Veertien eeuwen geleden, zond God de Koran naar beneden als een gids voor de hele mensheid.
Op dat moment was de Arabische gemeenschap in een staat van volledige ontaarding, chaos en onwetendheid. Het was een barbaars volk dat zelfgemaakte afgodsbeelden aanbad, ze geloofden dat oorlog voeren en bloedvergieten deugdzaam waren en ze waren zelfs in staat om hun eigen kinderen te doden. Ze hadden weinig interesse in intellectuele aangelegenheden, laat staan een wetenschappelijke kijk op de natuurlijke wereld.
Hoe dan ook, door de Islam leerden zij menselijkheid en beschaving. Niet alleen de Arabieren maar alle gemeenschappen die de Islam aanvaardden, ontsnapten aan de duisternis van de eeuw van onwetendheid en werden verlicht door de goddelijke wijsheid van de Koran. Onder de functies, die de Koran aan het mensdom bracht, was één ervan het wetenschappelijk denken.
Het Wetenschappelijk Voorbeeld in de Koran gegeven:
Het ontstaan van de wetenschappelijke gedachte is het gevoel van weetgierigheid. Omdat mensen zich afvragen hoe het universum en de natuur werken, onderzoeken ze en krijgen ze interesse voor wetenschap. Maar de meeste mensen ontbreekt het aan weetgierigheid. Voor hen zijn de belangrijke dingen niet de geheimen van het universum en de natuur, maar hun eigen kleine wereldse voordelen en pleziertjes. In gemeenschappen waar de leiders op deze manier denken, ontwikkelt de wetenschap zich niet. Doelloosheid en onwetendheid heersen.
De Arabische gemeenschap vóór de Koran was van dit type. Maar de verzen van de Koran riepen hen op om na te denken, om te onderzoeken en om hun verstand te gebruiken, misschien voor de eerste keer in hun leven.
In één van de eerste geopenbaarde verzen van de Koran, trok God de aandacht van de Arabieren op de kameel, een deel van hun dagelijks leven:
Kijken zij dan niet naar hoe de kamelen zijn geschapen?
En naar hoe de hemel opgeheven is?
En naar hoe de bergen stevig gegrondvest zijn?
En naar hoe de aarde uitgespreid is?
Waarschuw daarom: voorwaar jij (O Moehammad) bent slechts een waarschuwer. (Koran, 88: 17-21)
In vele andere verzen van de Koran, worden mensen opgedragen om de natuur te bestuderen en ervan te leren omdat mensen alleen God kunnen leren kennen door Zijn scheppingen te onderzoeken. Daarom worden de Moslims, in een vers van de Koran, als mensen die nadenken over de schepping van de hemelen en aarde omschreven:
Degenen die Allah gedenken terwijl zij staan en zitten en op hun zij liggen en nadenken over de schepping van de hemelen en de aarde, (zeggend:) “Onze Heer, U heeft dit (alles) niet voor niets geschapen, glorie zij U, bescherm ons dus tegen de bestraffing van de Hel. (Koran, 3: 191)
|
Een vroeg manuscript van de Koran.
Bijgevolg is het interesse hebben voor wetenschap een erg belangrijke vorm van aanbidding voor een Moslim. In vele verzen van de Koran, draagt God Moslims op om de hemelen, de aarde, de levende dingen of hun eigen bestaan te onderzoeken en er erover na te denken. Als we naar de verzen kijken, vinden we aanwijzingen van alle hoofdtakken van de wetenschap in de Koran.
