Een militaire coup is een verraad, niet alleen voor de democratie maar ook voor het bestaan, eer, waardigheid, inlichtingen en waarden van een natie. Coups kennen geen respect of compassie en bieden niets meer dan onderdrukking, haat en militaire macht. Het is donker, somber en intimiderend. Het steelt de vrijheid en vervangt het door gevangenschap.
Een coup probeert op een laffe manier te bewerkstelligen wat normaal niet lukt, door gebruik te maken van geweld, intimidatie, grof geschut en wapens. Het is pathetisch, geïsoleerd en niet ondersteund. Een coup is niets meer dan een vertoning van een duidelijke zwakheid van degenen die proberen om angst als wapen te gebruiken.
We dachten als Turkse bevolking nooit meer zo’n schande te hoeven meemaken. Elke coup leidt tot angst in een land, zorgt voor ontzetting bij de mensen en sleept het land en de democratie van het land eeuwen achteruit. In dit land waar iedereen vrij zijn mening kan uiten, en waar er overal dissidenten zijn is er één ding waar we het over eens zijn: We zullen geen enkele compromis over ons land toestaan. Vandaar dat iedereen die het woord “coup” hoorde op de avond van 15 juli zich hevig verzette tegen deze weerzinwekkende oplegging. Zelfs op een manier dat ze het heft in eigen handen namen om te voorkomen dat de doelen werden bereikt, en met succes.
Laten we in het kort terugblikken voor degenen die mogelijk niet bekend waren met de details. Het was niet het Turkse leger die achter deze coup poging van 15 juli zat. Het was voornamelijk een kleine groep in het leger. Deze criminelen gijzelden de stafchef van het Turkse leger, ontvoerden commandanten van het leger en bezetten militaire posten. De soldaten die zich hierbij verzetten werden ter plaatse gedood. De Bosphorus brug werd bezet, en de coup plegers beheersten belangrijke locaties.
Dit was duidelijk een strategisch geplande operatie. Echter, maakten ze een cruciale fout en zagen enkele belangrijke punten over het hoofd. Ten eerste het feit dat de stafchef en de commandanten van het leger weigerden om de coup te steunen. En ten tweede de onwrikbare moed van onze bevolking.
Nog nooit eerder in de wereld is er een natie opgestaan om coup plegers tegen te houden. De Turkse natie toonde ongekende moed op de avond van 15 juli en trotseerde tanks en kogels en shockeerde door haar moed. Zoals de stafchef van het leger het duidelijk formuleerde: “De belangrijkste rol voor het tegenhouden van deze verraderlijke poging werd gespeeld door onze natie.” Ondanks de avondklok die door de coup plegers was opgelegd, gingen miljoenen mensen de straat op en vochten zij aan zij met politie officieren in de bezette gebieden. Het resultaat van dit moedige optreden: We hebben 246 martelaren, waarvan 173 burgers.
Turkije heeft vele militaire coups meegemaakt. Echter, werd er voor het eerst in de geschiedenis het Turkse Parlement gebombardeerd, en is het de eerste keer dat burgers werden beschoten. Tanks reden over burgers heen en openden het vuur op de mensen. Eerdere coups in ons land waren altijd afgrijselijk en lelijk, maar ons land heeft nog nooit zo’n verraad en wreedheid op zo’n grote schaal meegemaakt. Het is onbegrijpelijk om de immense haat en de diep gewortelde vijandschap te bevatten.
Er komt met name naar voren dat veel ondergeschikten gedwongen werden om mee te doen aan deze kwaadaardige poging, hoewel ze geheel onbewust waren wat er precies gebeurde. Ze deden onder valse voorwendselen mee aan deze operatie. Daarom heb ik vele malen op de avond van de coup poging en de dagen erna benadrukt: Dat het cruciaal is om de ondergeschikten met compassie te behandelen. We moeten niet vergeten dat deze soldaten onze zonen zijn. Onze minister van Justitie heeft al te kennen gegeven dat hij hiermee rekening zal houden. De Turkse bevolking is nog steeds uitermate trots op het Turkse leger en haar soldaten. Het feit dat er een paar laffe verraders te voorschijn kwamen uit hun positie, verandert niets aan het feit dat ons leger een zeer gerespecteerde organisatie is.
Deze coup poging heeft ongetwijfeld voor martelaren gezorgd, maar er mag niet vergeten worden dat er soms een hoge prijs moet worden betaald voor democratie. Juist om deze reden, toen het ze het woord “coup” hoorden, reageerde de Turkse bevolking meteen en ging de straat op om deze tegen te houden. Voor de eerste keer in vele jaren was er een gevoel van complete eenheid in Turkije. Seculieren, religieuzen, linksen, rechtsen, Turk, Koerd, Arabier, Sunni, Alawiet – iedereen handelde tezamen. Het Turkse Parlement kwam bijeen, en alle politieke partijen vormden een eenheid en veroordeelden gezamenlijk deze verraderlijke poging. Dit is niet vanwege angst, zoals sommige reguliere internationale media hoopten dat dit het geval was. De Turkse bevolking stond moedig als eenheid op, omdat zij absoluut militaire coups verafschuwen. Het probleem van deze bewuste media is het feit dat zij de Turkse bevolking totaal niet begrijpt.
Na deze mislukte staatsgreep, hebben wij het recht om deze vragen te stellen: Waarom sloot Frankrijk haar consulaten in Turkije vlak voor de coup? Waarom werden de NAVO bases in Adana, Diyarbakir en Malatya die avond ter beschikking gesteld aan de coup plegers? Alhoewel de coup geheel was mislukt, waarom verspreidden sommige media en NGO publicaties, vooral in Engeland en Europa, het valse nieuws dat de coup geslaagd was en dat President Erdogan naar Duitsland was gevlucht?
Turkije heeft een belangrijke democratie test overwonnen, waarvoor wij een hoge prijs hebben moeten betalen met onze martelaren. Het is heel normaal dat de regering snel handelt en enkele voorzorgsmaatregelen neemt om het hoofd te bieden aan het gevaar van een militaire coup. Zulke voorzorgsmaatregelen zijn noodzakelijk als er verraders binnen in een staat verschijnen. Daarom zijn de huidige arrestaties vanzelfsprekend. Binnenkort zullen de verraders die ons land probeerden te schaden onthuld worden, en zullen de onschuldigen worden vrijgesproken. Daarom is het belangrijk om de speculaties die door sommige internationale kringen worden verspreid te herzien.
De Turkse bevolking heeft in het verleden gezien dat als de democratie eenmaal ontspoord is, het proces van herstel te lang en te moeilijk is. Daarom vochten zij ervoor om het te behouden, en hebben zelfs hun leven ervoor gewaagd.