Het geweld en de vervolging die de moslim Rohingya-bevolking in de provincie Arakan in Myanmar in Zuid-Azië al jarenlang ondervindt, gaat voor de ogen van de hele wereld in alle hevigheid nog steeds door.
Het belangrijkste probleem dat aan de basis ligt van de crisis is het feit dat de boeddhistische regering van Myanmar voortdurend weigert het bestaan en de rechten van moslim Rohingya's te erkennen. De regering beschouwt de Rohingya's niet als een aparte etnische groep, maar als illegale immigranten en probeert deze gemeenschap te assimileren via allerlei onderdrukkende en vreselijke praktijken. In 1982 werd met de inspanningen van de militaire junta de identiteit van de Rohingya's officieel buiten beschouwing gelaten. Hoewel alle etnische groepen in het land als burgers worden beschouwd, worden Moslim Rohingya-mensen niet behandeld als burgers die in de minderheid zijn, en worden gedwongen om staatloos te zijn.
Zonder hun burgerschapsrechten kunnen de Rohingya-mensen niet profiteren van overheidsdiensten. Wanneer ze ziek worden, worden ze niet toegelaten tot staatsziekenhuizen. Ze zijn zonder loon in overheids- of particuliere instellingen werkzaam. Ze hebben niet het recht ambtenaar te worden. Ze moeten belastingen betalen aan de overheid, zelfs voor reizen tussen dorpen. Ze mogen geen telefoons, mobiele telefoons of motorvoertuigen bezitten. Het is hen zelfs verboden om betonnen huizen te bouwen, ze mogen alleen in houten huizen wonen; bovendien zijn deze huizen eigendom van de overheid. Ze hebben geen recht om zichzelf te verdedigen wanneer ze worden veroordeeld voor een misdrijf; ze worden direct gevangen gezet. De politie of het leger kunnen hun huizen zonder rechtvaardigingsgrond aanvallen. Bovendien kunnen ze willekeurig worden gearresteerd.
Als gevolg van de moordpartijen en ballingen die sinds 1942 zijn uitgevoerd in het kader van een systematisch etnisch zuiveringsbeleid, zijn er van de oorspronkelijke 4 miljoen moslimbevolking in de regio slechts 800.000 duizend mensen overgebleven. Tot nu toe zijn 3 miljoen moslims gedwongen te verhuizen naar naburige landen, honderdduizenden zijn gemarteld, en tienduizenden vrouwen zijn verkracht. Woonwijken zijn verbrand en vernietigd, honderden moskeeën en madrasa's zijn geruïneerd.
Tijdens het opgelaaide geweld van de afgelopen maanden werden islamitische dorpen, moskeeën en madrasa's in brand gestoken en werden de moslims levend verbrand in hun huizen. In de laatste week van augustus werden tussen 2000 en 3000 moslims gedood tijdens aanvallen die uitgevoerd werden door het separatistische Arakan Rohingya Salvation Army. Volgens de woordvoerder van de Europese Rohingya-raad, dr. Anita Schug, werden alle mannen die in het Saugpara-dorp Rathedaung-stad Arakan woonden gedood en was er slechts één jongen die het overleefde. Abdul Fayaz, een van de moslims die in deze regio leefde, vertelde wanhopig aan Al Jazeera, dat vrouwen door de soldaten werden verkracht, huizen werden afgebrand en alles in brand werd gestoken.
Als gevolg zocht de Rohingy moslim bevolking haar toevlucht in Bangladesh om te ontsnappen aan de gewelddadige onderdrukking. Deze 600.000 mensen bleven echter dagen aan de grens wachten, in de regen en zonder voedsel.