Bijvoorbeeld, in de Koran, moedigt God de wetenschap van de astronomie aan:
Degene Die zeven hemelen in lagen heeft geschapen. Jij ziet in de schepping van de Erbarmer geen onevenwichtigheid. Kijk dan nog een keer, zie jij een afwijking? (Koran, 67: 3)
In een ander vers van de Koran, moedigt God het onderzoek van astronomie aan en de samenstelling van de aarde, bekend als de wetenschap van de geologie:
Kijken zij dan niet naar de hemel boven hen, hoe Wij die gebouwd hebben en hoe Wij die versierd hebben en hoe die geen enkele scheur heeft? En hoe Wij de aarde uitgespreid hebben en Wij daarop stevige bergen geplaatst hebben en Wij daarop allerlei mooie gewassen deden groeien? Als lering en herinnering voor iedere berouwvolle dienaar. (Koran, 50: 6-8)
In de Koran, moedigt God ook de studie van de plantkunde aan:
Hij is Degene Die water uit de hemel doet neerdalen en Wij laten daarmee allerlei soorten gewas voortkomen, waaruit Wij groenten laten voortkomen (en) waaruit Wij dikgepakt graan laten voortkomen en uit de dadelpalmen, uit de kolf ervan, laaghangende dadeltrossen; en tuinen met druivenstruiken en olijfbomen en granaatappelbomen, gelijksoortig en niet gelijksoortig. Beziet hun vruchten wanneer zij vrucht dragen en (beziet) hun rijping. Voorwaar, daarin zijn Tekenen voor een volk dat gelooft. (Koran, 6:99)
In een ander vers van de Koran, trekt God de aandacht naar de dierkunde:
En voorwaar, voor jullie is er in het vee zeker een lering... (Koran, 16:66)
Hier is een Koranvers over de wetenschappen van archeologie en antropologie:
En reizen zij (ongelovigen) niet op aarde, zodat zij zien hoe het einde was van degene vóór hen? (Koran, 30: 9)
In een ander vers van de Koran, trok God de aandacht om bewijs van God in het eigen lichaam en geest van een persoon te bewijzen:
En op de Aarde zijn Tekens voor de overtuigden. En ook in jullie zelf, zien jullie dan niet? (Koran, 51: 20-21)
Zoals we kunnen zien, beveelt God de Moslims alle wetenschappen in de Koran aan. Om deze redenen betekende de groei van de Islam in de geschiedenis tegelijkertijd de groei van wetenschappelijke kennis.
De Wetenschappelijk Herleving van het Midden Oosten
|
Moslimgeleerden in Bagdad, destijds ‘s werelds
Wetenschappelijke hoofdstad
Zoals we gemeld hebben, toen de profeet Mohammed (vzzmh) de Islam begon te prediken, waren de Arabieren een gemeenschap van onwetende, bijgelovige stammen. Echter, dankzij het licht van de Koran, werden ze gered van bijgeloof en begonnen ze het pad van reden te volgen. Bijgevolg vond één van de verbazing-wekkendste ontwikkelingen in de wereldgeschiedenis plaats en in enkele decennia verspreidde de Islam, die in de kleine stad Medina ontstond, zich van Afrika tot Centraal Azië. De Arabieren, die eerder nog niet eens in staat waren om één enkele stad harmonisch te regeren, werden nu de heersers van een wereldrijk.
Eén van de belangrijkste facetten van dit rijk was dat het het stadium voor wetenschappelijk ontwikkeling verstrekte, eerder ongeëvenaard in de geschiedenis. Op het moment dat Europa de Duistere Middeleeuwen meemaakten, bracht de Islamitische wereld de grootste nalatenschap voort van wetenschappelijk kennis ooit gezien in de geschiedenis voor die tijd. De wetenschap van geneeskunde, geometrie, algebra, astronomie en zelfs sociologie werden systematisch voor de eerste keer ontwikkeld.
De grote centra waar godsdienst onderwezen werd, waren ook centra van kennis en wetenschappelijke ontwikkeling. Zulke formele centra ontstonden tijdens de Abbasydenperiode (750-1258 A.D.) toen duizenden moskeescholen werden opgericht. In de tiende eeuw had Bagdad zo’n 300 scholen. Alexandrië had in de veertiende eeuw 12,000 studenten. Het was in de tiende eeuw dat het formele idee van de Madrassah (school) werd ontwikkeld in Bagdad. De Madrassah had een studiepakket en fulltime en parttime leraren, vele van hen waren vrouwen. Zowel rijk als arm kreeg gratis onderwijs. Van toen af werden de Maktabat (bibliotheken) ontwikkeld en buitenlandse boeken werden aangeschaft. De twee beroemdste zijn Bait al-Hikmah in Bagdad (ca. 820) en Dar al-Ilm in Cairo (ca. 998). Universiteiten zoals Al-Azhar (969 A.D.) werden ook opgericht lang voor die in Europa. De Islamitische wereld creëerde de eerste universiteiten - en zelfs ziekenhuizen - in de wereld.
