moleculen, golven en trillingen. Ondanks alle verscheidenheid vervullen de zintuigen in het algemeen dezelfde taak: Ze zetten de voor hun bestemde stimulaties om in elektrische signalen. Een stimulatie is slechts een stimulatie, het is geen rode kleur of een muzieknoot van Beethoven, het is slechts elektrische energie. In plaats van dat ze een bepaalde zintuigwaarneming tot iets anders maken dan de rest, maken onze zintuigen alle waarnemingen tot hetzelfde iets, namelijk elektrische signalen.
Alle stimulaties van de verschillende zintuigen gaan dus ten opzichte van elkaar als verschillende elektrische stromen de hersenen in en waarschuwen de daar aanwezige zenuwcellen. Dat is alles wat er gebeurt. Er is geen systeem wat de elektrische signalen weer terug kan draaien in lichtgolven of moleculen. De omzetting van een elektrische stroom naar bijvoorbeeld een beeld of een geur, hangt af van welke zenuwcellen er worden beïnvloed. (Rita Carter, Mapping The Mind, University of California Press, London, 1999, p. 107)
De boven genoemde informatie richt de aandacht naar een belangrijk onderwerp: Alle onze waarnemingen in de wereld zoals; gevoel, beeld, smaak en reuk, komen van dezelfde materie, namelijk van elektrische signalen. De hersenen zorgen er echter voor dat deze elektrische signalen voor ons betekenisvol worden, omdat ze de signalen interpreteren als geur, smaak, beeld, geluid en aanraking. Het is een groot wonder dat deze orgaan, dat slechts een vochtig stuk vlees is, kan interpreteren welk elektrisch signaal uiteindelijk een geur en welke een beeld wordt, met andere woorden; dat het uit dezelfde materie (elektrische signalen) de verschillende zintuiglijke waarnemingen en gevoelens kan laten ontstaan.
Hoe nemen we de wereld waar?
Doordat wij ons hele leven niets anders gewend zijn, denken we dat we de wereld zien met onze ogen en worden onze ogen soms wel eens “kijkers” genoemd. Echter, de wetenschappelijke verklaringen omtrent het zien zijn in werkelijkheid anders; we zien namelijk niet met het oog. Onze ogen en de miljoenen zenuwcellen die aan onze ogen verbonden zijn vervullen slechts de functie van een ‘kabel’ die de boodschappen naar de hersenen overbrengen waardoor we kunnen zien. Als we als voorbeeld naar een paar spelende kinderen in een park kijken, zien we de kinderen en het park niet met onze ogen, want het beeld van dit tafereel speelt zich niet voor onze ogen, maar achterin onze hersenen af.
Elk mens ziet zijn leven lang alles in zijn hersenen en zal nooit het originele bereiken van wat hij ziet. Wat er wordt gezien zijn kopieën in onze hersenen van beelden die zich buiten bevinden. Hoe het origineel van deze kopieën eruit ziet weten we echter niet.
Het realisatie van het hoorproces is hetzelfde als die van het zien. Met andere woorden, we horen de geluiden binnen in onze hersenen net als we de beelden die tot de buitenwereld horen binnen in onze hersenen zien. De buitenste oor verzamelt de geluidsgolven in de oorschelp en leidt deze naar het middenoor. Het middenoor versterkt deze geluidstrillingen en leidt ze op zijn beurt weer naar het binnenoor. Het binnenoor zet de trillingen om in elektrische signalen en stuurt het naar de hersenen. Na een paar tussenstops in de hersenen worden deze boodschappen naar het gehoorcentrum geleid, waar ze verwerkt en geïnterpreteerd worden. Zodoende wordt het hoorproces in het gehoorcentrum van de hersenen gerealiseerd.
De werking van onze reukwaarneming, lijkt op de werking van onze andere zintuigen. De functie van de buitenkant van onze neus is het als een kanaal naar binnen trekken van de lucht moleculen. De luchtmoleculen zoals bijvoorbeeld vanille- en rozengeur, komen in het reukepitheel, en treden in wisselwerking met de daar aanwezige haartjes die dienst doen als ontvangers. Na deze wisselwerking worden deze luchtmoleculen omgezet in elektrische signalen en bereiken ze de hersenen. Onze hersenen interpreteren deze elektrische signalen als een geur.
Net als alle andere zintuigen, speelt het gevoel van aanraking ook in de hersenen af. Met andere woorden, als we iets aanraken interpreteren onze hersenen of het hard, zacht, nat, plakkerig of fluweelachtig is. De stimulaties die onze vingertoppen bereiken, worden als een elektrische signaal naar de hersenen gestuurd en de hersenen interpreteren deze signalen als zijnde een aanraking. Stel je voor je raakt een oneffen oppervlak aan, dan weet je in werkelijkheid niet of het echt oneffen is of hoe een oneffen oppervlak aanvoelt. Je kunt namelijk nooit het origineel van het oneffen oppervlak aanraken, het gevoel dat het oneffen aanvoelt wordt immers via de ontvangen signalen zo geïnterpreteerd in de hersenen.
