De vraag die de evolutietheorie met de grond gelijk maakt: hoe kwamen levenloze moleculen tot leven?
ucgen

De vraag die de evolutietheorie met de grond gelijk maakt: hoe kwamen levenloze moleculen tot leven?

1967

De evolutietheorie is in de eerste plaats ingestort in confrontatie met de vraag “Hoe begon het leven?” Evolutionisten, die pagina’s lange verhalen vertellen en talloos speculeren over fossielen en de oorsprong van soorten, kunnen geen denkbeeldig scenario bedenken als antwoord op de vraag hoe het leven begon. De reden is simpel: het is zelfs niet mogelijk om uit te leggen hoe een enkel eiwitmolecule gevormd werd door een serie van blinde toevalligheden. Er bestaat geen verklaring voor  hoe niet-levende moleculen tot leven kwamen en levende wezens vormden.

De wanhoop van evolutionisten wordt uitgedrukt in een artikel geschreven door Brian Switek, dat op 13 februari 2012 verscheen op de online versie van het tijdschrift Nature, dat zij onder de meest betrouwbare bronnen rekenen:

Hoe het leven begon, is een blijvend mysterie van de natuur. Fossielen en biologische aanwijzingen leidden wetenschappers tot de schatting dat cellen ongeveer 4 miljard jaar geleden ontstonden op deze planeet, maar wat precies hun verschijning katalyseerde, blijft onbevattelijk.

Wetenschappers die onderzoek verrichten over de oorsprong van het leven, zijn er niet in geslaagd om verdere informatie te vinden dan wat Stanley Miller zag in zijn ongelaagde experiment dat hij zo’n 50 jaar geleden uitvoerde.  

Paul Davies, een professor fysica en auteur, verwijst naar dit onderwerp in zijn boek, Fifth Miracle: The Search for the Origin and Meaning of Life:  

Toen ik dit boek begon te schrijven, was ik ervan overtuigd dat de wetenschap dicht was bij het ontrafelen van het mysterie van de oorsprong van het leven… Nu ik een jaar of twee heb besteed aan onderzoek op het vakgebied, ben ik van mening dat er een enorme kloof is gebleven in ons begrip… Deze kloof in inzicht is niet alleen onwetendheid over bepaalde technische details: het is een belangrijke conceptuele leemte.

Franklin Harold, celbioloog aan de Colorado State University, zegt dat het onderwerp van de oorsprong van het leven een van de “...onopgeloste mysteries van de wetenschap” is.

Andy Koll, een bioloog aan de Harvard University, geeft toe dat de oorsprong van het leven niet kan worden verklaard door de evolutietheorie:

Als we proberen samen te vatten door gewoon te zeggen wat we aan het eind van de dag weten over de diepe geschiedenis van het leven op aarde, over de oorsprong ervan en over haar formatieve fasen die aanleiding gaven tot de biologie die we vandaag om ons heen zien, denk ik dat we moeten toegeven dat we nu kijken door wazig glas. We hebben een aantal tips, we hebben een geologisch bestand dat ons toont dat het leven er al vroeg was op de planeet, maar ons vermogen om dat in termen van specifieke micro-organismen te interpreteren is nog steeds frustrerend beperkt.

Ik kan me voorstellen dat mijn kleinkinderen er nog steeds over zullen praten zeggende dat het een groot mysterie is.

Er bestaan nog steeds enkele grote mysteries. Mensen denken soms dat wetenschap echt mysteries wegneemt, maar ik denk dat er grote wetenschappelijke mysteries, oorzaken tot verwondering en, belangrijker nog, dingen bestaan, waarvan ik hoop dat ze biologen zullen stimuleren in de komende jaren. We weten niet hoe het leven begon op deze planeet. We weten niet precies wanneer het begon, we weten niet onder welke omstandigheden.

Deze verklaringen zijn verrassend voor mensen die het onderwerp volgen in kranten en tv-programma's, want een meerderheid van de mensen, waaronder wetenschappers, veronderstelt dat de evolutietheorie een verklaring geeft voor de oorsprong van het leven. Zelfs sommige "onervaren evolutionisten" die de evolutietheorie hevig verdedigen - en wier meningen worden gedeeld in televisie programma's en in krantenkolommen - beweren dat de evolutietheorie uitlegt hoe het eerste levende wezen ontstond​​, en ze gaan hier zo ver in dat ze beweren dat ze er elke dag voorbeelden van zien in de labo. Dit zijn mensen die de evolutietheorie verdedigen zonder enige basis of wetenschappelijk bewijs, maar alleen vanwege ideologische redenen, en die ver zijn van rationeel of wetenschappelijk redeneren. De evolutietheorie geeft echter zelfs niet de geringste uitleg over hoe levenloze atomen tot leven kwamen en levende organismen begonnen te vormen. Evolutionisten weten dit heel goed, maar de meerderheid van hen kan dit feit niet erkennen. Evolutionisten, vooral die in Turkije, steken veel energie in het verdedigen van hun theorieën door gebruik te maken van totaal onwetenschappelijke beweringen als gevolg van de ernst van hun nederlaag.