Islamic scientific manuscripts of the Medieval Age; meticulous studies on human anatomy and zoology. |
Islamitische wetenschappelijke manuscripten van de Middeleeuwen; zeer nauwgezette studies over menselijke anatomie en dierkunde.
Dit feit mag erg verrassend lijken voor moderne Westerlingen, die in het algemeen een ander beeld van islam voor de geest hebben. Maar dit beeld komt tot stand door onwetendheid over de oorsprong en geschiedenis van de Islamitische beschaving. Diegene die zich van deze onwetendheid – en verscheidene vooroordelen weten los te rukken, erkennen het echte karakter van de Islam. Eén voorbeeld hiervan is een recente documentaire door PBS, getiteld Islam: Het Rijk van Geloof, waarin de verslaggever correct meedeelt dat:
Bij het onthullen van de geschiedenis, is de Islamitische beschaving één van de belangrijkste verwezenlijkingen van de mensheid geweest. Voor het Westen, werd veel van de Islamgeschiedenis verduisterd achter een sluier van angst en misverstanden. Toch is de verborgen geschiedenis van de islam sterk en verrassend dooreengevlochten met de Westerse beschaving. Zij waren het (de Moslimgeleerden) die het zaad zaaiden voor de heropleving, 600 jaar voor de geboorte van Leonardo da Vinci. Van de manier waarop we de zieken genezen tot de cijfers die we gebruiken om te rekenen, culturen over de hele wereldbol zijn gevormd door de islamitische beschaving. 1
In een artikel gepubliceerd in Salon.com, een prominente stem van de liberale Amerikaanse media, schrijft auteur George Rafael in een artikel getiteld "A Is For Arabs" dat;
Van algebra en koffie tot gitaren, gezichtkunde en universiteiten... het Westen zijn dit aan de Mensen van de Halve Maan verschuldigd ... Een millennium geleden, terwijl het Westen in duisternis verborgen was, beleefde de Islam een gouden tijd. Verlichting in de straten van Cordoba toen London een nest van barbaren was; godsdienstige verdraagzaamheid in Toledo terwijl pogroms van York naar Wenen raasden. Als beheerders van onze klassieke erfenis, waren Arabieren als vroedvrouwen voor onze Heropleving. Hun invloed, hoe vreemd het ook mag lijken, is altijd met ons geweest, of het nu over een heet kopje Joe ging of de algoritmen in computer programma’s. 2
De Onbevangenheid van de Islam
Wat het Moslims mogelijk maakte om een dergelijke geavanceerde wetenschappelijk cultuur te creëren was afgeleid van het vermogen van het Islamitische begrijpen. Eén van hen was, zoals we gemerkt hebben, het motief om te leren over het universum en de natuur volgens de principes van de Koran. Een ander was de onbevangenheid. Zowel de wijsheid van de Koran als de leringen van de Profeet, gaven Moslims een globale kijk op de wereld, die alle culturele hindernissen overwon. In de Koran, deelt God mee:
“O mensheid, Wij hebben jullie geschapen uit een man en een vrouw en Wij hebben jullie tot volken en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar leren kennen........” (Koran, 49:13)
Dit vers moedigt duidelijk culturele relaties tussen verschillende naties en gemeenschappen aan. In een ander vers van de Koran wordt meegedeeld dat "het Oosten en het Westen aan Allah behoren" (2:115), bijgevolg zouden Moslims de wereld met een universeel en kosmopolitisch inzicht moeten zien.
De Ahadith, of wat de Profeet heeft gezegd, moedigt deze visie ook aan. In een populaire Hadith, vertelt de Profeet het volgende aan de Moslims: “wijsheid is het verloren bezit van de Moslims; hij neemt het van waar hij het ook maar vindt". Dit betekent dat Moslims zeer nuchter en ruim van opvatting zouden moeten zijn wat betreft het aanpassen en gebruiken van de culturele en wetenschappelijke prestaties van niet-moslims; die niet-moslims zijn ook schepselen en dienaren van God, zelfs indien ze dit niet zo zouden herkennen. De "Mensen van het Boek", i.e. Christenen en Joden, zijn zelfs nog verenigbaarder, omdat ze in God geloven en zich houden aan de morele gedragscode die Hij aan de mens openbaarde.
