De Vrijmetselaars beschouwden het "anti-klerikalisme" als het centrum van hun sociale en politieke activiteiten.
De katholieke Encyclopedie bevat belangrijke informatie over de anti-religieuze missie van le Grand-Orient, zoals de Vrijmetselaars gekend zijn :
Uit de officiële documenten van de Franse Vrijmetselarij, hoofdzakelijk opgenomen in de officiële "Bulletin" en "Compte-rendu" van le Grand Orient, werd bewezen dat alle anti-klerikale maatregelen die in het Franse Parlement werden besproken, reeds op voorhand in de loges van de Vrijmetselaars waren besloten en uitgevoerd onder de directie van le Grand Orient, wiens bekende doel was alles en iedereen te controleren. "Ik zei op de vergadering van 1898", verklaarde de afgevaardigde Massé, de officiële spreker van de vergadering van 1903, "dit is de hoogste plicht van de Vrijmetselaars om zich elke dag meer en meer te mengen in politieke en wereldse strijd." "Succes (in de anti-klerikale strijd) is in grote mate dankzij de Vrijmetselarij ; door hun geest, hun programma, hun methodes die hebben getriomfeerd." "Dat het Blok opgericht werd, is dankzij de Vrijmetselaars en de discipline geleerd in de loges." "We hebben waakzaamheid en bovenal onderling vertrouwen nodig, als we ons werk willen vervullen, nog steeds niet beëindigd. Dit werk, weten jullie … de anti-klerikale strijd, is aan de gang. De republiek moet zichzelf bevrijden van religieuze congregaties, hen wegmaaien met een stevige slag. Het systeem van halve maatregelen is overal gevaarlijk, de tegenstander moet met één enkele klap vernietigd worden." (2)
De Katholieke Encyclopedie vervolgt het verslag van de Franse Vrijmetselaars en hun strijd tegen religie.
Inderdaad alle "anti-klerikale" hervormingen door de Vrijmetselaars uitgevoerd in Frankrijk sinds 1877, zoals de secularisering van opleiding, maatregelen tegen private christelijke scholen en liefdadigheidsinstellingen, de onderdrukking van religieuze ordes en de plunderingen van de Kerk, bereikte zijn hoogtepunt in een anti-christelijke en onreligieuze reorganisatie van de menselijke maatschappij, niet alleen in Frankrijk maar over heel de wereld. Aldus de Franse Vrijmetselarij, als de standaardbode van alle Vrijmetselaars, beweerde de gouden eeuw van de Vrijmetselaarse universele republiek in te huldigen. Dit omvat in Vrijmetselaars broederschap alle mensen en alle naties. " De triomf van de Galileer", zei de president van le Grand Orient, senator Delpech, op 20 september 1902, "heeft 20 eeuwen geduurd. Maar nu sterft hij op zijn beurt…. De Roomse Kerk, gebaseerd op de galileeïsche mythe, begon snel achteruit te gaan vanaf de dag op de welke de Vrijmetselaarse Vereniging was opgericht." (3)
Met de "Galileër" bedoelde de Vrijmetselarij Jezus, omdat volgens het evangelie, Jezus in de Palestijnse stad Galilea werd geboren. Daarom is de haat van de Vrijmetselaars voor de Kerk, een uitdrukking van hun haat ten opzichte van Jezus en alle monotheïstische religies. Met de materialistische, Darwinistische en humanistische cultuur die ze in de 19de eeuw gesticht hadden, geloofden ze dat ze de godsdienst vernietigd hadden en Europa terug naar het voor-christelijke heidendom gebracht hadden.
