Architectuur kan gedefinieerd worden als de kunst en wetenschap van het ontwerpen van ruimten die nodig zijn voor huisvesting, rust, werk, amusement en dergelijke, om het leven aangenamer te maken. Bij het vervaardigen van gebouwen die voldoen aan de menselijke eisen, moet een architect de fysieke omgevingsfactoren in acht nemen, bouwen in overeenstemming met de fysieke omgeving en erop letten dat het bouwwerk functioneel en esthetisch is. Bovendien moet een architect jarenlang onderwezen worden en intelligent zijn. Een mens kan pas architect worden na zich geduldig en vastberaden te hebben ingespannen. Maar de vogels – die bekend staan als de bekwaamste wezens op vlak van nesten bouwen – hoeven niet zo lange tijd inspanningen te leveren om nesten te kunnen vervaardigen. Want alle soorten vogels worden geboren met de kennis van de soortspecifieke technieken om nesten te maken en construeren heel hun leven lang deze feilloze structuren. Om nesten te bouwen, graven de vogels grond af, boetseren ze modder of leggen ze takken op elkaar en bouwen ze met grote zorg sterke muren.
Vogels vervaardigen nesten om hun eieren te beschermen en hun jongen te laten opgroeien. Daarnaast bouwen sommige vogels tijdens hun paringstijd verscheidene nesten om de wijfjes aan te trekken en versieren ze deze nesten om hen verlokkend te maken. Maar nadat de jongen leren hebben leren vliegen, verliest het nest zijn nut en wacht het een heel jaar op de terugkomst van het gezin of tracht het de natuurlijke omstandigheden te weerstaan voor de komst van nieuwe eigenaars. Een van deze nesten die weerstand kunnen bieden tegen de harde natuuromstandigheden zoals wind en regen, behoort toe aan de vogelsoort wiens regionale naam “Gökçegüdük” is. Deze vogels bouwen verbazingwekkende nesten op de rotsen en dat ze om hun nakomelingen te beschermen, de kleur van hun nest laten lijken op die van de rotsen, toont dat ze de camouflagetechnieken feilloos gebruiken. Dat deze diertjes, zo groot als een mus, zonder verstand of geweten, zulke stabiele nesten die militaire verdedigingstechnieken bevatten, bouwen met hun eigen wil en verstand, is uiteraard onmogelijk.
De enige verklaring voor het verstand, de informatie en de deskundigheid die gezien worden in de handelingen van de vogels en alle andere wezens, is dat Almachtige Allah het hen inspireert. Eerbiedwaardige Allah heeft deze wezens geschapen en hen de methoden om zich te beschermen, te jagen, zich te voeden en zich voort te planten, allemaal afzonderlijk geïnspireerd. Bovendien is de waarschijnlijkheid dat een moeder of een vader, die architect is, een kind krijgt met hetzelfde beroep, laag omdat ze afhangt van de wil van het kind om diezelfde baan al dan niet te doen en van de jarenlange opleiding die hij zal volgen, terwijl de nakomelingen van de vogels wanneer ze volwassen worden, geen problemen hebben zoals het niet kunnen bouwen van een nest. Want nakomelingen van vogels bezitten van bij hun geboorte de kennis om nesten te bouwen en wanneer ze groot en volwassen worden, bouwen ze hun veilige nesten deskundig zonder daar opgeleid voor te hoeven zijn. Noch “moeder natuur” van in de beweringen van evolutionisten, noch toevallen kunnen deze wezens programmeren om uitermate complexe nesten te bouwen.
Almachtige Allah zegt in de Koran "Maak huizen in de heuvels en in de bomen en in hetgeen men bouwt." (Soera an-Nahl, 68) en inspireert de honingbij een nest te bouwen. Terwijl dat de mensen zich jarenlang moeten inspannen om architect te kunnen worden, weten net zoals de honingbijen, alle wezens van bij hun geboorte de plaats waar ze hun nest zullen bouwen, de bouwtechnieken en het nodige materiaal en ze geven deze informatie door aan de volgende generaties als een inspiratie van onze Almachtige Heer met oneindige genade en compassie.
Opvallende informatie over vogelnesten
Vele vogels gebruiken voor hun nest ook modder. Dat benutten ze om hun nest vorm te geven en te verstevigen. Sommige soorten gebruiken om de buitenkant te verharden in plaats van modder, dierlijke uitwerpselen en speeksel. Het gips van sommige nesten is zo stijf dat van buiten bekeken enkel de ingang onderscheiden kan worden.
De vogels leren niet aan hun jongen om nesten te bouwen. Het is een gedraging die komt van bij hun schepping. Dankzij de inspiratie van Allah, weet de vogel wat hij wanneer en hoe moet doen. In het algemeen vindt het mannetje de plaats en het materiaal om het nest te bouwen. Het wijfje verlaat de bouwplaats niet en beschermt het gebied dat ze gekozen hebben. Ze beginnen het nest van de buitenkant te bouwen, eerst worden kleine cirkels gevormd, naarmate de cirkels kleiner worden, wordt de structuur sterker geconcentreerd. Ten slotte wordt de ingang van het nest zorgvuldig vervaardigd. Dit gebied bestaat meestal uit lichte veren van de borst van andere vogels.
Ze graven, zetten samen, stapelen op elkaar en metselen muren. Ze werken zeer aandachtig. Al deze inspanningen leveren voor een enkel jaar. De meeste vogelsoorten verhuizen het volgend seizoen naar een ander, nieuw nest.