Bij de opkomst van de Islamitische wetenschap, is de rol van deze onbevangenheid erg duidelijk te zien. John Esposito van de Universiteit in Georgetown, één van de prominentste Westerse Islamdeskundigen, geeft de volgende uitleg:
Het ontstaan van de Islamitische beschaving was inderdaad een gezamenlijke inspanning, het verenigen van wetenschappelijke kennis en wijsheid van vele culturen en talen. Zoals Christenen en Joden die de intellectuele en bureaucratische ruggengraat van de Perzische en Byzantijnse rijken waren, ook deelnamen aan het proces in het overheidsbeleid,zowel als Moslims. Deze "oecumenische" inspanning was zichtbaar in het Huis van de Wijsheid van Kalief Al-Mamun (regerend van 813-833) en in de vertaalcentra geleid door de befaamde geleerde Hunayn ibn Isaq een Nestoriaanse Christen. Deze vertaal-en assimilatie periode werd gevolgd door één van intellectuele en artistieke creativiteit van Moslims. Moslims hielden op om leerlingen te zijn en werden meesters in het proces van het ontstaan van de Islamitische beschaving, beheerst door de Arabische taal en de Islamitische levensbeschouwing. Grootse bijdragen werden op vele terreinen geleverd: literatuur en filosofie, algebra en geometrie, wetenschap en geneeskunde, kunst en architectuur... Grote, stedelijke, culturele centra in Cordoba, Bagdad, Cairo, Nishapur, en Palermo rezen op en overschaduwden Christelijk Europa, op dat moment in de Donkere Middeleeuwen. 3
Volgens één van de grote Moslim geleerden van onze tijd, Seyyed Hossein Nasr, was de Islamitische wetenschap "de eerste wetenschap van een werkelijk internationale aard in de geschiedenis van de mens". 4
|
Een ander middeleeuws Moslim manuscript beschrijft de planetarische beweging.
Toch verenigden Moslims zich niet alleen met andere culturen, maar ontwikkelden ook hun eigen. Sommige verslaggevers verwaarlozen dit en proberen de Islamitische wetenschappelijke ontwikkeling enkel te verbinden met de invloed van het Oude Griekenland of Verre Oosten. Maar de echte oorsprong van Islamitische wetenschap was het experimenteren en de waarnemingen van Moslimwetenschappers. In zijn boek Het Midden Oosten, legt Professor Bernard Lewis, zonder twijfel een deskundige in de geschiedenis van het Midden Oosten, als volgt uit:
De prestaties van de middeleeuwse Islamitische wetenschap is niet beperkt tot het behoud van het Griekse onderwijs, noch tot de integratie in het verzamelen van geschriften van het oudere en het verdere Oosten. Dit erfgoed, die de middeleeuws Islamitische wetenschappers naar de moderne wereld brachten, was onmetelijk verrijkt door hun eigen inspanningen en bijdragen. Griekse wetenschap, in het algemeen enigszins neigend naar het theoretische. Middeleeuwse wetenschap van het Midden Oosten was veel praktischer, en op zulke terreinen als geneeskunde, chemie, astronomie en landbouwkunde, was de klassieke erfenis verduidelijkt en aangevuld door experimenten en waarnemingen van het middeleeuws Midden Oosten. 5
Zoals opgemerkt door Westerlingen, baande deze vergevorderde wetenschappelijk cultuur van de Islamitische wereld de weg voor de Westerse heropleving. Moslim wetenschappers handelden met de kennis dat hun onderzoek naar Gods creatie een pad was, waardoor zij Hem zouden leren kennen. Esposito beklemtoont dat "Moslim wetenschappers, die vaak ook filosofen van het mystieke waren, het fysische universum bekeken vanuit hun Islamitische blik op de wereld en samenhang als een openbaring van de aanwezigheid van God, de Schepper, de bron, de eenheid en harmonie in de natuur." 6 Met het overbrengen van dit voorbeeld en zijn vermeerdering van kennis naar de Westerse wereld, begon de vooruitgang van het West.
De Theïstistische Oorsprong van Westerse Wetenschap
Middeleeuws Europa werd geregeerd door het dogmatische regime van de Katholieke Kerk. De Kerk kantte zich tegen vrijheid van gedachte en oefende dwang uit op wetenschappers. Mensen konden gestraft worden door de Inquisitie gewoon omdat ze er andere ideeën of geloofsovertuigingen op nahielden. Hun boeken werden verbrand en zij zelf werden ter dood gebracht. Er wordt in geschiedenisboeken vaak verwezen naar de druk op onderzoek in de Middeleeuwen, maar sommigen leggen de situatie verkeerd uit en beweren dat de wetenschappers die indruisten tegen de Kerk, tegen godsdienst waren.