Paul Davies verklaart waarom het publiek zich niet bewust is van dit feit en waarom wetenschappers niet bekendmaken dat de evolutietheorie ver staat in het uitleggen van de oorsprong van het leven:

Vele onderzoekers voelen zich ongemakkelijk over het publiekelijk vermelden dat de oorsprong van het leven een mysterie is, terwijl ze achter gesloten deuren vrijuit bekennen dat ze verbijsterd zijn. Er blijken twee redenen te zijn voor hun ongemak. Ten eerste, ze voelen dat het de deur zou openen voor religieuze fundamentalisten en hun god-van-de-gaten pseudo-verklaringen. Ten tweede, ze maken zich zorgen dat een openhartige uitlating van onwetendheid financiering zal ondermijnen. 

Zoals Davies vertelt, beseffen evolutionisten dat het niet mogelijk is dat levenloze atomen bij elkaar kwamen door toevalligheden en zo eiwitten vormden, welke de kleinste bouwstenen van het leven zijn, maar verbergen ze de mislukkingen van hun onderzoek aan het publiek om het feit dat de Almachtige en Alwetende Allah de Schepper is van het leven, achter te houden.

Hoewel Darwin speculeerde over hoe soorten ​​uit elkaar ontstonden in zijn boek Origin of Species, was hij niet in staat om te speculeren over hoe het leven begon, of om boeken of artikelen te schrijven over de oorsprong van het leven zelf.

Ook na Darwin was geen evolutionist in staat om uit te leggen hoe het leven begon of hoe de eerste cel of zelfs het eerste eiwit vanzelf ontstond door toeval.

Vandaag de dag geeft zelfs Richard Dawkins - een van de meest prominente aanhangers van de evolutietheorie - toe dat het uiteraard onmogelijk is dat de eerste eiwit ontstond ​​door toeval, en beweert hij dat het leven is gemaakt DOOR EEN SUPERIEURE INTELLIGENTIE ergens in de ruimte.

Dat een wetenschapper beweert dat een wonder van de Schepping zoals een enorm complex eiwit, werd "gemaakt door buitenaardse wezens" is natuurlijk zuur voor de wereld van de darwinistische wetenschap. Maar dat Dawkins in plaats van een veel irrationelere bewering -toeval- het idee verdedigt dat levende wezens geschapen zijn door een superieure intelligentie, is een aanwijzing dat het darwinisme ook in de ogen van Dawkins verloren heeft. Het is in feite onmogelijk voor een rationele en eerlijk persoon om het darwinisme te verdedigen, met het gegeven voor de buitengewone  bewijzen van de Schepping.

Hoe werd de bewering dat “het eerste organisme simpel was” weerlegd?

Zoals we hierboven vermelden, kunnen evolutionisten geen wetenschappelijk antwoord geven op de vraag hoe het leven begon. Ze beweren dat de eerste levende wezens "primitieve" en "simpele" bacteriën waren en proberen de indruk te wekken dat levenloze stoffen door toeval samenkwamen om dan gemakkelijk deze zogenaamde "primitieve organismen" te vormen.

Echter, verdere ontwikkelingen op het gebied van biochemie, moleculaire biologie en de genetica laten duidelijk zien dat deze beweringen van evolutionisten geen wetenschappelijke grond of validiteit hebben.

Bijvoorbeeld, sommige wetenschappers hebben onderzoek verricht om de minimale genetische vereisten voor leven te berekenen binnen de context van genoomonderzoek, om te zien hoeveel eiwitten en welke chemische processen nodig zijn om organisme te doen leven. Een meerderheid van deze onderzoekers hoopte aan te tonen dat het eerste levende organisme niet zo heel ingewikkeld hoefde te zijn, maar dat het eigenschappen had die "eenvoudig" genoeg waren om te worden gevormd door toeval. Maar hun uitkomsten vernietigden deze hoop ook. Opnieuw vonden zij dat zelfs de minimale voorwaarden die nodig zijn voor leven, zeer complex zijn en dat ze onmogelijk per toeval gevormd kunnen worden.

