Hoe bedreigend zijn cyberaanvallen?
In de afgelopen maanden is de wereld opgeschrikt door twee grote cyberaanvallen.In de eerste aanval die in mei plaatsvond , werden meer dan 200.000 computers in 150 landen besmet door de cyberaanval WannaCry, een gijzelsoftware. Het Britse zorgsysteem stond op instorten. Het vernietigende effect van het programma kon ternauwernood na twee dagen worden gestopt. Na de aanval bleek dat WannaCry computers besmette via een exploitatie die het National Security Agency eerder in Microsoft's software had gevonden. Hackers hebben de cyber-aanval uitgevoerd door een programma te ontwikkelen dat misbruik heeft gemaakt van deze exploitatie.
De tweede aanval vond plaats in juni. Het Petya-virus, dat vergelijkbaar was met WannaCry, besmette eerst de Oekraïense overheidsinstanties, banken, centrales, luchthavens en metro-systemen. Daarna werden de computer netwerken van veel EU- en VS-gebaseerde internationale bedrijven besmet door Petya. Evras en Rosneft, Russische energiebedrijven, hadden tijdelijk geen controle over hun computers. Deze cyberaanvallen tonen aan dat computervirussen, net als normale virussen, de mogelijkheid hebben om een wereldwijde epidemie te veroorzaken, in enkele uren of zelfs minuten. Ze verspreiden het over de hele wereld in de snelheid van het licht via glasvezelkabels. Ze vinden een "backdoor" en breken in in onze computers. De mensheid heeft geen immuunsysteem om tegen deze virtuele virussen terug te vechten. Cyber-aanvallen kunnen alleen worden gestopt nadat ze grote schade hebben veroorzaakt. Dit is werkelijk angstaanjagend voor de mensheid.
De wereld van vandaag is verbonden via digitale netwerken. Digitale technologieën maken deel uit van ons leven. Sinds 2016 is 40% van de wereldbevolking, dat ongeveer 4 miljard mensen bedraagt, verbonden met het internet. Elke seconde worden 2,5 miljoen e-mails verstuurd, 7.500 tweets verzonden en er worden 2500 Skype-gesprekken gevoerd; ondertussen worden er 60.000 Google-zoekopdrachten verricht, en 70.000 YouTube-video's bekeken. Als er in 2016 18 miljoen online apparaten zijn, zullen er 31 miljoen apparaten in het jaar 2020 op het internet aangesloten zijn.
Cyberterrorisme en het terrorisme in het echte leven hebben veel gemeenschappelijke kenmerken. Beide zijn als terroristische organisaties gevormd, opgericht en verspreid door diepe staten en zijn door hen actief. Cyber-terroristen, volgen net als hun tegenhangers in het echte leven, anarchistische en destructieve ideologieën. Terroristen van de cyberwereld hebben ook een groot logistiek voordeel; ze bewegen zich binnen een verraderlijke, onzichtbare wereld. Ze hoeven niet dezelfde taal te spreken, in dezelfde stad te leven of zelfs zich naast iemand te bevinden. De leden van de organisatie, die elkaar alleen kennen via hun respectievelijke bijnamen, voeren cyberaanvallen uit die alle landen op de knieën kunnen krijgen. Cyber-terrorisme is nu een bedreiging voor onze laptops en mobiele telefoons; echter, als internet technologieën zich verder ontwikkelen, zullen onze huizen, auto's, werkplekken en gebouwen ook vatbaar zijn voor digitale aanvallen.
Bovendien is er een zwarte economie gevormd door het duistere web. De inkomsten van deze economie, waarin miljoenen dollars worden uitgewisseld, gaat naar de cyber-terroristische organisaties. Terwijl de terroristen van het echte leven zich voeden via drugshandel, smokkel, plunderen en mensenhandel, voeden cyberterroristen zich via creditcardfraude, identiteitsdiefstal of illegale software. Strafrechtelijke voorzorgsmaatregelen zijn niet voldoende om beide terroristische groepen aan te kunnen. Om succesvol te zijn in het omgaan met cyber-terrorisme, moet de ideologie van deze terroristen worden aangepakt. Cyber-terroristen genieten van vernietiging, anarchie en wetteloosheid. Ze hebben hun vreugde in het leven verloren, ze leven in een donkere wereld die vol haat is. Deze schizofrene mentaliteit kan veel mensen in gevaarlijke, genadeloze criminelen veranderen. De strijd tegen cyber-terrorisme moet zich concentreren op deze duistere gemoedstoestand. Anarchisme is immers een ideologie, en elke vorm van terrorisme is een hulpmiddel die door deze ideologie wordt gebruikt om succesvol te zijn. Net als het gewelddadige terrorisme in de echte wereld, probeert cyber-terrorisme ook terreur te verspreiden onder maatschappijen. Het streeft ernaar om mensen het gevoel te geven dat hun leven en rijkdom in gevaar zijn. Angst zaaien is de fundamentele doelstelling van terroristen en anarchisten. Het feit dat angst niet het wereldbeeld is en geen wetenschappelijke basis heeft, moet aan degenen die deze aanvallen uitvoeren getoond worden.
De ernst van cyberaanvallen kan met de tijd erger worden. De cyberoorlogen vormen een ernstige bedreiging voor de mensheid .Dat wil zeggen dat veel landen cyberaanvallen zien als een oorlogsverklaring. Een vonk die kan leiden tot een schietoorlog is in zo'n ongecontroleerde omgeving imminent. De internationale gemeenschap moet samenkomen en oplossingen zoeken voor deze risicovolle situatie. Supranationale organisaties die de cyberwereld kunnen regelen, moeten worden opgericht, en multinational cyber rechtbanken moeten worden samengesteld. Staten moeten samenwerken tegen hun gemeenschappelijke vijanden. Maar als ze dat doen, moeten ze hun ideologieën goed bepalen en niet de fouten herhalen die zij hebben gemaakt in hun gevecht met het gewelddadige terrorisme. Hun doel moet ideologieën zijn, niet de mensen.
Vandaag de dag streven veel staten ernaar om van het cyber-terrorisme een dodelijk wapen te maken. Digitale terroristen worden door de diepe staten als een onzichtbaar wapen gehandhaafd. Deze terroristen dienen veel inlichtingendiensten als duistere triggerpersonen. Cyber-terroristen kunnen net als de terroristen in het echte leven, alleen als ze beschermd worden bestaan. Zonder de bescherming van legers, diepe staten of inlichtingendiensten kunnen cyber-aanvallers nog niet eens voor een minuut bestaan. Daarom moet in het gevecht tegen het cyberterrorisme het plot waar deze terroristen deel van uitmaken, en in welke mate deze terroristen optreden, goed worden geïdentificeerd. Anders kunnen we niet succesvol zijn, en verspillen we onze tijd door feitelijk alleen de kleine acteurs van dit terrorisme te bestrijden, en niet het gehele probleem oplossen.
Cyber-bewapening is geen hartelijk ontwikkeld strategisch project, en cyber-terroristen zijn geen huurlingen die cyberwapens krijgen. Het is niet moeilijk om te zien dat dit gaat om een soort technologische apocalyps die iedereen uiteindelijk kwaad zal doen. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat bepaalde kringen, die tot nu toe oorlogen als een oplossing hebben beschouwd, zich in plaats daarvan concentreren op manieren om vrede te stichten, verzoening en welzijn te waarborgen, in plaats zich in te zetten in iets dat gedoemd is te mislukken.
Adnan Oktar’s artikel in Daily News
http://www.riyadhvision.com.sa/2017/07/31/how-much-of-a-threat-are-cyber-attacks/