De waarheid is juist het tegenovergestelde - de wetenschappers die zich verzetten tegen het fanatisme van de kerk waren gelovige mensen. Ze waren niet tegen godsdienst, maar tegen het strenge klerikalisme van die tijd.
Bijvoorbeeld, de beroemde astronoom Galileo, wie de Kerk wou straffen omdat hij meedeelde dat de wereld draaide, zei: "Ik betuig eindeloze dank aan God om zo aardig te zijn mij alleen als eerste waarnemer te maken van deze wonderen, die in duisternis verborgen bleven in alle vorige eeuwen." 7
De andere wetenschappers die de moderne wetenschap stichtten waren allen godsdienstig.
Kepler, beschouwd als de grondlegger van de moderne astronomie, vertelde degene die hem vroegen waarom hij zich met wetenschap bezig hield: "Ik had de intentie om een theoloog te worden... maar nu zie ik door mijn inspanningen, God ook verheerlijkt in de astronomie , omdat ”de hemelen de glorie van God verklaren'". 8
Wat betreft Newton, één van de grootste wetenschappers in de geschiedenis, hij verklaarde de reden die de oorzaak is van zijn enthousiasme voor wetenschappelijk inspanning door te zeggen:
"...Hij (God) is eeuwig en oneindig, almachtig en alwetend; dat betekent, zijn duur reikt van eeuwig tot eeuwigheid; zijn aanwezigheid van oneindig tot oneindigheid; hij beheerst alle dingen, en weet alle dingen die er zijn of kunnen gedaan worden. …We kennen hem alleen door zijn meest wijze en uitstekende uitvinding van dingen... [W]e vereren en aanbidden hem als zijn dienaars…" 9
Het grote genie Pascal, de vader van de moderne wiskunde, zei: "Maar door geloof kennen we Zijn (God's) bestaan; in glorie zullen we Zijn aard kennen." 10
Vele andere grondleggers van moderne Westerse wetenschap waren ook diepgelovigen. Bijvoorbeeld:
" Von Helmont, één van de leidende figuren van de moderne chemie en de uitvinder van de thermometer, verklaarde dat wetenschap deel van zijn geloof was.
" George Cuvier, de grondlegger van de moderne paleontologie, beschouwde fossielen als nog levende bewijzen van de Schepping en onderwees dat levende soorten door God geschapen waren.
" Carl Linnaeus, die eerst wetenschappelijke classificatie systematiseerde, geloofde in de Schepping en zette uiteen dat de natuurlijke gang van zaken een betekenisvol bewijs van God's bestaan was.
" Gregor Mendel, de grondlegger van de genetica, en ook een monnik, geloofde in de Schepping en verzette zich tegen de evolutionaire theorieën van zijn tijd, zoals het Darwinisme en Lamarckisme.
" Louis Pasteur, de grootste naam in de geschiedenis van de microbiologie, bewees dat leven niet kon gecreëerd worden in inerte materie en onderwees dat leven een wonder van God was.
" De beroemde Duitse natuurkundige Max Planck zei dat de Schepper van het universum God was en benadrukte dat geloof een noodzakelijke kwaliteit van wetenschappers was.
" Albert Einstein, beschouwd als de belangrijkste wetenschapper van de twintigste eeuw, geloofde dat wetenschap niet goddeloos kon zijn en zei, "wetenschap zonder godsdienst is gebrekkig."
Een groot aantal andere wetenschappers die moderne wetenschappelijke vooruitgang leidden waren godsdienstige mensen die geloofden in God. Deze wetenschappers dienden de wetenschap met de intentie om het universum dat God geschapen had, te ontdekken – een voorbeeld dat aanvankelijk was ontwikkeld en uitgevoerd in de Islamitische wereld en daarna opgenomen door het Westen. Al deze theïstische wetenschappers dachten na over de schepping van de hemelen en de aarde en onderzochten met het zich bewust zijn van God - zoals God verordende in de Koran en de Bijbel. De geboorte van de wetenschap en zijn ontwikkeling waren de resultaten van dit bewustzijn.