Deze wetenschappers spitsten zich voornamelijk toe op  prokaryote (eencellige) wezens, welke bekend staan als zijnde minder complex. Biochemici gebruiken de grootte van het genoom van een organisme als maat voor de complexiteit ervan. (Het genoom bevat alle genetische informatie van een organisme, geschreven onder de vorm van sequenties van nucleotiden (letters) in het DNA.) De informatie die gevonden wordt in het genoom van een organisme bevat de instructies die de machines in de cel gebruiken om eiwitten te produceren.

Eiwitten volbrengen zowel structurele als functionele taken in de cel. Een beschrijving van het aantal en de hoedanigheden van de eiwitten binnen een organisme, levert belangrijke inzichten over de structuur en de processen die plaatsvinden binnen een organisme, en dus ook over de complexiteit daarvan.

In prokaryoten stemt in het algemeen elk eiwit overeen met een enkele gen. Daarom geven het aantal en het type van de genen in het genoom van een prokaryoot ons het aantal en het type van de eiwitten in dat organisme, en als gevolg van deze relatie is genoomgrootte een belangrijk criterium voor de biologische complexiteit van een prokaryote cel.

De minimale complexiteit die nodig is voor leven

Biochemici bestudeerden genomen om de minimale complexiteit die nodig is als voorwaarde voor leven te begrijpen, en vonden dat het minst complex gekende organisme een bacterie genaamd Pelagibacter ubique is. Deze bacterie had 1354 genproducten, dit laatste omvat eiwitten en functionele RNA's zoals ribosomaal RNA en transfer RNA.

Het is dus duidelijk te zien dat zelfs de levende wezens die evolutionisten beschouwden als zijnde de eenvoudigste organismen ongelooflijk complex zijn. Dus niet-levende materie  kan zich hebben georganiseerd om leven te vormen, zoals beweerd wordt door de evolutietheorie. Terwijl de evolutietheorie niet kan verklaren hoe zelfs een enkel eiwit tot stand is gekomen, dienen ze nu uit te leggen hoe er 1350 tot stand kwamen ​​en georganiseerd werden om het eerste levende organisme te vormen. Dit is duidelijk verre van mogelijk.

Het is nu bekend dat het eerste leven op aarde chemisch heel complex was. Onderzoekers ontdekten dat zelfs in de eenvoudigste vorm van het leven, er een verrassend groot aantal eiwitten georganiseerd zijn in de cel.

Als de evolutietheorie niet kan verklaren hoe een enkel eiwit tot stand is gekomen, heeft ze zeker geen verklaring voor het ontstaan ​​van de honderden eiwitten in de eerste eencellige, welke "primitief" genoemd wordt,  of hoe daarmee een volmaakt systeem gevormd zou kunnen zijn door toevalligheden. Wanneer bovendien de geschiedenis van het leven wordt onderzocht, blijkt dat Pelagibacter ubique, dat het kleinste genoom heeft, niet het eerst geschapen wezen was. De eerste organismen waren bacteriën genaamd cyanobacteriën, die bekend staan als de meest complexe bacteriën. Deze bacteriën produceren zuurstofgas, dat noodzakelijk is voor ons leven en hebben een belangrijke taak in de stikstofkringloop waarmee planten gevoed worden.

Om dit dilemma, waarmee de evolutietheorie geconfronteerd wordt, beter te begrijpen, is het belangrijk om de keten van gebeurtenissen te herinneren die nodig zijn om een enkel eiwit molecule te vormen. Het is duidelijk dat dit geweldige systeem, waarin eiwitten andere eiwitten produceren, geschapen is door de Almachtige en Alwetende Allah, die over oneindige wijsheid beschikt.

 

[i]    Paul Davies, The Fifth Miracle:The Searchfor the Origin and Meaning of Life (New York: Simon & Schuster, 1999), pp. 17-18

[ii]   Franklin Harold, The Way of the Cell:Molecules, Organisms, and the Order of Life (New York: Oxford University Press, 2001), 235.

[iii]   Andy Knoll, PBS Nova Interview, 3 mei, 2004 http://www.pbs.org/wgbh/nova/evolution/how-did-life-begin.html

[iv]  Paul Davies, The Fifth Miracle: The Searchfor the Origin and Meaning of Life (New York: Simon & Schuster, 1999), pp. 17-18

 

DEEL
logo
logo
logo
logo
logo