· Hoe is de ongeldigheid van de schedel aangetoond over de bewering van de overgangsvorm van de schedel?
· Hoe hebben de wetenschappers toegegeven dat er geen bewijs is van een tussenvorm voor het menselijke evolutie?
· Hoe is het toch bewezen dat de Java mens tot een menselijke ras behoorde, terwijl de evolutionisten beweerden dat het de voorouder van de mens was?
Omdat het darwinisme geen wetenschappelijke basis en geen wetenschappelijke bewijzen heeft proberen ze door verzonnen bewijzen voorstanders te krijgen. Om dit te kunnen doen is het voor hen voor de hand liggende materialen voor speculatie voldoende. De darwinisten nemen, om te kunnen speculieren, van de de uitgestorven soorten de fossielen en zetten dit in elke vorm om dit als een geschikt materiaal voor hen ideologieën te gebruiken. Een van de belangrijkste bewijs van hen fraude is de Coelacanth. Dat als bewijs werd gebruikt van de fictieve overgang van zee naar land. We kunnen vandaag de dag nog de Coelanth als levende voorbeeld in de zeeën zien. De darwinisten proberen dezelfde tactiek ook te gebruiken bij andere levende wezens en mensen. Alle fossielen wat ze hebben verkregen worden naar zienswijze gecategoriseert en laten volgens hun eigen denkbeelden dit als een overgangsvorm zien. Echter, alle fossielen die als tussenvorm worden genoemd behoren net als de Coelanth tot de perfecte en foutloze wezens.
De Zogenaamde Overgangsvormen Werden Als Wetenschappelıjke Lıteratuur Geplubıceerd
Er is wetenschapelijk bewezen dat de fossielen die als tussenvorm werden getoond tot de uitgestorven complexe organismen behoren. Als het onderwerp op het gebied van menselijke evolutie is, zijn de speculere materialen in het algemeen van uitgestorven apen of menselijke stammen die in het verleden hebben geleefd. Tot nu toe zijn alle voorgestelde tussenvormen gebaseerd op deze speculatie methodes. Bijvoorbeeld de schedels wat de darwinisten als voorbeeld van de menselijke schedel probeerden te laten zien is duidelijk wetenschappelijk bewezen dat ze tot de uitgestorven aap of tot het menselijke ras behoren. De schedels zijn later uit de wetenschappelijke literatuur behaald:
· De fossiel dat in 1891 werd ontdekt wat de naam Java man kreeg en de fossiel dat in 1923 werd ontdekt en dat bekend is als de Peking man werd in 1939 begrepen dat het een valse tussenvorm was.
· De tand fossiel wat ze in 1922 als grootste bewijs lieten zien en de naam Nebraska man gaven, kwamen ze in 1927 tot de ontdekking dat de tand tot een wilde zwijn behoorde.
· Het fossiel Zinjanthropus dat in 1959 werd ontdekt werd later begrepen dat het een gewone aap fossiel was en werd in 1970 uit de literatuur gehaald.
· De Ramapithecus dat in 1930 werd gevonden en 50 jaar lang als tussenvorm werd gepresenteerd werd in 1981 geannuleerd toen er werd begrepen dat het een gewone baviaan soort was.
· Lucy dat in 1974 in Afrika werd gevonden werd in de studies van 1999-2000 de ongeldigheid van dit fossiel verklaard en werd uit het wetenschappelijke literatuur gehaald.
· De schedel dat werd gevonden in 1924 en de naam Taung kind kreeg werd in 1954 geannuleerd toen ze er achter kwamen dat de schedel tot een jonge gorilla behoorde.
· Er werd geprobeerd om te laten zien dat de Turkana kind fossiel tot het soort Homo Erectus behoorde dat in 1984 werd ontdekt. Echter bleek later dat het fossiel tot een 12 jarige kind behoorde en dat als die zou groeien 1,83 m zou worden. De rechtopstaande skelet van het fossiel verschilt niet met de mens van vandaag. Er werd begrepen dat alle speculatie over het fossiel vals was.