Toen deze woorden in 1902 geuit werden, verspreidde een reeks wetten in Frankrijk de strekking van religieuze oppositie. 3000 religieuze scholen werden gesloten en het was verboden om enige godsdienstlessen in scholen te geven. Vele geestelijken werden gearresteerd, sommige werden verbannen en godsdienstige mensen werden als tweede-rangs burgers aanzien. Dit was de reden waarom het Vaticaan in 1904 brak met alle diplomatische relaties met Frankrijk. Maar dit wijzigde niets aan de houding van het land. Er moesten eerst honderdduizenden Fransen sneuvelen tijdens de Eerste Wereldoorlog tegen het Duitse leger, vooraleer de arrogantie van het land temperde en het opnieuw de belangrijkheid van spirituele waarden erkende.
Zoals de Katholieke Encyclopedie volhoudt, de godsdienstoorlog van de Franse revolutie tot de 20ste eeuw, werd uitgevoerd door de "anti-klerikale maatregelen die het Franse Parlement passeerden", dewelke "op voorhand al beslist waren in de Vrijmetselaar loges en uitgevoerd onder de leiding van le Grand Orient." Dit is duidelijk gebleken uit de Vrijmetselaar geschriften. (4) Bijvoorbeeld, een citaat van een Turkse publicatie van "Een speech gedaan door Broeder Gambetta op 8 juli 1875 in de Clémente Amitié loge" leest : Terwijl de geest van reactie Frankrijk bedreigde, en religieuze dogma en achterlijke ideeën doorgingen met het offensief tegen moderne sociale principes en wetten in de schoot van ijverige, vooruitziende organisaties zoals de Vrijmetselarij toegewijd aan broederschap, vonden we de kracht en de troost in de strijd tegen de overdreven eisen van de Kerk, haar belachelijke overdrijvingen en gewoonlijke overdaden… we moeten op onze hoede zijn en voort strijden. Om de ideeën van de menselijke klasse en vooruitgang te vervullen, laat ons volhouden zodat onze schilden niet doorbroken kunnen worden. (5)
Het zal opgemerkt worden dat de Vrijmetselaarse literatuur consequent haar eigen ideeën als "vooruitziend" naar voren brengt, terwijl ze religieuze mensen als "achterlijk" bestempelen. Niettemin is dit louter een woordspeling. Het begrip "de geest van reactie", vermeld in de bovenstaande paragraaf, is iets waar ook oprechte religieuze mensen zich tegen verzetten, maar welke de Vrijmetselaars uitbuitten om te mikken op ware religie in hun poging om de mensen ervan te vervreemden. Temeer, moet het opnieuw benadrukt worden dat de materialistische-humanistische filosofie die de Vrijmetselarij aanhangt, echt een bijgelovig, achterlijk systeem van ideeën, een overblijfsel van de heidense beschavingen van het oude Egypte en van het oude Griekenland, is.
Daarom heeft het gebruik van termen, zoals "vooruitziendheid" en "achterlijkheid", door de Vrijmetselaars, geen basis in werkelijkheid. Inderdaad is het ongegrond, omdat het conflict tussen de Vrijmetselaars en religieuze mensen niets anders is dan de vereeuwiging van het conflict tussen 2 ideeën die sinds de vroegste tijden van de geschiedenis bestaan. Het is religie die de eerste ideeën verkondigde : dat het mensdom door de wil van God gecreëerd was en dat de mensen verantwoordelijk zijn voor de aanbidding tot Hem. Dit is de waarheid. Het tegenovergestelde idee dat mensen niet gecreëerd waren, maar nutteloos en doelloos leven , is hetgeen voorgesteld werd door diegene die het bestaan van God ontkennen. Wanneer juist begrepen, kan het bekeken worden dat hun gebruik van oppervlakkige termen als "achterlijkheid" en "vooruitziendheid" geen basis heeft.
