Het meest duidelijke bewijs dat het scenario van de evolutie theorie niet plaats vond is te vinden in het fossielenbestand.
Volgens de onwetenschappelijke hypothese van deze theorie, is elk levende soort voortgekomen uit een voorganger. Eerder bestaande soorten veranderden na verloop van tijd in iets anders, en alle soorten zijn op deze manier ontstaan. Met andere woorden, deze transformatie vond plaats door miljoenen jaren geleidelijke ontwikkeling.
Als dit het geval was geweest dan zouden er tal van intermediaire soorten hebben bestaan die binnen deze lange transformatie periode leefden.
Als voorbeeld zouden sommige half vis / half-reptielen in het verleden geleefd moeten hebben, die enkele reptielachtige eigenschappen hadden gekregen en ze hadden bovendien al de eigenschappen van een vis. Of er hadden enige reptiel-vogels moeten hebben bestaan, waarvan sommige vogel eigenschappen hadden gekregen naast de reptiel eigenschappen die ze reeds hadden. Aangezien deze in een overgangsfase zouden zijn, dan zouden de gebrekkige, verminkte levende wezens uitgestorven moeten zijn. Evolutionisten verwijzen naar deze denkbeeldige wezens als “overgangsvormen”, waarvan zij geloven dat ze in het verleden hebben geleefd.
Als deze dieren ooit echt hebben bestaan, dan zouden er miljoenen of zelfs miljarden van hen in aantal en variëteiten moeten zijn. Belangrijker, de overblijfselen van deze vreemde wezens zouden in het fossielenbestand aanwezig moeten zijn. Darwin verklaarde in zijn boek The Origin of Species:
Als mijn theorie van ontelbare overgangs soorten klopt, dan zou een koppeling aan alle soorten van dezelfde groep zeker hebben moeten bestaan… Daarom kan bewijs van hun vroegere bestaan alleen worden gevonden in de fossielen resten.
Echter Darwin was zich er goed van bewust dat er nog geen fossielen van deze tussenvormen waren gevonden. Hij beschouwde dit als een groot probleem voor zijn theorie. In een hoofdstuk van zijn boek met de titel "Moeilijkheden van de theorie," schreef hij:
Als soorten afstammen van andere soorten door onmerkbare zuivere nuances, waarom zien we dan niet overal ontelbare overgangsvormen? Waarom is niet de hele natuur in verwarring in plaats van de soort zelf zoals wij ze duidelijk omschreven zien?... Maar, zoals voorgesteld door deze theorie zouden er ontelbare overgangsvormen hebben moeten bestaan, waarom hebben we ze niet kunnen vinden in ontelbare hoeveelheden die ingesloten zijn in de korst van de aarde? ... Waarom is niet elke geologische formatie en elke laag vol van zulke tussenliggende schakels?11
Darwin's hoop was gebroken
Hoewel evolutionisten in het midden van de negentiende eeuw grote inspanningen hadden verricht om fossielen over de hele wereld te vinden zijn er nog geen overgangsvormen ontdekt. Tegen de verwachtingen van de evolutionisten in, tonen alle fossielen aan ‘dat dat het leven op aarde plotseling en volledig gevormd ontstaan is’.
Een beroemde Britse paleontoloog, Derek V. Ager, geeft dit feit toe, ook al is hij een evolutionist:
Dit punt brengt naar voren dat als we de fossielen bestanden in detail onderzoeken zowel op het niveau van de beschikkingen als van de soorten, vinden we - over en weer - geen geleidelijke evolutie, maar de plotselinge explosie van de ene groep ten koste van de andere.12
Dit betekent dat in het fossielenbestand, alle levende soorten plotseling opduiken als volledig gevormd, zonder enige overgangsvormen daartussen. Dit is precies het tegenovergestelde van Darwins veronderstellingen. Dit is ook een zeer sterk bewijs dat alle levende wezens worden gecreëerd. Dit feit wordt ook erkend door de alom bekende evolutionistische Bioloog Douglas Futuyma:
Schepping en evolutie, beiden putten de mogelijke verklaring voor de oorsprong van levende wezens uit. Organismen zijn of volledig ontwikkeld op aarde verschenen of anders niet. Als dat niet het geval is, dan moeten zij zijn ontwikkeld op basis van reeds bestaande soorten door een proces van modificatie. Als ze in een volledig ontwikkelde staat zouden ontstaan, dan moeten ze inderdaad door almachtige intelligentie zijn gecreëerd.13
Fossielen tonen aan dat levende wezens volledig ontwikkeld zijn ontstaan. Dat betekent dat "de oorsprong van soorten," in tegenstelling tot Darwin's veronderstelling, geen evolutie is, maar Schepping.
