logo
HARUN YAHYA
ADNAN OKTAR VERTELT DE MOORDPOGINGEN OP ZIJN PERSOON
ucgen

ADNAN OKTAR VERTELT DE MOORDPOGINGEN OP ZIJN PERSOON

1329

Kocaeli TV, 9 april 2010

PRESENTATRICE: “Mijn waardevolle mentor, moge Allahs vrede met u en uw vrienden zijn.”

ADNAN OKTAR: We alaykum salaam we rahmetullahi we barakatuhu.

PRESENTATRICE: “Op het programma van 6 april heeft u gesproken over moordpogingen op u. Meneer, hoeveel moordpogingen zijn gedaan op u en hoe zijn die verlopen? Kunt u ons dat vertellen inshaAllah?” Serdar Yavuz uit Schotland.

ADNAN OKTAR: MashaAllah, Serdar is dus manhaftig. Hij geniet van de strijd van zijn mentor, net zoals Hz. Ali (ra) genoot toen de verovering van Haybar verteld werd. Ik heb 9 moordpogingen op mijn persoon geteld. Er gebeurde bijvoorbeeld een mooie verwelkoming toen ik naar Ortaköy was gekomen. Ze hadden 7 kogels gevuurd. Grote dank aan Allah, geen enkele trof mij.

Maar dat gebeurt allemaal in het lot, als het leven van een mens beëindigd zal worden nadat hij zijn taak volbracht zal hebben, zal Allah zijn leven niet ontnemen voordat hij zijn taak volbracht heeft. Anders zou ik heel gemakkelijk een martelaar kunnen worden bij een van deze moordpogingen. Ze waren bijvoorbeeld ook ons huis binnengevallen. Vroeger opende ik de deur rechtstreeks zelf. Ik sliep zelfs met de deur open, zodat er verse lucht kon binnenkomen. De deur van ons huis ging al open wanneer erop geduwd werd. Er was geen stevig slotsysteem. Ze kwamen met een dolk van ongeveer deze grootte. Ze kwamen om mij direct te vermoorden, ze gingen mij een martelaar maken, volgens henzelf. Aan de deur staat duidelijk mijn achternaam geschreven, maar ze hadden dat niet kunnen zien, dit is bijvoorbeeld een wijsheid van Allah. Het is een wonder, ze gingen binnen bij de buren. Daar ontstond dan een groot conflict. De buren leven nog, ze kunnen het vertellen. Natuurlijk.

Een keer gebeurde het voor het huis, een man had drugs genomen en wachtte me op met een pistool, 2 dagen, de derde dag vond ik het eigenaardig, ik zei: die auto wacht daar al dagen, wat gebeurt er. We hebben het gemeld aan de 155, de politieagenten zijn gekomen, er zijn meerdere politiewagens gekomen en ze hebben die man meegenomen. Wij zijn jaren later teweten gekomen dat hij daar was voor een moordpoging. Er bestaan een groot aantal incidenten zoals dit.

ALTUĞ BERKER: Ik ben ook getuige van een. Wij waren iets vroeger vertrokken, er wachtte daar een groep in Ortaköy.

ADNAN OKTAR: Ja, wat die honden daar deden. Ze waren voor de deur, daarna belde iemand mij van beneden. “We gingen je vermoorden, deze keer ben je ontsnapt” zeiden ze van achter de struiken. Ze gaven duidelijke details van hoe ze het gingen doen. Ik ging zag aan de voorkant van het huis dat de straathonden zich verzameld hadden aan de ingang van ons huis en ze liepen rondjes, achter elkaar. Dus ze patrouilleerden, de honden patrouilleerden. Was jij in die auto?

ALTUĞ BERKER: Ja, inshaAllah.

ADNAN OKTAR: Je was daar toch? Je hebt de honden ook gezien, of niet?


ALTUĞ BERKER: Ja meneer, ik heb ze gezien.

ADNAN OKTAR: Ze patrouilleerden, ik zei dat er iets bijzonders was en vroeg om verder te rijden. We reden met de auto een ronde en keerden terug langs boven. Ik zei dat die honden ondertussen gekalmeerd zouden zijn en vroeg om eens te gaan kijken wat er aan de hand was. Daar passeerde een politiewagen, herinner je? Ik had het toen over dat alles goed is en dat Allah Ta’ala ons zegeningen geeft. Stop de auto hier, ik zal uitstappen, zei ik. Vroeger stapte ik alleen in en uit, er liep niemand naast mij. Ik stapte uit de auto en ging binnen in het huis. Enkele minuten nadat ik boven was rinkelde de telefoon. Ze gebruikten natuurlijk zeer vuile woorden. Hij zei: “we wachtten je beneden op. We gingen je vermoorden, maar deze keer ben je ontstapt.” Er waren daar struiken, ze hadden zich daar verstopt. Ze dachten waarschijnlijk dat ik alleen ging uitstappen. Ik stapte ook alleen uit, maar ze dachten waarschijnlijk dat jullie zouden wegrijden met de auto en dat ik daar alleen zou achterblijven. Allah Ta’ala liet hen dat niet toe. Kijk, daar inspireerde Allah de honden en ze patrouilleerden daar. Waarom zouden de honden van de straat daar komen? Ik zag voor de eerste keer dat honden patrouilleren. Een hond loopt geen cirkels. Ik weet niet, ik zoiets nog niet tegengekomen.