Gedurende de negentiende eeuw, werd dit bewustzijn echter vervangen door een dwaalbegrip genaamd materialisme.
De Opkomst en de Val van Materialistische Deviatie
De negentiende eeuw was een periode die getuigde van de grootste fouten in mensengeschiedenis. Deze fouten begonnen met het voorschrijven van materialistische filosofie, een oud Griekse leerstelling, in de Europese denkwijze.
De grootste fout van deze periode was de evolutietheorie van Darwin. Vóór het ontstaan van Darwinisme, werd biologie aangenomen als een tak van de wetenschap dat in bewijsstukken van het bestaan van God voorzag. In zijn boek Natuurlijke Theologie, verdedigde de beroemde auteur William Paley dat, zoals elke klok het bestaan van een klokkenmaker bewijst, natuurontwerpen het bestaan van God bewijzen.
Niettemin, verwierp Darwin deze waarheid in zijn evolutietheorie. Door de waarheid te verdraaien om te passen in materialistische filosofie, beweerde hij dat alle levende dingen het resultaat van onbekende natuurlijke oorzaken waren. Op deze manier creëerde hij een kunstmatig antagonisme tussen godsdienst en wetenschap.
In hun boek De Messiaanse Erfenis, hebben de Engelse auteurs Michael Baigent, Richard Leigh en Henry Lincoln dit te zeggen over het onderwerp:
Voor Isaac Newton, anderhalve eeuw vóór Darwin, was wetenschap niet afgescheiden van godsdienst maar, in tegendeel, een aspect van godsdienst, en uiteindelijk eraan ondergeschikt. …Maar de wetenschap van Darwin's tijd werd precies datgene, zichzelf scheidend van de context waarin het vroeger bestond en zichzelf oprichtend als een absolute mededinger, een alternatieve bewaarplaats van betekenis. Bijgevolg, waren godsdienst en wetenschap niet langer met elkaar in samenwerking, maar stonden eerder tegenover elkaar, en de mensheid was hoe langer hoe meer gedwongen om tussen hen te kiezen. 11
Niet alleen biologie, maar ook wetenschapstakken zoals psychologie en sociologie werden verdraaid in overeenstemming met de materialistische filosofie. Astronomie werd verdraaid in overeenstemming met de materialistische dogma’s van het oude heidense Griekenland; een metafysisch vertrouwen in een «eeuwige kosmos" werd de norm. Het nieuwe doel van de wetenschap was het bevestigen van materialistische filosofie.
Deze onjuiste ideeën hebben de wetenschappelijke wereld de afgelopen 150 jaren meegesleurd naar een doodlopende weg. Tienduizenden wetenschappers van verschillende takken werkten in de hoop de Darwinistische leer of andere materialistische theorieën te bewijzen.
Maar ze waren ontgoocheld.
Het wetenschappelijk bewijs toonde juist het tegenovergestelde aan van het besluit dat ze wilden bereiken. Het bevestigde de waarheid van de Schepping. Vandaag is de wereld van de wetenschap verbaasd door deze waarheid. Wanneer de natuur wordt onderzocht blijkt dat er zich een complex plan en ontwerp in elk detail bevindt en dit heeft de grondvesten van de materialistische filosofie weggesneden.
Bijvoorbeeld, de buitengewone structuur van DNA toont wetenschappers aan dat dit niet het resultaat is van blind toeval of natuurlijke wetten. De DNA in één enkele menselijke cel bevat genoeg informatie om een volledige encyclopedie van 900 pagina’s te vullen. Gene Myers, een wetenschapper van de Celera Company, die het “Human Genome Project” bestuurt, zegt dit:
Wat me echt verbaast is de architectuur van het leven… Het systeem is uiterst complex. Het was alsof het zo was ontworpen… Er is daar een grote intelligentie. 12
Deze verbazing beïnvloedt de hele wetenschappelijke wereld. Wetenschappers kijken met verbazing naar de ongeldigheid van de materialistische filosofie en het Darwinisme die hen als zijnde waarheid onderwezen werd, en enkele van hen verklaren dit openlijk. In zijn boek Darwin's Black Box, beschrijft de biochemicus Michael Behe, één van de leidende critici van Darwinisme, de situatie van de wetenschappelijke wereld als volgt:
Gedurende de laatste 4 decennia heeft de moderne biochemie de geheimen van de cel aan het licht gebracht. De vooruitgang is moeilijk gewonnen. Het heeft tienduizenden mensen die de betere delen van hun leven aan dit vervelende werk van het laboratorium wijdden vereist.