Door het gebruik van de ideeën van "vooruitgang", wilden de Vrijmetselaars zo de godsdienst vernietigen. De Katholieke Encyclopedie zegt:
De volgende zijn geacht de belangrijkste voornemens te zijn van de Vrijmetselaars :
(1)Om radicaal door openlijke vervolgingen van de Kerk, of door een hypocriete, frauduleus systeem van scheiding tussen Kerk en Staat, alle sociale invloed van de Kerk en van religie, verraderlijk "klerikalisme" genoemd en zo ver mogelijk, om de Kerk te vernietigen en alle waarheden, dit wil zeggen bovenmenselijke religie, dewelke meer dan een vage aanbidding van vaderland en mensdom is.
(2)Om te seculariseren, door een evenzo hypocriet, frauduleus systeem van "neutralisme", alle openbare en privé-leven en bovenal populaire instructies en opleiding. "Neutralisme" zoals begrepen door le Grand Orient is anti-katholiek en zelfs anti-christelijk, atheïstisch, positivistisch of agnostisch sectarisme in het kleed van neutralisme. Vrijdom van denken en bewustzijn van de kinderen moet systematisch in een kind ontwikkeld worden op school, en beschermd, zo ver mogelijk, tegen alle storende invloeden, niet alleen van de Kerk en priesters, maar ook van de ouders van de kinderen, indien noodzakelijk, zelfs door morele en fysische dwang. Le Grand Orient partij beschouwde het onmisbaar en een onfeilbare zekere weg tot het oprichten van de universele sociale republiek. (6)
Het blijkt dat de Vrijmetselarij een programma in werking heeft gesteld, onder de naam van de "bevrijding van de maatschappij", wiens doel is godsdienst uit te wissen, een programma dat nog steeds uitgevoerd wordt. Dit mag niet verward worden met een model dat probeert de kans te voorzien voor elke burger van éénder welke godsdienst, om zijn geloof vrij te praktiseren. Eerder, het model dat door de Vrijmetselarij voor ogen gezien wordt, is één van de massa hersenspoelingen met het opzet om godsdienst volledig uit de maatschappij te verwijderen en de geesten van individuen en indien nodig zijn aanhangers te vervolgen.
RELIGIEUZE MORAAL IS DE OPLOSSING VOOR ALLE MOEILIJKHEDEN
HET BASISPROBLEEM IS DE AFWEZIGHEID VAN GODSDIENST
Frankrijks beleid om religie uit te roeien begon in de 18de eeuw en heeft nog 3 eeuwen geduurd. Het resultaat is dat het land veranderd is in een natie dat bang is van religie, religieuze moraal en religieuze mensen. In de voorbije laatste jaren, en als resultaat van dit proces, moslims en verschillende andere leden van religieuze organisaties zijn aangevallen geweest. Nochtans is deze angst ongegrond. Eigenlijk is het niet religie, maar de afwezigheid van religie dat zou moeten worden gevreesd. Religieuze moraal brengt vrede, welzijn, rechtvaardigheid en verdraagzaamheid in een maatschappij. In een maatschappij waar het besef van religieuze moraal sterk is, kan geen geweld, ontaarding of angst mogelijk zijn. Daarom is Frankrijks angst niet nodig. In maatschappijen waar oorlog, conflicten, geweld en onrechtvaardigheid heerst, is er geen religieuze moraal.
In een maatschappij ver van religie verwijderd, is het onvermijdbaar dat mensen egoïstisch, onrechtvaardig zijn en ontbreken aan morele goedheid. Alleen de waarden van religie garanderen morele perfectie voor maatschappijen en individuen. Diegene die vertrouwen hebben in God gedragen zichzelf verantwoordelijk, aangezien zij alleen leven om de toestemming van God te verkrijgen en wetende dat zij verantwoording van al hun daden moeten voorleggen. Door God te vrezen, vermijden ze voorzichtig slechte daden, gedragingen en houding, die niet door God geprezen worden. Een maatschappij beheerst door zulke mensen wordt er één die geen sociale problemen ervaart.