ALTUĞ BERKER: Dat was iets dat we de eerste keer zagen, meneer.

ADNAN OKTAR: Of niet? Het was raar, het was bizar.

ALTUĞ BERKER: Een andere keer was er weer een groep in Ortaköy, ze werden gearresteerd.

ADNAN OKTAR: Ja, ze waren het huis waar ik naartoe ging binnengevallen met bivakmutsen. Ze braken de deur en gingen naar binnen. Ze deden eigenlijk ook aan afpersing, we hadden hen eerst aangeklaagd. Daarna bemiddelden de politieagenten en zeiden ze: “van afpersing zullen ze nu 25 jaar binnenzitten.” Ze zeiden: “dat zal zeer spijtig zijn, zij zijn onwetend.” Zo trok ik mijn aanklacht in. Eigenlijk hebben ze aan afpersing gedaan. Ze kwamen binnen met geweren, ze namen geld van onze vrienden en dachten dat ik daar ook zou zijn. Die dag was Nuri in de auto, onze Nuri.

ALTUĞ BERKER: Ja, hij was de bestuurder.

ADNAN OKTAR: Nuri, ja. Maar jij was niet in de auto, of wel?

ALTUĞ BERKER: Ik was in het ander huis, meneer, ik weet wat Nuri verteld heeft.

ADNAN OKTAR: In welk huis was je?

ALTUĞ BERKER: Waar het gebeurde.

ADNAN OKTAR: Het huis waar het incident plaatsvond. Ze vielen het huis binnen met een bivakmuts, niet? Ja. Wij reden met de auto en hij sloeg plots een weg in naar boven.

ALTUĞ BERKER: Ja, hij reed naar boven van Akaretler.

ADNAN OKTAR: Ja, hij sloeg die weg in bij het rijden uit Akaretler. Ik zei: “Nuri wat doe je?” Hij zei: “de auto bestuurt mij”, het was de eerste keer dat ik zo een uitdrukking hoorde, “de auto bestuurt mij”. Ik nam dat natuurlijk aan als een grap, hij zei “de auto heeft mij bestuurd.” Een rare uitdrukking. Ik zei dat er een wijsheid achter zou zitten, we gingen van daar naar het huis in Nişantaşı. Dat huis was toch in Nişantaşı?

ALTUĞ BERKER: Ja.

ADNAN OKTAR: Het was in de benedenverdieping, we gingen naar beneden. Na enkele minuten rinkelde meteen de telefoon. Ze zeiden: “Ze hebben hier ingebroken, meneer, in dit huis, kom niet naar hier.” Er was daar een groep met bivakmutsen, een deel wachtte buiten, een deel binnen. Ze waren binnengekomen door de deur te breken. Ze zeiden ook “jullie zijn ons nog geld schuldig” en namen geld mee. Maar we hadden ook geen schulden, dat was een voorwendsel. Onze vrienden hadden hen aangeklaagd bij het politiebureau. Een agent zei: “dit is een zeer groot incident. Er is regelrecht sprake van afpersing, ze zullen minstens 25 jaar opgesloten worden.” Toen hij dat zei, kreeg ik medelijden, ik zei ocharme. We trokken de aanklacht toen in. Dat staat allemaal nog in de archieven van het politiebureau, die agent was toen ook jong, hij is er ook nog. De mensen in het politiebureau kennen dit incident ook.

ALTUĞ BERKER: Er gebeurde ook een keer iets in Ortaköy. Er waren een aantal mensen, de politie had hen toen gevangen en gearresteerd rond Ortaköy, zoals u zich herinnert.

ADNAN OKTAR: Ja, ze achtervolgden ons met de auto. Ze reden achter ons, we stopten voor het politiebureau en zij reden snel weg. Toen we verder reden omdat we dachten dat alles weer normaal was, begonnen ze ons weer te achtervolgen. Wij meldden het met de telefoon aan de politie. De politie sloot alle wegen. Ze hebben hen daar boven gevangen, ergens bij Balmumcu, ja. Overal lichtten er koplampen aan en uit. Ze hebben hen gearresteerd met hun handen op hun hoofd. We hebben hen ook niet aangeklaagd, ze zijn vrijgelaten. Omdat ik medelijden had.

