Moslims – die ongeveer 15% van de bevolking van Myanmar vormen – zijn voor de Birmese staat een schoonheid en zegening. Onze moslimbroeders die hoge, door de Koranische moraliteit vereiste waarden en normen bezitten, zoals bedrijvigheid, zelfopoffering, eerbied, gehoorzaamheid, nederigheid, vreedzaamheid, bescheidenheid en mededogen, leveren belangrijke bijdragen aan de welvaart, vooruitgang, orde en stabiliteit van Myanmar en spannen zich in voor de heldere toekomst van hun land. Het is van uiterst belang dat de regering van Myanmar onze broeders – die met liefde verbonden zijn aan hun vaderland, respect hebben voor de regering en vredelievend zijn – de veiligheid, vreugde, rechtvaardigheid en vrijheid die ze nodig hebben, waarborgt.
Desalniettemin tonen nieuwsberichten uit de omgeving dat onze moslimbroeders die daar leven, de eerbied, liefde, veiligheid en vreugde die ze verdienen, er niet kunnen vinden. Moslims die voornamelijk in het gebied Arakan van het land wonen, worden – net zoals te zien is in verslagen samengesteld door vele internationale stichtingen – zwaar onderdrukt. De antimoslimactie die in de 20ste eeuw versneld is, zorgde voor de dood van 100 000 moslims; bij de slachtpartij in Arakan in 1942 werden honderdduizenden mensen verwond of gedwongen hun grond te verlaten.
“Het Programma van de Socialistische Partij van Burma” dat in 1962 samengesteld werd door de veranderde regering, ontnam haast alle religieuze rechten en vrijheden van de moslims en belette dat ze hun religie praktiseerden zoals ze wilden. Deze toestand leidde ertoe dat alle islamitische onderwijsinstellingen en moskeeën gesloten werden. Op bedevaart gaan, offeren, gezamenlijk bidden en andere erediensten werden verboden. Aan de andere kant verplichtten de met de wetten en mensenrechten strijdige gevangenhoudingen en de daarmee gepaard gaande folteringen – die ook geregistreerd en bewezen zijn door internationale stichtingen – moslims om Myanmar te verlaten.
Volgens de verslagen van mensenrechtenorganisaties, werden tussen de jaren 1962 en 1984, 20 000 moslims uit Arakan, martelaren. Honderden vrouwen werden verkracht en bijna alle bezittingen van moslims werden in beslag genomen.
Het is uitgekomen dat in januari 1992, 700 leden van moslimminderheid van Myanmar dicht bij de grens aan Bangladesh doodgewurgd zijn. In het jaar 1994 werden meer dan 1000 moslims buitengerechtelijk martelaren gemaakt.
Deze onterechte en op geweld gebaseerde praktijken gingen ook verder na de jaren 1990 en in 1992 hebben 200 000 moslims die hun leven wilden redden, moeten vluchten naar Bangladesh. Dit zeer arm moslimland verwelkomt de Birmese vluchtelingen in zijn grondgebied, maar heeft het moeilijk om hen te helpen aan eten en onderdak.
Door de beperktheid van de communicatiemogelijkheden, de strikte controle op het internetverkeer en het verbod op dat zelfs journalisten die erin slagen het gebied te betreden, zich informeren of nieuwsberichten verzenden, hebben onze moslimbroeders die in Myanmar wonen het moeilijk om hun stem te laten horen aan de wereld. De nieuwsberichten en beelden die sporadisch verkregen kunnen worden, tonen de mate van de onderdrukking en het onrecht.
Door haar volk en islamitische burgers te onderdrukken, past de regering van Myanmar een heel verkeerd beleid toe. Dwang en geweld zorgen nooit voor vreugde en stabiliteit.
Als de regering van Myanmar wil dat haar land deel uitmaakt van de moderne staten van de 21ste eeuw en doelt op ontwikkeling, vordering en rijkdom, moet ze eerst haar eigen burgers benaderen met liefde, compassie en begrip. Dit is een vereiste om een grote staat te worden. Het is duidelijk dat Myanmar geen grootse staat kan worden door de Myanmarese moslims – die bescheiden zijn, helemaal geen macht hebben, niemand iets verkeerds doen, maar juist zeer verstandig, evenwichtig, bedrijvig, zelfopofferend en hecht aan hun land en volk zijn – te vernederen, te onderdrukken en te beletten dat ze hun religie praktiseren. Er is geen sprake van een opstandigheid of gebrek aan respect van de moslims jegens de regering. Er is geen toestand waardoor de Myanmarese regering angstig hoeft zijn voor de moslims. Islam is de religie van vrede en liefde. De godsdienstigheid, de gehechtheid aan de Koran en de trouw aan het voorbeeld van onze Profeet (saas) van onze moslimbroeders in Myanmar, is voor Myanmar een zegening en schoonheid.
Opdat de Myanmarese regering deze zegening op de beste manier kan benutten, moet ze stoppen met de moslims te onderdrukken. Als de Myanmarese regering rijkdom wil, macht wil, welvaart wil, kan ze dit enkel bereiken door voor de volledige veiligheid van haar burgers te zorgen, hen vrij te laten, hun vrijheid om te denken en te bidden, te waarborgen en voor een omgeving te zorgen waarin ze als volwaardige mensen zullen kunnen leven.
Indien de Myanmarese regering dit duidelijk feit negeert, de eisen van de internationale gemeenschap omtrent mensenrechten en rechtvaardigheid veronachtzaamt en verdergaat met de onderdruking en het geweld, zal zij dan ook degene zijn die hier de meeste schade van zal ondervinden.
We wensen dat de Myanmarese regering de praktijken ter sprake onmiddelijk achterwege laat en aan alle burgers die in hun grondgebied leven, met inbegrip van moslims, christenen en boeddhisten, een mooi en kwalitatief leven presenteren. Als de regering van Myanmar dit volbrengt, zal haar land zijn verdiende plaats innemen tussen de beschaafde staten van de 21ste eeuw.
Enkele Beelden Die Aantonen Wat in Myanmar Gebeurt
Hieronder zijn enkele beelden te zien die de toestand uitdrukken van de moslims in Myanmar. Dat deze moslims vreugdig worden en dat hun veiliheid gewaarborgd wordt, is iets waar heel de islamitische wereld verplicht is voor te zorgen. Als de islamitische wereld onze lijdende en in moeilijkheden levende moslimbroeders in Myanmar, Patani, Irak, Afghanistan, Palestina en vele andere gebieden wil redden en hen een duurzame oplossing wil presenteren, moet ze zich verenigen. De verenigde en verbroederd solidair handelende islamitische wereld zal zulke en soortgelijke problemen niet tegenkomen, ze zal verzekeren dat niet enkel de moslims, maar ook de christenen, joden, boeddhisten en zelfs ook ongelovigen en atheïsten zullen leven in veiligheid, rijkdom, vrede en schoonheid.