En er zal op de bazuin geblazen worden, waarop allen die in de hemelen en op de aarde zijn bezwijken, behalve (voor) wie Allah wil (dat deze blijft leven). En er zal nog een keer op de bazuin worden geblazen en dan zullen zij staan en wachten. En de aarde zal schijnen met het licht van haar Heer en de boeken zullen naar voren gebracht worden en de Profeten en de getuigen zullen naar voren gebracht worden en er zal tussen hen in Waarheid beslist worden en hun zal geen onrecht aangedaan worden. (Surat az-Zumar: 68-70)
Allen die ooit op de aarde hebben geleefd zullen worden opgewekt op de Dag des Oordeels. Het moment van opwekking is een verbijsterend moment voor ongelovigen. Allah vertelt over de verbijsterde gesprekken tussen de ongelovigen op het moment van opwekking als volgt in de Koran:
Zij zeggen: “Wee ons! Wie heeft ons van onze rustplaatsen doen opstaan? Dat is wat de Barmhartige heeft aangezegd, en de Gezondenen hebben de waarheid gesproken.” (Surah Ya Sin: 52)
“Wee ons, wij verkeerden in onachtzaamheid daaromtrent, wij waren zelfs onrechtvaardigen!” (Surat al-Anbiya': 97)
De uitdrukking “Wee ons!” is er een van grote paniek, angst en spijt van de ongelovigen. Op het moment dat zij opgewekt worden, beseffen zij dat de mensen die hen gewaarschuwd hadden voor het Hiernamaals gelijk hadden. Zij weten nu dat andere waarschuwingen de een na de ander zullen verschijnen. Op dat moment, zonder mogelijkheid om te ontsnappen, zullen zij naar deze kwelling worden gesleept die zij nog nooit eerder zo echt beseft hebben.
Nadat zij uit de dood zijn herrezen, zullen de ongelovigen voor Allah moeten staan. Dan zullen zij ter verantwoording worden geroepen voor wat zij in de wereld gedaan hebben en zullen zij op basis hiervan worden beoordeeld. Om deze reden worden zij in de aanwezigheid van Allah gebracht samen met alle andere arrogante mensen die de grenzen die Allah bepaald heeft, overschreden hebben.
De Dag waarop op de bazuin wordt geblazen zullen jullie komen, groep na groep. (Surat an-Naba: 18)
Op de Dag des Oordeels zullen de ongelovigen begrijpen dat er niets belangrijker is dan het verdienen van de instemming van Allah en het vermijden van Zijn woede. Dit wordt ook vermeldt in een hadith van de Profeet (saas) waarin hij een voorbeeld geeft van een ondervraagde ongelovige op de Dag des Oordeels:
Een ongelovige zal op de Dag van de Opstanding worden gevraagd “Als je zoveel goud had dat de aarde er mee gevuld kon worden, zou je het aanbieden om jezelf vrij te kopen?” Hij zal antwoorden: “Ja”. Dan zal er tegen hem worden gezegd, “Iets veel makkelijker is jou eerder gevraagd dan dat [om niemand naast Allah te aanbidden] maar je weigerde” (Bukhari)
Doordat zij dit feit niet begrepen hebben in de wereld, waar de tekenen van de macht en het bestaan van Allah duidelijk waren, wordt hun spijt vergoot. Op die dag zullen zij duidelijk zien dat zij deze mogelijkheid verspeeld hebben. Hun spijt blijkt uit de manier hoe zij spreken:
En (gedenkt) de Dag waarop de onrechtvaardige op zijn handen bijt, terwijl hij zegt: “Had ik maar een weg genomen met de Boodschapper! Wee mij! Had ik maar niet zo’n ongelovige als boezemvriend genomen. Voorzeker, hij heeft mij doen afdwalen van de Vermaning nadat die tot mij gekomen was: en de Satan is de mensen ontrouw!” (Surat al-Furqan: 27-29)
Op de Dag des Oordeels zullen de ongelovigen zo bezig zijn met hun eigen problemen dat zij het roepen van hun eigen kinderen, partners, moeders en vaders zullen negeren. In de Koran wordt dit als volgt beschreven:
En wanneer dan de bazuinstoot komt. Op die Dag vlucht de mens van zijn broeder. En van zijn moeder en zijn vader. En van zijn vrouw en van zijn kinderen. Een ieder van hen zal op die Dag een bezigheid hebben die hem genoeg is. (Surah Abasa: 33-37)
Het begrip “afkomst” verliest haar belang. Vanaf dat moment is het gered worden van de straf van Allah het enige wat nog telt. Dit is zo belangrijk dat, om van deze situatie verlost te worden, de ongelovigen zelfs hun eigen zonen, partners, broers enz. aanbieden om op te offeren.