Niettemin, een niet-gelovige die faalt te erkennen dat hij uiteindelijk voor zijn daden beloond of gestraft zal worden, zal geen paal en perk aan zijn slechte daden stellen. Ondanks het vermijden van sommige sociaal ongunstige vormen van gedrag, twijfelen vele mensen er niet aan andere slechte dingen te doen als ze ertoe worden aangespoord, ontmoedigd zijn of de kans ertoe krijgen.
In maatschappijen waar er geen godsdienst is, zijn mensen voorbestemd om allerlei immorele daden te begaan. Bv. Een religieus persoon zou nooit omkoopgeld aannemen, gokken, jaloers zijn of liegen, omdat hij zou weten hij achteraf in het hiernamaals voor deze daden verantwoording moet afleggen. Toch, iemand zonder religie is vatbaar om al deze dingen te doen. Het is niet genoeg voor iemand om te zeggen "ik ben net religieus, maar neem geen omkoopgeld aan", of "ik ben niet religieus maar ik gok niet", want een mand die God niet vreest en die niet gelooft dat hij zichzelf zal moeten verantwoorden in het hiernamaals kan éénder welk van deze dingen doen als de situatie of toestand wijzigt. Een persoon die zegt : "ik ben niet religieus, maar ik bega geen ontucht" kan dit doen op een plaats waar ontucht als normaal beschouwd wordt. Of een persoon die zegt geen omkoopgeld aan te nemen, kan zeggen "mijn zoon is ziek en gaat sterven, daarom moet ik dit omkoopgeld aannemen" als hij God niet vreest.
Hoe dan ook een religieus persoon, vertoont zo'n immoraliteit niet, omdat hij God vreest en niet vergeet dat God zowel zijn intenties als zijn gedachten kent.
Een persoon die afstand neemt van religie kan zeggen "ik ben niet religieus maar vergevend. Ik voel noch wraak noch haat." Maar op een dag kan een onaangename gebeurtenis zijn zelfcontrole doen verliezen en het meest onverwachte gedrag vertonen. Hij zou iemand kunnen vermoorden of kwetsen, omdat de moraliteit die hij volgt één is dat verandert naargelang de omgeving en toestanden van de plaats waar hij leeft.
Toch diegene die in God en het hiernamaals gelooft, zal nooit van zijn goede moraal afwijken, niettegenstaande wat de toestanden of omgeving mogen zijn. Zijn moraal is niet wisselend, maar onveranderbaar. God verwijst naar de betere moraal van religieuze mensen in zijn verzen:
(Zij zijn) degenen die het verbond met Allah nakomen en het verbond niet verbreken. En degenen die onderhouden wat Allah heeft bevolen te onderhouden. En zij vrezen hun Heer en zij zijn bang voor de slechte afrekening. En degenen die geduldig zijn bij het zoeken naar het welbehagen van hun Heer, en die de shalât onderhouden en die bijdragen geven van waar Wij hun mee voorzagen, in het verborgene en openlijk. En die door het goede het kwade opheffen. Zij zijn degenen voor wij er de goede eindbestemming is.
(Koran 13: 20-22)
In een omgeving zonder religie is het eerste concept dat uitgeschakeld moet worden dat van de familie. Waarden zoals loyaliteit, trouw, aanhankelijkheid, liefde en respect, dewelke de familie ondersteunen, zijn totaal opgegeven. Men moet zich herinneren dat de familie de basis is van de maatschappij en als de familie uiteenbarst, doet de maatschappij dat ook. Zelfs de staat heeft geen reden tot bestaan, aangezien alle morele waarden die de staat ondersteunen, vernietigd zijn.
Temeer in onreligieuze maatschappijen is er geen reden voor iemand om respect, liefde of medelijden voor iemand te voelen. Dit leidt tot sociale anarchie. De rijken benijden de armen. De armen benijden de rijken. Boosheid ontwikkeld zich tegen diegene die gehandicapt of in nood zijn. Of agressie tegen verschillende naties steekt de kop op. De arbeiders worden agressief ten opzichte van hun werkgevers en vice versa. Vaders keren zich tegen hun zonen en omgekeerd.