Het verhaal van de evolutie van de mens
Het onderwerp dat meestal naar voren werd gebracht door de voorstanders van de evolutietheorie is het onderwerp over de oorsprong van de mens. De darwinistische bewering houdt in dat de mens evolueerde van zogenaamde aap-achtige wezens. Tijdens dit vermeende evolutionaire proces, waarvan wordt geacht dat het 4-5.000.000 jaar geleden zou zijn begonnen, wordt verondersteld dat sommige "overgangsvormen" tussen de mens en zijn denkbeeldige voorouders zouden hebben bestaan. Volgens dit geheel denkbeeldig scenario, worden er vier basiscategorieën genoemd:
1. Australopitecus
2. Homo habilis
3. Homo erectus
4. Homo sapiens
Evolutionisten noemen de eerste zogenaamde aapachtige voorouders van de mens Australopitecus, wat "Zuid-Afrikaanse aap" betekent. Deze levende wezens zijn eigenlijk niets anders dan een oude apensoort die uitgestorven is. Twee wereldberoemde anatomen uit Engeland en de Verenigde Staten, namelijk Lord Solly Zuckerman en Prof. Charles Oxnard, hadden een uitgebreid onderzoek gedaan op verschillende Australopitecus exemplaren. Zij toonden aan dat deze apen tot een gewone apensoort behoorden die was uitgestorven en geen gelijkenis vertoonden met de mens.14
Evolutionisten classificeren de volgende fase van de menselijke evolutie als "homo" wat "de mens" is. Volgens hun bewering, zijn de levende wezens in de Homo-serie meer ontwikkeld dan de Australopitecus. Evolutionisten verzonnen een denkbeeldig evolutie systeem in een bepaalde volgorde, door het regelen van verschillende fossielen van deze wezens. Dit schema is denkbeeldig, want het is nooit bewezen dat er een evolutionair verband is tussen deze verschillende categorieën. Ernst Mayr, een van de belangrijkste evolutionisten van de twintigste eeuw, concludeert in zijn boek in Een Lange Argument dat het "bijzonder historische [puzzles] zijn, zoals de oorsprong van het leven of die van de Homo sapiens, die uiteindelijk geen definitief bevredigende verklaring geeft” 15
Door de schakelketting aan te geven als Australopithecus> Homo habilis> Homo erectus> Homo sapiens, beweren evolutionisten dat elk van deze soorten elkaars voorouders zijn. Echter, uit recente bevindingen van paleo-antropologen is er gebleken dat Australopithecus, Homo habilis en Homo erectus in verschillende delen van de wereld op hetzelfde moment hebben geleefd.16
Bovendien is een bepaald deel van mensen geclassificeerd als Homo erectus die tot voor de moderne tijd heeft geleefd. Homo sapiens neandarthalensis en Homo sapiens sapiens (de mens) bestonden samen in hetzelfde gebied.17
Deze situatie geeft klaarblijkelijk de ongeldigheid aan van de bewering dat ze voorouders van elkaar zijn. Wijlen Stephen Jay Gould verklaarde deze impasse van de evolutietheorie als volgt, hoewel hij zelf een van de voorstanders was van de evolutie in de twintigste eeuw:
Wat komt er terecht van onze ladder als er drie naast elkaar bestaande afstammelingen van mensachtigen (A. africanus, de robuuste Australopithecus en Homo habilis), die duidelijk geen van beide van elkaar afgeleid zijn? Bovendien geven geen van de drie evolutionaire richtingen aan tijdens hun periode op aarde.18
Kort gezegd is het scenario van de menselijke evolutie eerlijk gezegd niets anders dan een verhaal zonder wetenschappelijke basis, dat "gehandhaafd" is met behulp van verschillende tekeningen van enkele "half aap, half mens" wezens die door middel van propaganda te zien zijn in de media en cursusboeken.
Lord Solly Zuckerman, één van de meest bekende en gerespecteerde wetenschappers in het Verenigd Koninkrijk, die jarenlang onderzoek naar dit onderwerp heeft gedaan en 15 jaar Australopithecus fossielen heeft bestudeerd, concludeerde uiteindelijk ondanks het feit dat hij zelf een evolutionist is, dat er in feite geen dergelijke stamboom vertakkingen van aapachtige wezens naar de mens zijn.
