Het opleggen van strenge straffen of vergelding tegen geweld, is niet de enige oplossing voor haatmisdrijven. Leg in plaats daarvan de nadruk op programma's die altruïsme, solidariteit, respect en harmonie in de samenleving bevorderen.
Woordenboeken definiëren het woord 'haat' als 'het gevoel van slechte wil en wrok jegens iemand', en het wordt af en toe gebruikt als synoniem voor 'walging'. In veel werken worden haatdragende opmerkingen beschreven als 'haatzaaiende woorden', terwijl misdaden die zijn ingegeven door haat worden gekenmerkt als 'haatmisdrijven'.
Haatmisdrijven, zoals ook gedefinieerd door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), worden gepleegd tegen een persoon of een groep, om redenen die vooroordelen kunnen doen ontstaan zoals ras, etniciteit, taal, religie, lichamelijke of geestelijke handicap en geslacht.
Meestal tot uiting in de vorm van geweld, kunnen haatmisdrijven zich ook manifesteren als intimidatie, bedreigingen of pesten op school of op het werk. Daarnaast beschouwen gerechtelijke autoriteiten het gebruik van aanstootgevende brochures en posters met beledigende en bedreigende elementen binnen het kader van haatdelicten.
Wat haatmisdaden onderscheidt van andere soorten misdrijven is het feit dat het zich in wezen richt op de 'individuele identiteit'. Individuen of gemeenschappen zijn echter niet het enige doelwit van haatmisdrijven; ook openbare gebouwen zoals moskeeën en kerken of de eigenschappen van minderheden. In dergelijke gevallen neemt de misdaad meestal de vorm aan van vandalisme, brandstichting, bomaanslagen of plunderingen.
Aanvallen op eigendom kunnen ook worden gezien als berichten van minachting, belediging of bedreiging. Moslims en zwarten zijn steevast de groepen die over het algemeen het meest te lijden hebben onder de genoemde aanvallen. Maar het is niet zo dat deze groepen zich niet richten op de 'ander' in gebieden waar zij dominant zijn. Er is over het algemeen een stijging in het aantal haatmisdrijven onder de hele bevolking.
Hoewel er wetgeving is uitgevaardigd met betrekking tot haatdragende uitingen en haatmisdrijven, blijft de laatste een van de meest controversiële rechtsgebieden. Het eerste probleem met betrekking tot haatdelicten is of het moet worden beschouwd binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
De vrijheid van meningsuiting dat een van de meest fundamentele persoonlijke rechten is en ook een vereiste van democratie en mensenrechten, is de vrijheid van het individu om anderen aan te spreken.
Dat gezegd hebbende, veel democratische landen hebben beperkingen gesteld aan de vrijheid van meningsuiting, en een verbod op haatdragende uitingen ingesteld. Dat komt omdat moderne staten aan de ene kant aanzetten tot vrije expressie van meningen en ideeën, terwijl we aan de andere kant alle segmenten van de samenleving proberen te beschermen. De politieke en wettelijke reden om haatzaaiende uitingen te verbieden, is om veiligheid en zekerheid te bieden aan kwetsbare gemeenschappen in een democratische samenleving.
Staten zijn verplicht om een evenwicht te bewaren tussen het veiligstellen van de vrijheid en het beschermen van individuen. De meest basale manier voor staten om dit evenwicht te bereiken, is het bevorderen van een individualistisch bewustzijn en moraliteit die geen haatdragende taal kweken wanneer ze de vrijheid wordt gegeven.
Een ander groot probleem wat haatmisdrijven betreft is dat het vaak vrij moeilijk is om te bepalen of haat de motiverende factor is achter de misdaad. Een van de belangrijkste voorbeelden is de gebeurtenis die plaatsvond in januari 2015 in Chapel Hill in de VS toen drie jonge mannen, die het moslimgeloof aanhangen, door een buurman werden neergeschoten na een geschil over een parkeerplaats. De buren en de echtgenote van de dader, Craig Stephen Hicks, beweerden dat de moorden niet om religieuze redenen waren gepleegd.
De Facebook-pagina van Hicks bevatte echter veel antireligieuze berichten en opmerkingen. De huizen van de slachtoffers, die allemaal van moslims waren, waren ook bedekt met sporen van de schietpartij. Bij deze feiten onstaat het vermoeden dat het misdrijf in feite een haatmisdaad was.
In dergelijke gevallen is het van cruciaal belang om het motief achter de misdaad te identificeren, aangezien veel landen strengere straffen opleggen voor misdaden waarbij haat de motiverende factor is. Echter, niet alle onenigheden tussen mensen van verschillende godsdiensten, of etnische achtergronden kunnen haatmisdrijven genoemd worden.
Haatmisdrijven zijn een vorm van criminaliteit die zich over de grenzen uitstrekken, en die beperkingen opleggen aan fundamentele vrijheden, zoals onderwijs en reizen van individuen die het doelwit zijn van deze misdrijven.
Daarom nemen landen strengere wetshandhavingsmaatregelen of verhogen ze de straffen voor het bovengenoemde misdrijf. Dergelijke maatregelen schieten echter nog steeds tekort om verdere haatmisdrijven te voorkomen.
Het steeds groter wordende gevoel van haat onder de mensen vormt een ernstige bedreiging voor de samenleving in het algemeen. Om deze dreiging volledig te elimineren, moeten alle nodige wettelijke voorschriften en maatregelen worden ingevoerd.
Er moet aan worden herinnerd dat wat op het eerste gezicht oppervlakkig lijkt, een schijnbaar klein incident, invloed kan hebben op de hele samenleving. In feite was dit het geval bij de rellen in Londen in 2011 en de rellen in Missouri in 2014 in de Verenigde Staten.
Politici mogen niet aanzetten tot haat of verspreiding ervan tolereren in hun landen, uit angst voor de toekomst van hun politieke belangen. Bijvoorbeeld, het aanwakkeren van haat tegen immigranten op grond van het feit dat het werkloosheid veroorzaakt, of misschien voor nieuwe uitgaven zorgt in het land, maakt de weg vrij voor grotere rampen.
Wat op dit punt benadrukt moet worden is dat het opleggen van strengere straffen of het vergelden van geweld, nooit een oplossing kan zijn voor haatmisdrijven.
De beste en meest fundamentele methode om te strijden tegen haatmisdrijven is om de nadruk te leggen op programma's in de traditionele media en op sociale media die altruïsme, solidariteit, respect en harmonie bevorderen in de samenleving, wat zal zorgen voor rust en vrede.
Het is minstens zo belangrijk om een systeem van moraliteit in te voeren dat samenwerking en eenheid onder de mensen bevordert.
We mogen niet vergeten dat het bereiken van vrede en harmonie eenvoudig is; het zorgt direct voor een oplossing. Het is de taak van de bevolking, om voortdurend een beroep te doen op de fundamentele deugden die ons menselijk maken, en de egoïstische en arrogante mentaliteit uit ons leven te verbannen.
Artikel van de heer Adnan Oktar in The Pioneer & Indian Muslim Observer (India):
http://www.dailypioneer.com/columnists/oped/draw-the-line-on-hate-crimes.html
http://indianmuslimobserver.com/2018/03/01/draw-line-hate-crimes/