Het heelal is in een moment gecreëerd door het bevel ‘’Wees’’ van God . Ondanks dat het heelal in zo’n korte tijd is gecreëerd, beschikt het over een prachtige diversiteit en harmonie. Het is voor de mensen een grote zegen dat God het heelal heeft gecreëerd, want dit laat zien dat wij onder de controle zijn van de Alwetende God.
Het universum, dat de ruimte en alle dingen omhult, beschikt over een onberispelijke creatie, weergaloze systemen en omvat onze aarde met een balans en orde, voorzien van al de omstandigheden die nodig zijn om leven in stand te houden. Alle wetenschappelijke bevindingen in de 20e en 21e laten zien dat het universum het gevolg is van een vlekkeloze creatie. De enige waarheid die door de wetenschap is onthuld, is dat de Almachtige en Alwetende God het universum heeft geschapen.
De wetenschappers hebben berekend dat de leeftijd van het heelal 13,8 miljard is. Deze berekening is echter gebaseerd op de link tussen de snelheid van het licht en de afstand, waardoor er vanaf de aarde een afstand van 13,8 miljard lichtjaar waargenomen kan worden. Dit kan vergeleken worden met een schip die midden in de oceaan ligt, en waarop alleen een bepaalde afstand kan worden waargenomen. Op dezelfde manier zijn wetenschappers in staat om met hun telescopen vanaf de aarde een afstand van 13,8 miljard lichtjaar te zien. Zoals blijkt uit het woord ‘’waarneembaar’’, zijn wij nog altijd onwetend over het bestaan van een gebied voorbij die afstand. Het is voor ons daarom onmogelijk om definitieve informatie over de leeftijd en de grootte van het heelal te verkrijgen. Het wetenschappelijk bewezen feit is echter dat het heelal, welke wij nog altijd niet kunnen observeren, continu aan het uitbreiden is. Een andere interessante eigenschap van het heelal, wiens leeftijd we niet in staat zijn te berekenen, is dat het uit het niets is gecreëerd door de explosie die beter bekend is als de “Big Bang”. Het heelal welke we niet kunnen waarnemen en wiens leeftijd we niet weten,, blijft in een perfecte orde voortbestaan door het bevel van onze Almachtige Heer. Bij het onthullen van deze weergaloze creatie van het heelal, herinnert God ons ook aan Zijn grootheid:
Zien degenen die ongelovig zijn niet dat de hemelen en de aarde als een samenhangende massa waren en dat Wij hen beide van elkaar hebben gescheiden en dat Wij alle levende dingen uit water hebben gemaakt? Zullen zij dan niet geloven? (Soera Al-Anbiya, 30)
Een grote ster vernietigt zichzelf met een grote explosie en de stof binnen deze ster verspreidt zich met een grote snelheid in alle richtingen. Het licht dat tijdens deze uitbarsting vrijkomt is duizend keer sterker dan de normale straling van de ster. Een ster die op deze manier explodeert wordt een Supernova genoemd.
Astronomen schatten dat deze explosies ervoor dienen om materie in het heelal van het ene punt naar het andere te vervoeren. Stellaire resten van een ster die zich na de explosie verspreiden, worden verondersteld zich te verzamelen in andere uithoeken van het heelal om nieuwe sterren en sterrenstelsels te vormen. Volgens deze hypothese zijn de zon en de planeten binnen het zonnestelsel en natuurlijk ook onze aarde, allen als gevolg van een supernova-explosie in het verre verleden ontstaan.