De smaakwaarneming is ook ongeveer hetzelfde te verklaren als alle andere zintuiglijke waarnemingen. Aan de voorkant van de mensentong bevinden zich vier verschillende smaakreceptoren, deze onderscheiden zoute, zoete, zure en bittere smaken. De smaakreceptoren zetten na een reeks procedures deze waarnemingen over in elektrische signalen en sturen het naar de hersenen. Deze signalen worden in de hersenen als een smaak geïnterpreteerd. De smaak die je verkrijgt als je bijvoorbeeld een taart, yoghurt of fruit eet, is in feite de interpretatie van de desbetreffende elektrische signalen in de hersenen.
We zullen nooit het originele kunnen bereiken van de wereld dat zich afspeelt in onze hersenen
De bergen, valleien, bloemen, mensen, zeeën, kortom alles wat we zien en wat er tot nu toe is besproken, bevestigt dat Allah bestaat, uit het niets schept en dat alle bestaan is geschapen. De mensen zullen echter nooit het origineel van al dit bestaan met de zintuigen kunnen zien, voelen of horen. Wat ze zien en voelen zijn slechts de kopieën van al het bestaan in de hersenen. De materie is een illusie, zeggen dat de materie een illusie is, betekent niet dat de materie er niet is. Integendeel, er is een materiële wereld, ook al zien we het wel of niet. Wij zien deze wereld als een kopie in onze hersenen, met andere woorden, we zien het als een interpretatie van onze waarnemingen en daarom is de materie voor ons een illusie. Laten we als voorbeeld iemand nemen die in een stoel via het raam naar buiten kijkt. Hij voelt de hardheid van de stoel en de gladheid van het oppervlak ervan in zijn hersenen. De geur van koffie uit de keuken bijvoorbeeld, ook dat speelt zich af in de hersenen. Het zeeaanzicht, de vogels en bomen die hij via het raam ziet, zijn allemaal beelden, die in de hersenen worden gevormd. De vriend die hem koffie aanbiedt en de lekkere smaak van de koffie wordt ook allemaal gevormd in de hersenen. Kortom, de persoon die denkt dat hij in de huiskamer zit en via het raam het tafereel buiten bekijkt, ziet de huiskamer en het tafereel buiten, in werkelijkheid in de monitor van zijn hersenen. Wat de mens “mijn leven” noemt, is dus het totaal van alle waarnemingen die logisch bij elkaar zijn gebracht in de monitor van de hersenen en de mens zal nooit buiten zijn hersenen kunnen treden.
We zullen nooit weten hoe het origineel eruitziet van de materie die buiten onze “monitor” aanwezig is. Is het origineel daarbuiten hetzelfde zoals we zien? Is het groen van een blad bijvoorbeeld daarbuiten ook hetzelfde, we kunnen het niet weten. We kunnen ook bijvoorbeeld niet weten of de smaak van een snoepje dat we eten in werkelijkheid zo is of dat deze smaak slechts voortkomt uit een waarneming van onze hersenen, we zullen hier niet achter kunnen komen.
Ben jij in de kamer, of is de kamer in jouw?
Eén van de factoren dat de mensen verhindert te begrijpen dat alles wat ze zien een waarneming in de hersenen is, is dat ze hun eigen lichaam in dit beeld zien. Ze denken in de foute trant van; “Omdat ik in de kamer ben is het duidelijk dat de kamer niet een beeld is in mijn hersenen”. Deze vergissing komt voort uit het feit dat ze vergeten dat ze slechts te maken hebben met het beeld van hun lichaam. Net zoals de beelden die we zien slechts bestaan uit een kopie, bestaat ons lichaam ook uit een kopie afgebeeld in onze hersenen. Nu zie je bijvoorbeeld het deel van je lichaam beneden je hals terwijl je op een stoel zit. Dit beeld komt voort middels hetzelfde systeem waarin we ook andere dingen zien. Als je een hand op je been legt, speelt dit gevoel zich ook in de hersenen af. Met andere woorden, je ziet het lichaam dat in je hersenen wordt gevormd en je voelt in je hersenen dat je je been aanraakt.
Doordat je lichaam dus ook een beeld is in je hersenen, is het antwoord op de dikbedrukte vraag boven de alinea hierboven duidelijk; “de kamer is in jouw”. Zodoende zie je dus ook het beeld van je lichaam dat zich in het beeld van de huiskamer in je hersenen bevindt.
We kunnen dit met nog een voorbeeld verduidelijken. Stel je eens voor dat je op de lift wacht en als de lift is gekomen zit ook je buurman in die lift. Je stapt in de lift, ben jij nu in de lift of is de lift in jou? Het antwoord is als volgt; de lift is samen met het beeld van je buurman en het beeld van je eigen lichaam in je hersenen.