Gewoonlijk bestaat het nest uit geweven grassoorten, bladeren en kleine takjes. Mussen en duiven bouwen hun nest tussen de boomtakken met dit materiaal. Zulke nesten vergen behoorlijk veel tijd en moeite en zijn ideaal voor de nakomelingen die een tijdje hulp zullen nodig hebben. Sommige vogels bouwen hun nest net zoals de ooievaar, op de daken of op de stam van bepaalde bomen.
De constructie van het nest begint steeds van buiten en met cirkelvormige bewegingen. Aan de buitenkant wordt altijd grof materiaal gebruikt. Naarmate de cirkels naar binnen toe vernauwen, wordt geleidelijk fijner materiaal gebruikt. Als laatste worden de veren die als bed of ingang zullen gebruikt worden, binnen het nest gebracht. Het wijfje geeft met behulp van haar borst en staart vorm aan het interieur.
Als er een wedstrijd zou gehouden worden onder de vogels over het bouwen van een nest, zou de eerste prijs ongetwijfeld uit gaan naar de Langstaartsnijdervogel. Deze vogel maakt gebruik van twee grote bladeren, benut een als basis en het ander als plafond, utiliseert zijn bek als naald, takjes als touw en wordt dankzij dit nest beschermd van de regen.
Tussen de vogels die op land en aan zee leven, bestaan sommige verschillen. De stern bijvoorbeeld benut om zijn nest te bouwen, algen en planten. Bovendien gebruikt hij om het nest steviger te maken, kleine steentjes en schelpdieren.
Een van de grootste doelen van de vogelnesten is de jongen beschermen tegen de kou. De jongen worden zonder veren geboren en omdat ze hun spieren niet kunnen gebruiken, kunnen ze niet veel bewegen. Daarom hebben ze om niet te vriezen, een van de kou geïsoleerd nest nodig. Vooral de "geweven nesten" kunnen dankzij hun bouw voor deze warmte zorgen. De bouw van deze nesten gebeurt dan ook zeer nauw en moeilijk. Het wijfje vervaardigt het nest door het een zeer lange tijd zorgvuldig te weven. Tezelfdertijd bedekt ze de binnenkant ervan met haartjes, vezels en veren, zodat de isolatie betert.
Voor alle soorten nesten is het bij elkaar krijgen van het materiaal van groot belang. De vogels verzamelen heel de dag wat nodig is voor de constructie. De snavel en poten van de vogels zijn speciaal geschapen om allerlei materiaal te dragen en te gebruiken. De vestiging van het huis gebeurt door het wijfje, maar het mannetje kiest de plek waar gebouwd zal worden. Vogels vervaardigen deze architectonische meesterwerken vertrekkende van modder, bladeren, klimop, veertjes, papier en dergelijke. De eigenschappen van de vogelnesten hangen af van het gebruikte materiaal en de toegepaste technieken. Bij de constructie wordt rekening gehouden met de rekbaarheid, duurzaamheid en hardheid van het te gebruiken materiaal. Het moet samengedrukt en uitgerekt kunnen worden. Bovendien maakt het samen gebruiken van verschillende soorten materiaal de beschermende eigenschappen van het bouwwerk beter. Bijvoorbeeld het vermengen van modder met plantenvezels voorkomt dat barsten in het nest vergroten.
De rotsen aan de rand van de zee zijn te vergelijken met appartementgebouwen waarin alle soorten een eigen compartiment hebben. Bij het kiezen van hun plaats, houden vogels rekening met hun vijanden, levensstijl en voedselbehoefte. Meestal gaan ze niet ver van de plaats die voor hen voorbehouden is en bezetten ze geen delen waar het nest van een ander staat.
De meest interessante vogelnesten worden gezien in de Afrikaanse savannes. Deze nesten die aan boomtakken hangen, zijn een schuilplaats voor de jongen, in deze nesten geraken zelfs geen slangen binnen.
Het ooievaarwijfje, de eigenares van een nest, construeert haar nest op de daken en waakt over haar jong. Wanneer het groot wordt en geen nood meer voelt voor een nest, bewaart de moeder dit nest voor het volgende jaar.
Struisvogels bouwen geen nesten, maar het gewicht van het mannetje op het zand, zorgt ervoor dat de nodige diepte bereikt wordt opdat het wijfje er haar eieren kan leggen.
De Scopus Umbretta – een Afrikaanse vogel die op de ooievaar en de reiger lijkt – vervaardigt het grootste nest, in de vorm van een koepel.
Het nest van de kolibrie Melisunga Helenae is twee cm lang, dus het kleinste nest behoort toe aan hem.
De boskalkoen, Catheturus Lathami, bouwt een nest onder de grond. De binnenkant ervan bestaat uit gedroogde bladeren, door de regen ontstaat er natuurlijke warmte voor de jongen.
De veldleeuwerik verbergt zijn nest die hij op aarde gebouwd heeft met bloemen uit de omgeving.
De groene specht holt een boom uit tot zijn nest.
Het nest van de fazant, dat met planten versterkt is, bevindt zich juist op het grondniveau.
De Jan-van-Gent construeert zijn nest uit algen op de top van een rots.
De papegaaiduiker, Fratercula Arctica, gebruikt de nesten die konijnen achterlaten dicht bij de zee.
Het nest van de meeuw, dat evenwijdig is met de grond, bestaat uit visresten en algen.
Voor de Noordse stormvogel Fulmarus Glacialis volstaat een stuk steen op een rots.
De Rode flamingo Phoenicopterus Ruber bouwt op de rotsen een nest uit modder in de vorm van een kegel.
De kleine alk Alle Alle, benut een put in een rots, als zijn nest.