Het resultaat van de cumulatieve inspanningen om de cel te onderzoeken, om het leven te onderzoeken op het moleculaire niveau, is een luide, duidelijk en doordringende schreeuw van “ontwerp!" Het resultaat is zo ondubbelzinnig en zo veelzeggend dat het moet geordend worden als één van de grootste successen in de geschiedenis van de wetenschap…
Maar, geen flessen zijn ontkurkt, geen applaus gehoord. Waarom omhelst de wetenschapsgemeenschap zijn verrassende ontdekking niet begerig? Het dilemma is dat terwijl één kant van het onderwerp bestempeld is als intellectueel ontwerp, de andere kant met God moet bestempeld worden. 13
Dezelfde situatie bestaat in astronomie. De astronomie van de twintigste eeuw heeft de materialistische theorieën van de negentiende eeuw omvergeworpen. Eerst met de Oerknaltheorie, kwam het naar voren dat het universum een begin had, het moment van de Schepping. Van toen af aan heeft men zich gerealiseerd dat er in het universum een buitengewoon gevoelig evenwicht is dat het menselijk leven beschermt.
Om deze redenen, neemt atheïsme snel af in de wereld van fysica en astronomie. Zoals de Amerikaanse fysicus Robert Griffiths voor de grap opmerkt: "Als we een atheïst nodig hebben voor een debat, dan ga ik naar de afdeling filosofie. De afdeling fysica kan hier niet echt voor dienen." 14
In het kort, in onze huidige dag en tijd stort de materialistische filosofie in. Wetenschap herontdekt bepaalde, zeer belangrijke feiten, die door de materialistische filosofie verworpen werden en op deze manier werd een nieuwe opvatting over wetenschap geboren. De "Intelligent Ontwerp" theorie, die een succesvolle opmars kende in de Verenigde Staten gedurende de laatste 10 jaren, is een voornaam onderdeel van deze nieuwe wetenschappelijke opvatting. Diegene die deze theorie aanvaarden, benadrukken dat het Darwinisme één van de grootste fouten in de geschiedenis van de wetenschap was en dat er een intelligent ontwerp is in de natuur, welke het bewijs geeft van de Schepping.
Besluit
God schiep het hele universum, en het geheel van de schepping toont de mensheid de tekenen van God. Wetenschap is de methode om dat wat geschapen werd te onderzoeken, dus er is geen sprake van conflict tussen godsdienst en wetenschap – onder voorbehoud dat godsdienst alleen geleid wordt door de Goddelijke openbaring.
Integendeel, de geschiedenis toont dat theïsme de hoofdreden en voorbeeld is geweest voor wetenschappelijke vooruitgang. De twee grootste wetenschappelijke successen in de wereldgeschiedenis - de Islamitische wetenschappelijke inspanning van de Middeleeuwen en de Christelijke wetenschappelijke sprong van het moderne tijdperk - stammen uit het geloof in God. Daarenboven, de laatstgenoemde ontleende een groot deel van de kennis, methode en inzicht van de eerstgenoemde. De wijsheid van de Koran verlichtte eerst de Islamitische wereld en verspreidde daarna zelfs licht aan het niet-islamitische Europa. Als iets verkeerd ging in de Islamitische wereld, was dit omdat Moslims zich afwendden van oprechtheid, wijsheid en onbevangenheid die God in de Koran onderwijst.
Het materialistische voorbeeld is een deviatie van dit patroon. Het deed zich voor in de negentiende eeuw, bereikte zijn piek in het midden van de twintigste eeuw en is vandaag op de rand van de instorting. Het is van geen belang hoe arrogant en schijnbaar vol zelfvertrouwen zijn aanhangers zijn, de materialistische leerstelling en zijn belangrijke pilaar, het Darwinisme, zullen onvermijdelijk in de volgende decennia ten onder gaan.
En de wetenschap zal terugkeren naar zijn oorspronkelijke en ware voorbeeld: Een zoektocht naar het ontdekken en definitie van het grootse ontwerp en harmonie in de natuurlijke wereld, het kunstprodukt van God.