De reden voor dit voortdurende bloedvergieten en het "derde pagina nieuws" in de kranten is onreligieus. Elke dag zien we op deze pagina's nieuwsverslagen over mensen die elkaar achteloos vermoorden voor onbeduidende redenen.
Niettemin een persoon die weet dat hij verantwoording in het hiernamaals zal moeten afleggen, kan geen geweer naar iemand anders hoofd richten en hem neerschieten. Hij weet dat God mensen verboden heeft zulke criminele feiten te plegen en zijn angst voor God garandeert dat hij goddelijke vergelding zal vermijden. In de Koran beveelt God mensen om corruptie te vermijden:
En zaait geen verderf op aarde na de verbetering ervan (door de aanwezigheid van de Profeet) en roept Hem aan, (Zijn bestraffing) vrezend en (Zijn Barmhartigheid) begerend. Voorwaar, Allah's Barmhartigheid is dicht bij de weldoeners.
(Koran 7:56)
Het bestaan van religieuze waarden brengt liefde voor God. Deze liefde heeft een overweldigende positieve en aanmoedigende invloed op alle mensen. Om de toestemming van God te verdienen, troosten gelovigen zichzelf op de meest morele manier en houden van en respecteren de ander. In het algemeen genade, verdraagzaamheid en medelijden doordringt de maatschappij.
Gaande in angst voor God, vermijden mensen strikt toe te geven aan immorele en slechte daden. Op deze manier komt elke soort van slechtheid, dat eerder niet kon verhinderd worden, tot een abrupt einde. De geest en warmte van religie vult de atmosfeer.
In maatschappijen waar religie niet indringt, is het een aanvaard feit dat mensen rebels en anarchistisch worden en een positie innemen ten opzichte van hun staat. Niettemin voor diegene die volgens de waarden van religie leeft, zijn de geboden van de staat overheersend. Als het vereist is, zal iemand zijn leven in gevaar brengen voor deze waarden. Voor zo'n persoon, zullen de belangen van zijn staat boven zijn eigen belangen staan. Ze nemen het op voor spirituele waarden en doen hun best om ze te verdedigen.
Onder zulke gunstige omstandigheden wordt een staat regeren vrij gemakkelijk. Het land wordt een veilige en voorspoedige plaats.
De bestuurders van het land behandelen hun burgers op een eerlijke en meedogende manier en zo houden onjuiste praktijken op. Op hun beurt krijgen zij het respect van de burgers. Zulke staten leggen hun basis voorzeker op een onbeweegbare fundering.
In afwezigheid van islamitische moraal, wordt de vader de vijand van de zoon en vice versa, broers maken ruzie, werkgevers onderdrukken hun werknemers. Fabrieken en firma's stoppen met functioneren door de anarchie en de rijken buiten het werk van de arme uit. In het zakenleven proberen mensen elkaar te bedriegen. Wanorde, conflicten en anarchie wordt een manier van leven voor de leden van de maatschappij. De reden voor dit alles is dat mensen geen angst voor God hebben. Mensen die geen angst voor God hebben, voelen zich vrij om onrecht te plegen en twijfelen niet om hun toevlucht te nemen tot extreme vormen van geweld en wreedheid, zelfs moord. Temeer zelfs zonder een gevoel van gewetenswroeging, durven zij openlijk hun gebrek aan spijt betuigen. In tegenstelling, iemand die ervan overtuigd is dat hij eeuwig in de Hel gestraft kan worden, zou nooit zo'n daden stellen. De moraliteit van de Koran maakt alle zulke weerbarstige daden onmogelijk. Alles is gemakkelijk, rustig en op de beste manier behandeld. Geen gerechtelijke dwalingen gebeuren nog en ondertussen hebben politiekantoren en gerechtshoven nog moeite om nog een zaak te vinden.