ALTUĞ BERKER: U volgde steeds de weg van het vergeven, meneer.

ADNAN OKTAR: Ja, als ik me zou gebogen hebben over deze incidenten, zouden ze daar wel groot genoeg voor zijn. Ja.

PRESENTATRICE: Ik kan nog een vraag lezen.

ADNAN OKTAR: Oké.

PRESENTATRICE: “As-salamu 'alaykum, meneer.” Alaykum salaam. “Een dag gaf de dochter van mijn tante me een boek dat ze graag las, als geschenk. Dat was uw boek. Het boek handelde over onderwerpen zoals het darwinisme en de percepties van onze hersenen. Toen ik dit boek had gelezen, donderde het in mijn hersenen. Het was alsof de raadsels van mijn vaders boeken over de religie, die ik had gelezen toen ik klein was, opgelost werden. Dat boek was een sleutel en opende de deuren van mijn hersenen. Na die dag begon ik -met de toestemming van Allah- te bidden. De erediensten die ik vroeger gebrekkig verrichtte, verricht ik nu met vreugde. Allah heeft me de goede weg getoond door middel van uw boek. In de media verschenen vele berichten over u. Die verwijten hebben mijn hart verslonden. Moge Allah tevreden zijn over je.” zegt meneer Mehmet Tayfun uit Şanlıurfa.

ADNAN OKTAR: Mehmet, in de islam is er geen verdriet inshaAllah, niet? De moedigen vechten al draaiend, of niet? Er zal niets slechts gebeuren, moslims zullen belasterd worden, verweten worden, aangevallen worden, niet? Een moslim wordt een veteraan of een martelaar. Er is geen verdriet, er is vreugde. Zijn wij ooit verdrietig geweest?

ALTUĞ BERKER: Neen, meneer. Er staat: “een van de twee schoonheden”, het is een van de twee.

ADNAN OKTAR: Natuurlijk. Elke keer werd ik blijer. Bijvoorbeeld die dag dat er kogels gevuurd werden, werd ik behoorlijk blij. Ik vond dat zeer leuk. Ik houd zeer veel van zulke levendige, spannende omgevingen. InshaAllah. Want we verdienen goede daden, het tonen van moed geeft de moslims verdiensten. Het doel was dat ik niet teveel zou rondlopen, ze wouden mij bang maken. Integendeel, om hen te plagen stond ik ‘s morgensvroeg om 05.30 of 04.30 op, toen het nog donker was. Ik ging tot aan de moskee van Ortaköy, beneden, langs de zijstraten. Van kom maar schieten, hoe jullie dat ook zullen doen. Ik ging alleen, met mijn hoofd omhoog. Ik stapte met mijn borst vooruit. Ze konden me niets doen. Zoiets kan niet. Waarom kan dat niet?

PRESENTATRICE: Zolang Allah het niet wil, kan dat niet.

ADNAN OKTAR: Het kan niet. Want ik heb een levensduur en een taak die bepaald zijn door Allah. Voordat ik die volbracht heb, kan niemand mij vermoorden. En de maatregel kan het oordeel niet voorkomen. Moet ik mij dan thuis gaan verstoppen? Moet ik daar wachten? Als dat bestemd is, zal die man binnen mijn huis komen, is dat een probleem? Een mens komt zeker ooit buiten. Dus omdat het daar niets mee te maken heeft, nam ik juist een dergelijke uitdagende houding aan.

ALTUĞ BERKER: De marxisten hadden het op het raam van het café geschreven, meneer. U had het verteld.

ADNAN OKTAR: Ja, in Ortaköy was het raam van het café vervuild van het stof en ze schreven daar “Adnan Oktar 1956 Ankara”. Ik was daar nog maar pas en ze deden dat direct om aan te tonen van “we hebben je opgenomen in onze lijst”. Dicht bij dat café hadden de communisten een boekhandel en ik ging speciaal daar boeken gaan kopen. Dus ik ging het halen van binnen hun gebied om hen te tonen dat ik mij daar niet van weerhield. Iedereen kent die tijden.

ALTUĞ BERKER: Het was bovendien ‘79, hoeveel mensen stierven toen niet dagelijks van de terreur?


ADNAN OKTAR: Ja. Toen kenden ze mij niet, ze begrepen niet van waar mijn moed kwam.
 


DEEL
logo
logo
logo
logo
logo