De Evolutıonaıre Wetenschappers Geven Toe: ‘’Er Is Geen Overgangsvorm’’
De evolutionist L.B. Halstead aan de Reading universiteit van de geologie afdeling, had in het tijdschrift Nature verklaard dat de fossielen die tot nu toe als bewijs van de menselijke evolutie werden getoond, geenszins een bewijs is voor het menselijke evolutie. Dat de darwinisten geen enkel voor de hand liggende bewijzen hebben worden met deze woorden toegegeven:
‘’Dit werkelijkheid laat de maatschappij zien dat er geen directe fossiel is van de voorouder van de mens’’…een feit wat jarenlang wordt bepleit door de gelovigen die in de schepping geloven.’’ (L. B. Halstead “Museum of Errors”, Nature, 20 november 1980, p. 280 - Nicholas Comninellis, Creative Defense, Evidence Against Evolution, Master Books, 2001, p. 180)
De bioloog Lyall Watson zegt in zijn volgende woorden over de darwinisten die in hun handen geen enkel fossiel hebben over de evolutie van de mens:
‘’De apen van nu lijken bijvoorbeeld te ontstaan uit het niets. Er is ook geen enkel fossiel opgenomen. Als we eerlijk moeten zijn voor ons zelf is het ook een mysterie over de werkelijke oorsprong van de mens. Een mysterie over dat een mens rechtop kan lopen, onbehaard is, die gereedschappen kan maken en grote hersenen heeft.’’ (Lyall Watson, “The Water People”, Science Digest, vol. 90, no. 5, Mei 1982, p. 44 - Nicholas Comninellis, Creative Defense, Evidence Against Evolution, Master Books, 2001, p. 181)
Hoewel Lyall Watson de feiten niet duidelijk uitdrukt en dit als’’een mysterieus probleem’’ van de menselijke oorsprong classificeerd, is de oorsprong van de mens duidelijk. Net als alle andere levende wezens is de mens ook door God geschapen en alle concrete wetenschappelijke bevindingen bevestigen dit feit.
Een Ander Dılemma Van De Evolutıonısten: Tımıng Probleem
De data van de evolutie dat zogenaamd door de evolutionisten is toegewezen wordt voortdurend teruggetrokken. Ze zijn gedwongen om de vorderingen voortdurend te veranderen, zodra ze zien dat de fossielen de evolutie afwijzen Bijvoorbeeld de 200 miljoen jaar oude menselijke voetafdrukken dat in de lagen is gevonden evenals de menselijke botten die afkomstig zijn van de Kretase periode van (144-65 miljoen jaar) geleden toont de 100 miljoen jaar menselijke geschiedenis. We zien zonder twijfel een groot verschil wanneer er rekening wordt gehouden van de tijd periode van 50.000 jaar die door de evolutionisten is vastgelegd. De nieuwe fossielen die op augustus 2007 werden verklaard en door de darwinisten werden gedefinieerd als de Homo erectus en de Homo Habilis soorten, laten zien dat ze in dezelfde periode naast elkaar hebben geleefd. De timing probleem is een van de andere belangrijkste factoren over de denkbeeldige evolutie van de mens die de darwinisten een dilemma verzorgen.
Ondanks al deze feiten blijven de darwinisten de valse fossielen als wetenschappelijk bewijs vertonen en proberen de menselijke evolutie mythe tot werkelijkheid te brengen. Hoewel het wetenschappelijk ongeldig is bewezen worden deze fossielen nog steeds in de wetenschappelijke literatuur en schoolboeken gebruikt en misleiden de mensen. De auteur Hank Hanegraaf verklaart dit bedrieglijke methode als volgt:
‘’Het is algemeen bekend dat de Java mens door de Nederlandse Eugene Dubois in 1891 in een van de eilanden in Java werd gevonden. Een ding wat weinig bekend is, is dat een deel van de schedel van de Java mens, een dijbeen en drie tanden door een zeer grote fantasie is gevormd. Een meer veronrustend feit is dat de dijbeen 50 voet (15 km) verderop lag en een jaar later is gevonden.’’
Er werd geprobeerd tijdens een onderzoeksproces de hypothese van de Java mens te tonen door 19 vastbesloten evolutionisten bij een expeditie dat bekend is als de Selenka expeditie. Echter in het wetenschappelijk rapport van 342 pagina’s dat werd opgesteld door de evolutionisten werd duidelijk vermeld dat de Java man geen enkel rol had gehad bij de menselijke evolutie. (Hank Hanegraaff, Fatal Flaws "What Evolutionists Don't Want You To Know", W Publishing Group, 2003 p. 32-33)
Zo zijn de darwinistische publicaties een onderdeel geworden van de darwinistische misleiding. In de darwinistische boeken die geschreven zijn door vooraanstaande professoren en wetenschappers worden deze valse scenario’s wat geheel gebaseerd is op bedrog herhaald. In plaats van dat de werkelijke wetenschappelijke feiten worden verteld. Om deze misleiding te kunnen handhaven wordt het nog steeds tot de aandacht gebracht terwijl de schedels uit de literatuur zijn gehaald en de ongeldigheid wetenschappelijk is bewezen. De evolutionist zoölog Robert Martin zegt over dit onderwerp in de New Scientist Magazine:
‘’In de afgelopen jaren hebben verschillende auteurs populaire boeken geschreven over het menselijke oorsprong. Ieder van hen zijn gebaseerd op fantasieën en subjectiviteit in plaats dat ze gebaseerd zijn op feiten en objectiviteit.’’(Robert Martin, “Man Is Not An Onion”, New Scientist, 4 Augustus 1977, p. 283 en 285 - Nicholas Comninellis, Creative Defense, Evidence Against Evolution, Master Books, 2001, p. 181)
Er is geen een schedel of zelfs een botstuk die de darwinisten als bewijs voor het menselijke evolutie kunnen tonen. Deze feiten kunnen de darwinisten maar niet bekennen en proberen door een belabberde methode door valse tussenvorm fossielen te laten zien en zo door te gaan met hun bedrog.