De vredevolle en aangename gemoedstoestand in alle klassen brengt voorspoed aan de maatschappij als een geheel. Wetenschappelijk onderzoek floreert, er gaat nauwelijks een dag voorbij zonder een nieuwe ontdekking of een technologische doorbraak en het resultaat wordt gebruikt voor het nut van allen. Cultuur bloeit en leiders promoten het publieke welzijn. Deze voorspoed dankt zijn bestaan aan de menselijke geest die bevrijd is van druk. Eens iemands geest in rust, ontwikkelt het een beter denkvermogen en deze gemoedstoestand vergroot de ruimte tot nadenken. Het gevolg is duidelijk en onbeperkt gebruik van het verstand. Het leven volgens goede morele standaards brengt voorspoed aan de mensen; ze slagen in hun zakelijk en commercieel leven. Agricultuur en industrie bloeien. Op alle vlakken van inspanning is er een echte vooruitgang.
De oplossing is evident; zich keren naar God, de Schepper van alles en om waar geluk en rust te bereiken door trouw te blijven aan religie, die God ons aanmoedigt. God heeft ons meegedeeld dat de verlossing in deze wereld is zich te keren naar religie en heeft verheugende tijden gegeven dat zijn oprechte dienaars niet bang zullen zijn, op voorwaarde dat ze Hem gehoorzamen.
En Allah heeft degenen onder jullie die geloven en goede werken verrichten beloofd, dat Hij hen zeker op aarde als gevolmachtigden aanstelt, zoals Hij degenen voor hen als gevolmachtigden aanstelde, en dat Hij hun godsdienst die Hem voor hen behaagde zeker bevestigt, en dat Hij voor hen na hun vrees (door) veiligheid vervangt. Zij aanbidden Mij en zij kennen Mij in niets deelgenoten toe. Maar wie daarna ongelovig zijn: zij zijn degenen die zwaar zondig zijn.
(Koran 24:55)
Daarom moet de Franse maatschappij, voor alle redenen hierboven opgesomd, zoeken naar een oplossing, niet in de afwezigheid van religie, maar in de praktijk van religieuze moraal. De oplossing voor de groeiende conflicten, stijgend geweld en economische ongelijkheid ligt niet in het verbannen van religie; in tegendeel het tegenovergestelde; het moet gezocht worden in een poging om religieuze moraal te verspreiden. Wanneer een natie God vreest, handelt het naar geweten en vertoont medelijden, genade en verdraagzaamheid. Er kan geen twijfel zijn dat het gemakkelijk geweld en vernedering in een maatschappij uitroeit.
1- Pocock, in; Edmund Burke, Reflections on the Revolution in France , ed. J. G. A. Pocock, Indianapolis: Hackett Publishing Company, 1987, pp. 33-38.
2- Compterendu Gr. Or., 1903, Nourrisson, "Les Jacobins", 266-271; The Catholic Encyclopedia , "Masonry (Freemasonry)", New Advent, http://www.newadvent.org/cathen/09771a.htm
3- The Catholic Encyclopedia , "Masonry (Freemasonry)," New Advent, (http://www.newadvent.org/cathen/09771a.htm)
4- The Catholic Encyclopedia , "Masonry (Freemasonry)," New Advent, (http://www.newadvent.org/cathen/09771a.htm#VIII)
5- Nur Safa Tekyeliban, "Taassuba Karsi Mucadele" (Struggle Against Bigotry): From the Speech of Brother Gambetta made on July 8, 1875 in Clémente Amitié Lodge," Dogus Kolu Yilligi: Ankara Dogus Mahfili Çalismalari (Dogus Branch Yearbook: Ankara Dogus Society Studies) , 1962, Kardes Press, Ankara, 1963, p. 19
6- The Catholic Encyclopedia , "Masonry (Freemasonry)," New Advent, (http://www.newadvent.org/cathen/09771a.htm)