Zuckerman maakte ook een interessant "spectrum van de wetenschap" waarin hij een rangschikking maakte van diegenen die hij wetenschappelijk beschouwde en van diegenen die hij als niet wetenschappelijk beschouwde. Volgens Zuckerman's spectrum, zijn de meest "wetenschappelijke" vakgebieden–dat wil zeggen afhankelijk van concrete gegevens, de scheikunde en natuurkunde. Na deze komen de biologische wetenschappen en daarna de sociale wetenschappen. Aan het eind van het spectrum, wat het deel is dat als het meest "onwetenschappelijk" wordt beschouwd, zijn "buitenzintuiglijke waarnemingen"-concepten te vinden zoals telepathie en het zesde zintuig en tot slot "de evolutie van de mens." Zuckerman verklaart zijn redenering als volgt:
We treden dan uit het register van objectieve waarheid en treden in het terrein van de vermoedelijke biologische wetenschap, zoals buitenzintuiglijke waarnemingen of de interpretatie van fossielen geschiedenis van de mens, waarin het voor de getrouwe [evolutionisten] alles mogelijk is- en waar tegelijkertijd de hevig gelovigen [in evolutie] soms in verschillende tegenstrijdige dingen kunnen geloven.19
Het verhaal van de evolutie van de mens komt er op neer dat het bevooroordeelde interpretaties zijn van bepaalde mensen die enkele fossielen opgegraven hebben en blindelings aan hun theorie vasthouden.
Darwinistische formule!
Naast al het technische bewijs die we tot zover hebben behandeld, laten we nu eens een keer onderzoeken wat voor een soort bijgeloof de evolutionisten hebben met een simpel voorbeeld dat zelfs door kinderen begrepen wordt:
De evolutietheorie beweert dat het leven door toeval is ontstaan. Volgens deze irrationele conclusie, kwamen levenloze en onbewuste atomen bij elkaar om een cel te vormen en op een of andere manier zijn er andere levende wezens gevormd, inclusief de mens. Laten we daar even over nadenken. Wanneer we de elementen samenbrengen die de bouwstenen van het leven vormen, zoals koolstof, fosfor, stikstof en kalium, wordt er slechts een massa gevormd. Ongeacht wat voor behandelingen het ondergaat, kan deze atomaire massa zelfs geen enkel levend wezen vormen. Zo u wilt, kunnen we zelfs een "experiment" uitvoeren over dit onderwerp uit naam van de evolutionisten en laten we dan eens onderzoeken wat ze echt beweren zonder de naam "Darwinistische formule" luid uit te spreken:
Laat de evolutionisten eens genoeg materialen bijelkaar brengen in grote vaten, die aanwezig zijn in de samenstelling van levende wezens zoals fosfor, stikstof, koolstof, zuurstof, ijzer en magnesium. Laat hen bovendien materiaal toevoegen in deze vaten dat onder normale omstandigheden niet bestaat, maar waarvan ze denken dat het noodzakelijk is. Laat ze in dit mengsel zo veel aminozuren en zoveel eiwitten als ze maar willen toevoegen. En laat hen vervolgens deze mengsels blootstellen aan zoveel mogelijk warmte en vocht. Laat hen vervolgens dit weer roeren met wat voor technologisch ontwikkelde apparaat ze willen. Laat hen dan de meest vooraanstaande wetenschappers naast deze vaten zetten. En laat deze experts naast deze vaten op hun beurt wachten voor miljarden, en zelfs biljoenen jaren. Laat ze zo vrij zijn om allerlei omstandigheden te gebruiken waarvan ze denken dat ze noodzakelijk zijn om een mens te kunnen vormen. Het maakt niet uit wat ze doen ze kunnen uit deze vaten geen mens produceren. Dit zegt een professor die zijn eigen celstructuur onder een elektronenmicroscoop heeft onderzocht. Ze kunnen geen giraffen, leeuwen, bijen, kanaries, paarden, dolfijnen, rozen, orchideeën, lelies, anjers, bananen, sinaasappels, appels, dadels, tomaten, meloenen, watermeloenen, vijgen, olijven, druiven, perziken, pauwen, fazanten, veelkleurige vlinders, of miljoenen andere levende wezens, zoals deze produceren. Voorzeker, ze kunnen niet eens een enkele cel van één van hen verkrijgen.
Kort gezegd kunnen onbewuste atomen die bijelkaar komen niet de cel vormen. Deze kunnen geen nieuwe beslissing nemen en deze cel in tweeen verdelen, en dan andere beslissingen nemen en de professoren creeeren die eerst de electronen microscoop uitvinden en die vervolgens hun eigen celstructuur onder die microscoop onderzoeken. Materie is een onbewuste, levenloze massa die tot leven komt met Gods superieure schepping.
De evolutie theorie, die het tegenovergestelde beweert, is een totale misvatting die volledig in strijd is met de rede. Als men een beetje nadenkt over de beweringen van de evolutionisten ziet men net zoals in het bovenstaande voorbeeld deze realiteit.