Ook al geven de Darwinisten toe of niet, alle fossielen die worden gevonden onthullen elke keer hetzelfde resultaat: ALLE SCHEPSELEN ZIJN PERFECT, ZIJN PLOTSELING VERSCHENEN EN ZIJN UIT HET NIETS ONTSTAAN. ZE ZIJN NOOIT VERANDERT, ZOALS DE EVOLUTIONISTEN BEWEREN IS ER NIET EENS EEN VOORBEELD VAN EEN FICTIEVE TUSSENSTADIUM. ONZE ALMACHTIGE HEER, HEERSER VAN ALLES, HEER VAN DE WERELDEN, HEEFT ALLE LEVENDE WEZENS UIT HET NIETS GESCHAPEN. Dit feit wordt vermeld in een vers:
Allah is Hij Die de zeven hemelen schiep, en van de aarde desgelijks. Het gebod daalt in hun midden neder, opdat gij moogt weten dat Allah macht heeft over alle dingen, en dat Allah alle dingen in zijn kennis omvat. De Scheiding (At-Talaaq, 12)
Het verhaal van de menselijke evolutie is niet gebaseerd op enig wetenschappelijk bewijs. De tekeningen van de half mens half aap dat in de aandacht van de media wordt gebracht is niets anders dan een verbeelding van de evolutionisten.
De Java Mens Fossıel Behoord Tot De Uıtgestorven Mensen Ras
Alle fossielen van de Java man die bekend is als de (Pithecantropus erectus) werd door Eugene Dubois gevonden. De gevonden fossielen bestaan uit; een grote en twee kleinere kiezen, een half schedel en een dijbeen. Wanneer Dubois suggereerde dat de gevonden fossielen tot de Java mens behoorde had iedereen verschillende verklaringen afgelegd. De Britse zoölogen beweerden dat deze fossielen tot de mens behoorden, de Duitsers tot de mensachtige aap en de Fransen beweerden dat het een overgangsvorm was tussen een breedgebouwde aap en een mens. Dubois suggereerde dat de dijbeen en de schedel van dezelfde lichaam deel uitmaakten. Echter de beroemde anatoom Sir Arthur Keith maakte duidelijk dat de schedel niet tot een aap behoorde, omdat de structurele kenmerken wat de apen hebben voor het krachtig kauwen niet bij deze gevonden schedel was. Keith zei dat deze schedel zeker tot een menselijke schedel behoorde.
Een andere bevinding van de onzin over de aap mens van Dubois kwam van de antropoloog dr. Walkhoff. Walkhoff had op een droge plaats van de solorivier 2 miil verderop een bovenste deel van een menselijke kies gevonden. Het fossiele kies behoorde tot een mens dat zelfs nog tot een oudere tijdperk behoorde dan de periode van de Java mens. Elk van de deskundigen vormden een evolutionaire team die voor het bewijzen van de evolutie fossielen zochten. Echter prof. Selenka de hoofd van het team kwam tot de conclusie dat de mens en de Java mens in dezelfde perioden hadden geleefd en zodoende geen verband was tussen de evolutie van de mens en de Java mens. In het laatste deel van het rapport, verontschuldigde dr. Max Blackenhorn (secretaris van het Project) zich aan zijn lezers, omdat de bevindingen van de thesis van Dubois was weerlegd in plaats van dat het werd goed gekeurd.
Uit dit alles bleek dat de Java mens dat werd afgebeeld als een aap mens niet verschilde met de mens van vandaag.Het enige dat kan worden voorgesteld van de Java mens is misschien het volume van de schedel wat kleiner is. Maar ondanks dit zijn er vandaag de dag nog rassen die een kleinere schedel hebben. Bovendien leven de oorspronkelijke bewoners (de aboriginals die zich tussen deze rassen bevinden) in Australië wat heel dicht bij het eiland Java bevind. Als we aan dit denken dan zien we een zekerheid dat de Java mens tot het menselijke ras behoord.