• 1. Weet jij wie degene is die (de Dag van) het Oordeel loochent?

  • 2. Dat is degene die de wees wegduwt.

  • 3. En hij spoort niet aan tot het geven van voedsel aan de behoeftigen.

  • 4. Wee dan de verrichters van de shalât,

  • 5. Degenen die onachtzaam zijn met hun shalât.

  • 6. Degenen die er een vertoning van maken.

  • 7. En die de levensbenodigdheden tegenhouden.