Het verbazingwekkende is echter dat supernova’s, die op het eerste gezicht uitzien als gewone explosies, in werkelijkheid rond zeer gevoelige balansen zijn opgebouwd. Zoals Michael Danton schrijft in zijn boek, Nature’s Destiny (Het lot van de natuur):
De afstand tussen de supernova’s en zelfs tussen alle andere sterren is van cruciaal belang. De afstand tussen de sterren in ons melkwegstelsel is ongeveer 30 miljoen mijl. Als deze afstand iets kleiner zou zijn, dan zouden de banen van de planeten onstabiel worden, en als deze afstand iets groter zou zijn, dan zouden de overblijfselen van een geëxplodeerde supernova zo rommelig zijn dat er geen vergelijkbare planetaire systemen, zoals die van ons, zouden hebben kunnen ontstaan. Als het heelal een geschikte ruimte moet zijn voor het leven, dan moeten de supernova-explosies met een specifieke snelheid plaatsvinden en de afstand tussen hen, en tussen alle andere sterren, moet een specifieke afstand zijn. Deze afstand is ook de afstand die op dit moment wordt waargenomen. (Michael Denton, Nature’s Destiny, pag. 11)
Een van de gebieden waar we de orde in het heelal heel duidelijk kunnen waarnemen is het zonnestelsel, de thuisbasis van onze aarde. Er zijn acht verschillende planten in het zonnestelsel en 54 afzonderlijke satellieten die afhankelijk zijn van deze planeten. In volgorde van hun nabijheid tot de zon worden deze planten Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus genoemd. Tussen deze planeten en de 54 satellieten is de aarde de enige planeet die een geschikte oppervlakte en atmosfeer heeft om te kunnen leven.
Wanneer we de structuur van het zonnestelsel onderzoeken, komen we weer een opmerkelijke evenwicht tegen. Het effect waarmee de planeten worden beschermd tegen het wegslingeren naar de ijzige diepten van het heelal, is het evenwicht tussen de ‘’zwaartekracht van de zon” en de ‘’centrifugale kracht’’ van de planeten. Vanwege zijn grote zwaartekracht trekt de zon de planten naar zich toe, terwijl de planeten hieruit proberen te ontsnappen door de centrifugale kracht die opgezet wordt doordat de planten om hun baan draaien. Als de planeten echter iets langzamer zouden draaien, dan zou de zon met zijn aantrekkingskracht de planeten naar zich toe trekken en deze met een grote explosie verzwelgen.
Het tegenovergestelde zou ook mogelijk kunnen zijn. Als de planeten sneller om de zon zouden draaien, dan zou de aantrekkingskracht van de zon niet krachtig genoeg zijn om de planeten in bedwang te houden. De planeten zouden dan naar de leegtes van het heelal worden weggeslingerd. Toch is dit zeer gevoelige evenwicht opgezet, waardoor het systeem blijft voortbestaan omdat het door dit evenwicht wordt onderhouden.
Op dit punt moet ook rekening worden gehouden met het feit dat het evenwicht in kwestie voor elke planeet afzonderlijk is ingesteld, omdat de planeten op uiteenlopende afstanden van de zon liggen. Bovendien is hun massa ook heel verschillend. Elke planeet moet daarom verschillende omloopsnelheden hebben om niet weggeslingerd te worden in de ruimte of een duik te nemen in de zon. De Almachtige God legt in Zijn vers deze perfecte orde die Hij heeft geschapen als volgt uit:
De zon mag de maan niet achterhalen noch kan de nacht de dag voorbijstreven. Zij zweven allen in hun eigen baan. (Soera Yaasien, 40)
Elk van deze planten, groot of klein, vormt een onderdeel dat van cruciaal belang is voor deze orde in het heelal. Noch hun positie in de ruimte noch hun banen zijn willekeurig. Integendeel, zij allen zijn gecreëerd met een groot aantal details, waarvan we sommige kennen en andere niet, en voor een specifiek doel. Van alle factoren die van invloed zijn op het evenwicht van het heelal, zou slechts een minuut veranderding in de stand van de planeten voldoende zijn om al deze aan elkaar verwante evenwichten te verstoren. Dit evenwicht is echter onfeilbaar, en de perfecte orde in het heelal blijft hierdoor onafgebroken voortbestaan. Dit is de smetteloze creatie van de Almachtige God.