Op die dag zal de hemel als gesmolten metaal zijn. En zullen de bergen als (vlokken) wol zijn. En geen trouwe vriend zal naar een (andere) trouwe vriend vragen. Zij kijken naar elkaar. De misdadiger zal wensen dat hij zich van de bestraffing van Die dag kan vrijkopen met zijn kinderen. En met zijn vrouw en zijn broeder. En zijn bloedverwanten die hem verzorgden. En (hij wenst dat) allen die er op aarde zijn hem dan redden. (Surat al-Ma'arij: 8-14)
Deze pogingen van de ongelovigen brengen geen resultaat. Het hoofddoel van de ongelovigen in het wereldse leven was om rijkdom te vergaren, carrière te maken of zonen te krijgen. Zij hebben hun hele leven deze doelen geprobeerd te bereiken. Echter op de Dag des Oordeels begrijpen zij dat al deze begrippen helemaal niet zo waardevol zijn. De Dag des Oordeels is het moment wanneer de ongelovigen wensen dat zij zouden verdwijnen. Voor gelovigen is het echter een tijd waar vurig en met vreugde op gewacht is. Allah beschrijft deze momenten in Zijn verzen als volgt:
Gezichten (van de gelovigen) zullen op die Dag stralen. Lachend, verblijd. En gezichten (van de ongelovigen) zullen op die Dag met stof bedekt zijn. En een duisternis zal hen omhullen. Zij zijn degenen die de zondige ongelovigen zijn. (Surah Abasa: 38-42)
Op de Dag van des Oordeels zijn de meest waardevolle dingen die een persoon kan bezitten de rechtschapen daden die enkel gedaan zijn om de tevredenheid van Allah te verdienen. De ongelovigen hebben echter nooit voor deze schat gewerkt, die hen eeuwige verlossing zou brengen. Geen enkel goede daad kunnen zij aan Allah presenteren op die dag. Omdat zij niet in Allah geloven, zullen al hun rechtschapen inspanningen voor niets zijn. Allah vermeldt dit feit als volgt:
Zeg (O Mohammed): “Zullen wij jullie op de hoogte brengen van wie de grootste verliezers zijn door (hun) daden?” (Het zijn) degenen wiens daden vruchteloos waren in het wereldse leven. En zij dachten dat zij goed werk verrichtten. Zij zijn degenen die niet geloven in de Tekenen van hun Heer en in de ontmoeting met Hem. Hun daden zijn vruchteloos en Wij kennen hun (daden) op de Dag der Opstanding geen gewicht toe. (Surat al-Kahf: 103-105)
Zij die de religie ontkenden (deen) en twijfels hadden over het bestaan van de Dag des Oordeels vonden het niet nodig om zich voor te bereiden voor deze aankomende dag. Een heel leven lang hielden zij zich bezig met het verzamelen van rijkdom en het volgen van hun ijdele verlangens. Nu zijn zij geconfronteerd met een spijt waar zij nooit meer van worden verlost. Allah zegt dit in de Koran op de volgende manier:
En zij zullen zeggen: “Wee ons, dit is de Dag des Oordeels.” Dit is de Dag van de beslissing, die jullie plachten te loochenen. (Surat as-Saffat: 20-21)
Hiernaast zullen van de ongelovigen alle gewetenloze, ondankbare en slechte daden die zij in de wereld begingen onthuld worden in de aanwezigheid van Allah. Zij zullen persoonlijk getuigen over de zonden die zij begaan hebben. Allah beschrijft dit in de Koran als volgt:
En zij zullen voor jouw Heer in rijen opgesteld worden (en Allah zal tot hen zeggen): “Voorzeker, jullie zijn tot Ons gekomen zoals Wij jullie de eerste keer schiepen. Jullie vermoedden zelfs dat Wij de afspraak met jullie nooit zouden maken.” En het boek (met hun daden) zal voor hen geplaatst worden en jij zult de zondaren in angst zien wegens wat daarin staat. En zij zullen zeggen: “Wee ons, wat is dat voor boek dat niets kleins weglaat en niets groots, zonder dat berekend te hebben!” En zij zullen wat zij deden vóór zich vinden. En jouw Heer doet niet één van hen onrecht aan. (Surat al-Kahf: 48-49)
Op die Dag zullen de mensen in verschillende groepen tevoorschijn komen om hun daden te zien. Wie iets goeds deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien. En wie iets kwaads deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien. (Surat az-Zalzala: 6-8)