Kort samengevat, wij kunnen nooit ergens “in” zitten. Alles wordt gevormd in onszelf, oftewel in onze hersenen. Het verandert niets aan de zaak of we de maan, zon, sterren, een vliegtuig of iets anders zien dat miljoenen kilometers van ons is verwijderd. De zon en de maan zijn net als het boek op je tafel, kopie beelden gevormd in het kleine zichtcentrum van je hersenen.
De waarheid achter de materie bevatten, zal de mens tot het geloof leiden
De mensen die inzien dat ze hun leven lang beelden zien die worden getoond aan hun geest, zullen zeker geloven dat het Allah is die èn hun geest en de continu getoonde beelden heeft geschapen.
Sommige mensen willen het geheim van de materie kost wat het kost niet aanvaarden, een reden hiervoor is dat ze dan de grootheid van Allah en hun eigen nietigheid moeten inzien en dat niet willen aanvaarden. Ook al willen deze mensen dit niet aanvaarden, er is een onfeilbare feit: Alles in de hemelen en op aarde is van Allah en een manifestatie van Hem. De enige absolute entiteit is Allah en de andere entiteiten geschapen door Allah zijn geen absolute entiteiten maar beelden. De “ikken” die de door Allah geschapen beelden volgen, namelijk de mensen, zijn geesten van Allah.
Als deze grote wetenschappelijke geheim wordt begrepen, zal het bewustzijn van de mensen zeer scherp en helder worden, de geestelijke troebele nevel waarmee de mens was omringd zal verdwijnen. Iedereen die het begrijpt zal zich vrijwillig aan Allah overgeven, van hem houden en hem tevens vrezen. Ook zal de trots en arrogantie van de mensen verdwijnen en hiervoor in de plaats zal een gevoel van schaamte en nederigheid komen. Dit is wat Allah ook van de mensen wilt. Degenen die dit confronterende feit begrijpen, zullen een ander standpunt innemen en aan een nieuw leven beginnen. Zodoende zullen ze de grootsheid van Allah waarderen zoals het hoort en zich distantiëren van degenen waarover als volgt wordt gesproken in de Koran: Zij waarderen Allah niet volgens Zijn Waardigheid. De gehele aarde zal in Zijn greep zijn op de Dag der Opstanding, en de hemelen zullen worden opgerold in Zijn hand. Glorie zij Hem en verheven is Hij boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen.(Koran39:67)
Een grote Islam geleerde Muhyiddin Arabi, heeft in een uitspraak waarin hij een hadith van onze profeet (vzmh) overdroeg, het aardse leven op een droom laten lijken.
Profeet Mohammed vrede zij met hem heeft gezegd; "de mensen zijn in een droom en worden wakker met de dood". Dat betekent dus dat iemand die de dingen ziet in het aardse leven, hetzelfde is als iemand die de dingen ziet in zijn droom. Het is dus een verbeelding.(Fusus-ül Hikem, çev. Nuri Gencosman, İstanbul 1990, p. 220)
Er is achter het raam een tafereel te zien. Maar de mens die naar het tafereel achter het raam kijkt, ziet in feite niet het tafereel buiten, maar het tafereel wat zich in zijn eigen hersenen afspeelt.
Het beeld van een landschap dat voortkomt uit een elektrisch signaal
De stimulaties die het oog bereiken, worden via de cellen in het oog omgezet in een elektrisch signaal en geleid naar het zichtcentrum achter in de hersenen. Een “bewustzijn” in de hersenen interpreteert deze elektrische signalen als een landschap.
Iemand die zichzelf in zijn droom op een winterochtend buiten in de tuin ziet zitten, kan voelen dat hij het door de wind koud heeft en zich zelfs voelen trillen. Echter, waar hij zich bevindt is geen wind en ook geen kou aanwezig, hij slaapt zelfs in een warme kamer. Desondanks beleeft hij het gevoel van kou in alle werkelijkheid. Er is geen verschil in het gevoel van kou dat hij beleeft in het aardse leven of in zijn droom.
Je zult nooit van je leven de kamer in je hersenen kunnen verlaten
Stel je eens voor dat je een pikdonkere kamer ingaat, waarin zich een grote televisiemonitor bevindt. Als je het leven buiten deze kamer alleen via deze monitor binnen de kamer kon zien, zou je na een tijdje uit verveling deze kamer willen verlaten en echt naar buiten willen gaan.
De situatie waarin je je nu bevindt is niet anders. In een pikdonkere “schedelkamer” zie je je leven lang de beelden die zich buiten afspelen. Echter je bekijkt deze beelden in de monitor van je hersenen zonder je te vervelen en zonder deze kleine ruimte een ogenblik te verlaten. Bovendien zou je nooit geloven als men tegen je zei dat je alles via een monitor ziet. Het beeld wat je ziet is immers zo geloofwaardig, dat miljarden mensen, duizenden jaren lang niet achter deze grote waarheid zijn gekomen.