EXPERİMENTEN BİJ CERN VERKLAART CREATİE
Voorzeker Wij bouwden de hemel door Onze macht en waarlijk Wij zin het, Die hem hebben uitgebreid. (De Winden die verspreiden, Az-Zaari’jaat 47)
In het algemeen wordt er verondersteld dat met de oerknal (big bang) alle elementaire deeltjes in het heelal plotseling zijn gaan uitbreiden. Maar hoe kan het zijn dat alle deeltjes in de universum tegelijkertijd uitbreiden? Wie geeft het bevel? (Andrei Linde, hoogleraar kosmologie)
Onze Heer heeft in alle opzichten de Gouden Eeuw voor de Islam geschikt gesteld. Een van deze aspecten zijn het op wetenschappelijke ontwikkelingen. De moderne fysica, heeft de bijgelovige veronderstellingen van de filosofen wetenschappelijk bewezen en de details van de prachtige kunst van de schepping van onze Heer laten zien. Cern is een Europese organisatie die fundamenteel onderzoek doet naar elementaire deeltjes. Het is wereldsgroot waar interessante experimenten worden uitgevoerd.
De organisatie is gehuisvestigd ten westen van Geneve op de grens van Frankrijk en Zwitserland. Het bevind zich 100 meter onder de grond en is ontworpen in de vorm van een cirkel van 27 km lang. In de ringvormige buizen worden de elementaire deeltjes genoemd protonen in tegengestelde richtingen van elkaar versneld. Wanneer de snelheden van de deeltjes die van tegenovergestelde richtingen worden voortbewogen en een voldoende hoog niveau energieën bereiken worden ze op elkaar gebotst. Als gevolg van deze botsing komt er een enorme energie vrij en worden er vele elementaire deeltjes gevormd. De wetenschappers, geven aan dat de hoge botsingsenergieën een inzicht geven in het gedrag van de elementaire deeltjes van de eerste minuten van het heelal, dat veel op de creatie van het heelal, wat door onze Heer is gecreëerd lijkt. Onderzoekingen van de eerste minuten leert ons de details van de oerknal, waar ook antwoorden worden gezocht voor de fysieke problemen van de hedendaagse theoretische fysica. De CERN laboratorium is gemaakt om een idee te krijgen van dit moment. In verschillende aparte gebieden van de CERN laboratorium worden deeltjes met grote snelheden op elkaar gebotst. Dit zijn de CMS, ATLAS, ALİCE, en LHCB gebieden. Natuurkundigen onderzoeken hoe het eerste moment van het heelal na de oerknal kort erna uitzag, door te kijken naar deze nieuwe elementaire deeltjes. Zo proberen ze een idee te krijgen. Deeltjes genaamd protonen in de CERN worden in buisvormige structuren versneld. Deze deeltjes worden in bepaalde gebieden van de cirkel van 27 km lang op elkaar gebotst. Als gevolg van dit komt er een enorme energie vrij en worden er talloze deeltjes gevormd. Door het meten van de energie en de snelheid van deze deeltjes proberen de natuurkundigen een gedetailleerde idee te krijgen over de schepping van het heelal. Wetenschappers van CERN doen waarnemingen door versnelde protonen met een hoge belastbare energie op elkaar te botsen. Naast dit worden er ook antwoorden gezocht op de hedendaagse theoretische fysica problemen zoals; donkere materie, snaartheorieen, kleine zwarte gaten, antimaterie en of er ook andere ruimtelijke dimensies zijn. Schepping van het heelal was een eeuw geleden door een belangrijk deel van de astronomen een niet gewaardeerd concept. De reden was dat in de 19e eeuw werd veronderstelt dat het heelal altijd al had bestaan.
De meeste wetenschappers die het heelal onderzochten, vergisten zich door te denken dat materie altijd al had betsaan en kwamen nooit op het idee dat het heelal met de explosie van een oeratoom was begonnen. Het idee dat het heelal altijd al had bestaan kwam het westerse denken gezamenlijk met het materialistische filosofie binnen. Deze materialistische filosofie wat zich in het oude griekenland had ontwikkeld, beweerde dat er alleen materie was en dat de heelal van de eeuwigheid kwam en tot de eeuwigheid zal gaan. Eigenliik was materialisme in de middeleeuwen door de kerk wat toen domineerde opgeschort. Maar na de renaissance werden de westerse wetenschappers en filosofen nieuwsgierig naar de oude Griekse bronnen en hernieuwde de belangstelling voor materialisme zich opnieuw. De eerste persoon die het materialistische begrip verdedigde in de nieuwe tijd was de Duitse filosoof Immanuel Kant. Kant beweerde dat het universum altijd al had bestaan en in dit onenigheid alles mogelijk kan zijn. De volgelingen van Kant, bleven het idee van een oneindig heelal samen met materialisme verdedigen. In het begin van de 19e eeuw, werd er beweerd dat er geen oerknal was dus ook geen schepping. Dit werd door grotendeels aanvaard. De dialectische materialisten zoals Karl Marx, Friedrich Engels verdedigden sterk deze bewering en kwam tot aan de 20e eeuw. De Duitse filosoof Immanuel Kant was de eerste persoon die ‘’het oneindig universum’’ in de nieuwe tijd tot woord bracht.
Alleen al wetenschappelijke bevindingen zorgden ervoor dat de beweringen van Kant ongeldig werden verklaard. Dit ‘’oneindig universum’’ idee is altijd genesteld geweest met atheisme. Omdat het universum een begin heeft bewijst dit al dat het door onze Heer is geschapen. De enige manier om dit idee tegen te gaan was om te beweren dat het universum al sinds de eeuwigheid bestaat. Terwijl er totaal geen wetenschappelijke feiten waren. De persoon die dit aanhoudend beweerde was George Politzer die midden van de 20e eeuw met zijn geplubiceerde boeken bekend werd als een sterke verdediger van materialisme en Marksisme. Politzer beweerde in zijn boek ‘’ Elementary Principles of Philosophy’’ dat het universum niet was gecreëerd. Door te vertrouwen op het oneindige universum was hij tegen de schepping. Om toe te geven dat het universum is gecreëerd betekent dit dat op een moment uit het niets iets is ontstaan. Om de schepping te accepteren, moeten we eerst, het bestaan van een moment dat er geen universum bestond accepteren en daarna aanvaarden dat er uit het niets iets is uit gekomen. Dit is wat de wetenschap niet kan aanvaarden. Wanneer Politzer, het idee van een eeuwig universum tegen de schepping steunde, vergiste hij zich en dacht dat de wetenschap aan zijn kant stond.
Terwijl de wetenschap al snel had bewezen dat er sprake was van een oerknal. Politzer gaf dat later ook toe ‘’als het daadwerkelijk zo was geweest dan zouden we moeten erkennen dat er een schepper is’’.