Toen ze eindelijk Bangladesh bereikten, konden ze nog steeds geen vrede vinden. Ze ondervonden vele problemen in de kampen die voor hen waren opgezet. In een toespraak op een conferentie voor de Rohingya Refugee Crisis in Genève, verklaarde Dr. Joanne Liu, de voorzitter van Artsen Zonder Grenzen, dat het kamp niets anders was dan een tijdbom in termen van sanitaire omstandigheden, en gaf de volgende omschrijving van de omgeving: Rohingya's leven in geïmproviseerde schuilplaatsen gemaakt van lemen en plastic zeilen, vastgemaakt met bamboe en verspreid over kleine heuveltoppen. Wanneer je je dieper in de nederzetting begeeft, kom je een bosrijke omgeving tegen zonder wegen. Er zijn bijna geen faciliteiten beschikbaar.De kwestbare leefomstandigheden van de mensen is schokkend. Hele gezinnen leven onder plastic zeilen in een modderig en overstromingsgevoelig terrein. Ze hebben maar heel weinig bezittingen, en zijn kwetsbaar voor aanvallen van olifanten. Ze hebben geen toegang tot schoon water, toiletten, voedsel of gezondheidszorg.”
Bovendien is onlangs een overeenkomst ondertekend tussen Bangladesh en Myanmar vanwege de onveranderde houding van Bangladesh om Rohingya-moslims terug te sturen naar Myanmar. Volgens deze overeenkomst kunnen Rohingyas binnen twee maanden naar Myanmar worden teruggestuurd. De vraag is, zullen ze hun huizen nog intact kunnen vinden als ze terugkeren? Natuurlijk niet. Ze zullen zelfs niet in staat zijn om hun dorpen in de regio te vinden die volledig vernietigd zijn door het leger, laat staan hun huizen.
De Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN, Zeid Ra'ad al-Hussein, zei tijdens de spoedvergadering van de VN op het hoofdkwartier van Genève op 5 december dat het feit dat Rohingya-moslims al vele jaren staatloos zijn, gediscrimineerd worden, op brute wijze ontheemd en hun nederzettingen systematisch vernietigd worden, duidt op een voor de hand liggende poging tot etnische zuivering. De vraag is: "Is er iemand die kan beweren dat er geen genocide-indicatoren zijn in deze situatie?" Al-Hussein merkte op dat een internationaal strafrechtelijk onderzoek naar Rohingya vereist is. Dat de veiligdsheidstroepen van Myanmar de Rohingya-minderheid barbaars behandelen op basis van ooggetuigenverslagen , wees Al-Hussein er ook op dat hiermee rekening mee moet worden gehouden en herinnert de aanwezigen eraan dat zolang er sprake is van huizen die opzettelijk in brand worden gestoken, vrouwen en meisjes worden verkracht, burgers zonder onderscheid te maken worden gedood, en vluchtenden worden beschoten, het verkeerd zou zijn om Rohingya-vluchtelingen die in Bangladesh zijn terug te sturen naar Myanmar. Aan de andere kant benadrukte Al-Hussein dat de echte oorzaken van de crisis moeten worden aangepakt, en er moet gegarandeerd worden dat de fundamentele mensenrechten worden gewaarborgd.
De verklaring van Al-Hussein is heel belangrijk en volkomen duidelijk. Het is onaanvaardbaar om Rohingya-moslims terug te sturen naar Myanmar, tenzij de regering van Myanmar volledig afstand neemt van hun wrede mentaliteit. Myanmar moet onmiddellijk een einde maken aan de onderdrukking en het geweld waar moslims al meer dan 60 jaar in het land worden blootgesteld. Rohingya-moslims zijn de burgers van Myanmar, zoals de boeddhisten van Myanmar, en hebben het recht om een mooi, vrij en hoogwaardig leven te leiden in Myanmar. De Myanmarese regering kan alleen op deze manier erkenning vinden bij de geciviliseerde landen van de wereld als zij deze egalitaire houding aanneemt.
[1] http://www.yenisafak.com/en/world/nearly-3000-rohingya-muslims-killed-in-the-last-three-days-2787305
[2] https://www.youtube.com/watch?v=3Aac-LcAxok
[3] http://www.msf.org/en/article/bangladesh-opinion-rohingya-refugees-people-are-survival-mode
[4] http://www.dw.com/tr/bm-rohingyalara-soyk%C4%B1r%C4%B1m-yap%C4%B1l%C4%B1yor-olabilir/a-4166301
Adnan Oktar'ın BERNAMA'da (Malezya) yayınlanan makalesi:
http://www.bernama.com/bernama/v8/fe/newsfeatures.php?id=1424762