Zoals Allah in de Koran vermeldt, komt er dan de tijd dat de ongelovigen hun daden zullen zien. De gelovigen zullen hun daden aan hun rechterkant ontvangen terwijl ongelovigen deze aan hun linkerkant ontvangen. Vanaf het moment dat de engelen des doods de zielen meenamen van de ongelovigen ondergingen de ongelovigen een continue kwelling. Het moment waarop zij hun opgeschreven daden ontvangen is op zichzelf een andere kwelling. Zij proberen te vermijden om naar hun misdaden tegen Allah te kijken en wensen dat zij zouden verdwijnen. Allah beschrijft dit in de verzen als volgt:
En wat betreft degene die zijn boek in zijn linkerhand gegeven zal worden, hij zal zeggen: “Wee mij! Was mijn boek maar niet (aan mij) gegeven! En ik weet niet hoe mijn afrekening zal zijn. Was de dood maar de beëindiger van alles. Mijn bezittingen baten mij niet. Mijn macht is van mij heengegaan.” (Surat al-Haqqa: 25-29)
… op de Dag dat de mens zal kijken naar wat zijn handen vroeger bedreven, en waarop de ongelovige zal zeggen: “O wee, was ik maar aarde.” (Surat an-Naba: 40)
En wat betreft degene die dan zijn boek achter zijn rug wordt gegeven. Hij zal om vernietiging schreeuwen. En hij zal in de Hel binnengaan. Voorwaar, bij zijn familie was hij verheugd. Voorwaar, hij dacht dat hij nooit (naar zijn Heer) zou terugkeren. Nee! Voorwaar, zijn Heer sloeg hem gade. (Surat al-Inshiqaq: 10-15)
Doordat zij getuigen zijn van dit moment begrijpen de ongelovigen de kans die zij in de wereld gemist hebben en voelen zij een zware spijt. Bovenop deze spijt zien zij het gezegende leven van de gelovigen in het paradijs. Omdat zij eerder tot de waarheid waren uitgenodigd door de gelovigen maar wezen het arrogant af en negeerden hen.
Maar nu is er een rechtvaardige balans ingesteld. Mensen worden op basis van hun daden naar de hel gestuurd of naar het paradijs. Op de Dag des Oordeels zien de ongelovigen waar zij naartoe gaan. Op dat moment overmand de angst hen:
Jij ziet de onrechtvaardigen bevreesd zijn voor wat zij hebben verricht en hij (de bestraffing) treft hen. (Surat ash-Shura: 22)
De rechtvaardigheid van Allah zegeviert en betekent de meest rechtvaardige beloning en straf:
En Wij zullen betrouwbare weegschalen opstellen op de Dag der Opstanding, zodat geen ziel iets van onrecht aangedaan wordt. En al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje: Wij zullen het naar voren brengen. En Wij zijn voldoende als Berekenaars. (Surat al-Anbiya': 47)
Dit proces is makkelijk voor gelovigen. Echter voor ongelovigen is het moeilijk en zeer pijnlijk. Zij worden ondervraagd voor elke zegening die Allah hen in de wereld heeft gegeven. Zij verantwoorden zich voor elk moment van hun leven: over hun falen om de geboden van Allah te volgen; hun ondankbare houdingen; hun innerlijke opstandige gedachten en beledigingen en de waarschuwingen die zij negeerden. Echter de onoprechte excuses die zij gebruiken in de wereld worden niet meer geaccepteerd. Allah beschrijft de situatie waarmee de ongelovigen op die dag geconfronteerd worden als volgt:
Wee die Dag de loochenaars! Dit is een Dag waarop zij niet spreken. En er wordt hun niet toegestaan zich te verontschuldigen. Wee die Dag de loochenaars! Dit is de Dag van de Beoordeling, Wij verzamelen jullie en de vroegeren. Als jullie dan een list hebben, voert die dan uit. Wee die Dag de loochenaars! (Surat al-Mursalat: 34-40)
De ziel van de ongelovige die geen goede daden kan presenteren aan Allah zal weten wat zij verricht heeft (Surat at-Takwir: 14). Allah beschrijft deze plek van kwelling als een “bodemloze put” in de Koran:
Wat betreft degene van wie dan zijn weegschaal (met goede daden) zwaar weegt. Hij zal een behaaglijk leven leiden. En wat betreft degene van wie zijn weegschaal licht weegt. Zijn verblijfplaats is dan Hawiya (de Hel). En wat doet jou weten wat zij is? Een verbrandende Hel. (Surat al-Qari'a: 6-11)
Deze zijn belangrijk om te begrijpen wat voor een diepe spijt de ongelovigen zullen voelen op de Dag des Oordeels. De Dag des Oordeels is te laat voor mensen om nog spijt te voelen. Als iemand helemaal begrijpt wat hier wordt gezegd en geen tijd verliest met het doen van goede daden, dan kan hij hopen op een “zware balans (van goede daden)”. Alleen dat kan iemand van een grote spijt redden.