Wanneer dat (vuur) hen van een verre plaats ziet, horen zij haar gesteun en gekrijs. (Surat al-Furqan: 12)
Op de Dag des Oordeels, wanneer zij hun verantwoording afgelegd hebben, zullen mensen verzameld worden en naar de hel worden gedreven in “groepen”. In deze massa zal iedereen zich bevinden die de religie en het bestaan van Allah ontkende gedurende de hele geschiedenis en de mensen die arrogant waren en zich afkeerden van de tekenen van Allah. Ook zij die genoten van rijkdom en bekendheid zullen zich daar bevinden. Tot hun teleurstelling zullen de dingen die zij zo belangrijk vonden in de wereld hen niet redden van een eeuwige straf. Allah informeert ons in de Koran dat alle ongelovigen vernederend naar de hel zullen worden gesleept. Voor de poorten van de hel zullen de bewakers hen dwingen om voor de laatste keer hun misdaden te bekennen en hen daarna de hel invoeren. Hierna zullen de poorten achter hen voor altijd worden gesloten. Allah beschrijft de manier waarop de ongelovigen naar de hel zullen worden gedreven als volgt in de Koran:
En degenen die ongelovig waren, zullen in menigten naar de Hel gevoerd worden. Totdat, wanneer zij bij haar zijn aangekomen, haar poorten geopend zullen worden en haar bewakers tot hen zullen zeggen: “Zijn er geen Boodschappers van jullie volk tot jullie gekomen, die jullie de Verzen van jullie Heer hebben voorgedragen en die jullie hebben gewaarschuwd voor deze Dag van jullie?” Zij zullen zeggen: “Welzeker”, maar het woord van de bestraffing is bewaarheid voor de ongelovigen. Er wordt gezegd: “Gaat de poorten van de Hel binnen, daarin eeuwig levend. Dat is de slechtste plaats voor de hoogmoedigen.” (Surat az-Zumar: 71-72)
(Er wordt gezegd) “Dat was omdat jullie op aarde zonder recht blij plachten te leven en omdat jullie arrogant leefden. Gaat de poorten van de Hel binnen, eeuwig levend daarin. Slecht is dan de verblijfplaats van de hoogmoedigen.” (Surah Ghafir: 75-76)
Geen enkele persoon in deze massa kan zeggen dat hij niet voor deze dag gewaarschuwd is. Omdat Allah, Die de Rechtvaardige is, boodschappers naar elk persoon heeft gestuurd om hem te herinneren over het bestaan van Allah, de Dag des Oordeels, het paradijs en de hel. De ongelovigen zullen hierom erkennen dat zij de kwelling van de hel verdienen.
Zij bleven arrogant terwijl zij gewaarschuwd werden en bewust Allah niet dienden, Hij die hen geschapen heeft. Allah informeert de mens in de Koran dat zulke mensen vernederd worden in de hel:
En jullie Heer zei: “Roept Mij aan, Ik zal jullie verhoren. Voorwaar, degenen die te hoogmoedig zijn om Mij te dienen, zullen de Hel binnengaan als vernederden.” (Surah Ghafir: 60)
De boodschapper van Allah (saas) benadrukte hetzelfde punt in een hadith:
…Zal ik jullie inlichten over de mensen van het Vuur? Zij bestaan uit elke wrede, gewelddadige, trotse en verwaande persoon. (Bukhari)
Omdat zij zichzelf almachtig vonden in de wereld verzetten sommige van deze mensen zich brutaal tegen hun Heer. Macht zou redding bieden, dachten zij. Wanneer zij herinnerd werden aan de eigenschap van Allah, al-Qahhar (De onderwerper), het bestaan van de hel en het paradijs en aan hen leiding naar de weg van Allah werd aangeboden gaven zij als antwoord:
“Waarom straft Allah ons niet voor wat wij zeggen?” De Hel is voldoende voor hen. Daarin zullen zij branden. En dat is de slechtste plaats van terugkeer! (Surat al-Mujadala: 8)
Als antwoord op hun opstandigheid zullen zij door de poorten van de hel worden genomen en zullen er nooit meer uit komen tenzij Allah het anders wil. Op het moment dat zij het vuur zien, zullen zij een ondragelijke spijt voelen voor hun misdaden. Allah vertelt in de Koran dat dit het moment is waarop zij beseffen dat er geen weg uit de hel is:
En de zondaren zullen de Hel zien en vermoeden dat zij er in moeten gaan, en zij vinden daaruit geen ontvluchting. (Surat al-Kahf: 53)
Hun begrip zal zeer scherp zij in de hel; alles waar de ongelovigen onwetend over deden in de wereld zal heel erg duidelijk voor hen verschijnen. Zij zullen beseffen dat zij hun hele leven voor nutteloze doelen hebben geleefd en zij zullen uiteindelijk begrijpen dat, in ruil voor kleine en tijdelijke voordelen, zij nu in kwelling moeten verblijven in het Hiernamaals. Het paar decennia die zij in de wereld hadden leken een lange periode voor hen terwijl zij toen nooit nadachten over het Hiernamaals. In plaats van een perfect gezegend leven waar men niet kwetsbaar is voor fysieke zwakheden zoals honger en uitputting, verkozen zij de wereld waarin men ongeneselijk onbevredigd is. Meteen nadat zij de poorten van de hel binnengaan, begrijpen zij dat er geen ontsnapping voor hen is. Als een laatste toevlucht om kwelling te vermijden, zoeken zij redding door het aanbieden van een afkoopsom: een afkoopsom van alles wat zij bezitten in deze wereld. Deze nutteloze pogingen worden als volgt beschreven:
… En degenen die Hem geen gehoor geven: al hadden zij alles op aarde en nog eens zo veel daarbij; zij zouden zich daarmee willen vrijkopen. Zij zijn degenen voor wie er een slechte afrekening zal zijn. En hun verblijfplaats is de Hel, dat is de slechtste plaats! (Surat ar-Ra’d: 18)
Deze laatste pogingen die zij doen wanneer zij geconfronteerd worden met het in de hel binnengaan, zullen nutteloos zijn. Allah informeert ons dat deze pogingen geen voordeel brengen:
Op deze Dag, zal er van jullie geen losprijs worden aanvaard, en ook niet van de ongelovigen. Jullie verblijfplaats is de Hel, jullie beschermer. En dat is de slechtste plaats van terugkeer! (Surat al-Hadid: 15)
Er bestaat zeker een belangrijke reden waarom deze pogingen geen effect hebben. Allah heeft hen voor de hel gewaarschuwd toen zij nog in de wereld waren. Alles werd hen duidelijk gemaakt; dat geen enkele persoon een ander zou kunnen helpen en dat niemand een afkoopsom zou kunnen geven. Zij werden er verder aan herinnerd dat geen enkele afkoopsom geaccepteerd zou worden. Een vers waarin Allah de mensen over dit feit informeert is als volgt:
En vreest de Dag waarop geen ziel een andere ziel ergens mee kan bijstaan, en er geen voorspraak van haar aanvaard wordt en er geen losprijs van haar aangenomen wordt en zij niet geholpen zullen worden. (Surat al-Baqara: 48)
Echter, ondanks alle waarschuwingen, bleven zij volhouden in hun ontkenning en zij bereidden bewust een dergelijk einde voor zichzelf voor. Op die dag zullen zij een belangrijk feit erkennen: dat hun eigen daden voor hen de hel hebben opgeleverd.
Deze spijt zal, tenzij Allah anders wil, een grote kwelling zijn waarvan zij nooit meer verlost zullen worden. Dit is omdat zij een belangrijk feit ontdekten: als zij zichzelf hadden toegewijd aan het verdienen van de gunst van Allah in plaats van het streven voor nutteloze doelen, dan zouden zij niet bij de ingang van de hel zijn maar bij het paradijs. Omdat zij zich niet aan de juiste weg hielden, leiden zij een vreselijk verlies.
Zoals Allah in het twintigste vers van Surat al-Balad vermeldt, is er over hen een omhullend vuur. Wanneer zij de poorten van de hel binnengaan, zullen zij worden opgesloten. Achter deze poorten is er een kwelling van het hellevuur zonder zeker einde, zij zullen gekweld worden zolang Allah het wil. Voor de ongelovigen is er geen mogelijkheid om van deze kwelling te ontsnappen. Allah noemt dit vuur “de vernietiger”. Deze verzen in Surat al-Humaza lezen als volgt:
En wat doet jou weten wat de vernietiger is? Het door Allah aangestoken Vuur (de Hel). Dat tot in de harten doordringt. Voorwaar, het zal hen omhullen. In langgerekte zuilen. (Surat al-Humaza: 5-9)
Voordat er verder wordt gegaan met de spijt die ongelovigen voelen in het Hiernamaals, is het nuttig om de kwelling in de hel te beschrijven. Als men de vormen van kwelling in de hel niet kent, zou men wellicht de zwaarte van de spijt in de hel niet goed kunnen bevatten.
Zoals er eerder is gezegd, begint de spijt van de ongelovigen op het moment waarop zij de hel zien en duurt dan eeuwig voort. De gesprekken tussen de mensen na hun aankomst in de hel is als volgt:
En voor degenen die niet in hun Heer geloven, is er de bestraffing van de Hel. En dat is de slechtste plaats van bestemming! En wanneer zij daarin geworpen worden, dan horen zij een afschrikwekkend gebrul, terwijl zij (de Hel) raast. Haast barst zij van woede. Telkens wanneer een groep erin wordt geworpen, zeggen de wakers tot hen: “Is er geen waarschuwer tot jullie gekomen?” Zij zeggen: “Welzeker, er is waarlijk een waarschuwer tot ons gekomen, maar toen loochenden wij hem. En wij zeiden: Allah heeft niets neergezonden, jullie verkeren slechts in grote dwaling.” Zij zeiden: “Als wij (het) konden horen of begrijpen, dan zouden wij niet tot de bewoners van de Hel behoren!” Zij bekennen dan hun zonden. Daarom, ten onder gaan de bewoners van de Hel! (Surat al-Mulk: 6-11)
Zoals Allah in de verzen heeft vermeldt, zullen zij een vreselijk geluid horen wanneer zij de hel in worden geworpen. Allah beschrijft dit geluid in het zevende vers van Surat al-Mulk als afschrikwekkend terwijl het raast. Dit vreselijke geluid zorgt voor een vreselijk leed en angst bij de ongelovigen. In een ander vers beschrijft Allah het vuur van de hel als een vuur dat bijna barst van woede (Surat al-Mulk: 8). De ontkenners die deze vreselijke gebeurtenis zien, zullen wanhoop voelen omdat zij de straf begrijpen waarmee zij geconfronteerd worden. Zoals onze Heer in de verzen zes t/m elf in Sutat al-Mulk hierboven heeft vermeldt zullen zij praten over hun spijt dat ze dit niet begrepen hebben toen zij nog in de wereld waren.
Zulk leed is begrijpelijk omdat de straf waarmee zij geconfronteerd worden ontzettend vreselijk en pijnlijk zal zijn. In de verzen wordt er vermeld dat de hel de ergste plek is om in te verblijven.
… En dat is de slechtste eindbestemming! (Surah Ali 'Imran: 162)
… En dat is de slechtste bestemming! (Surat an-Nisa: 115)
Hun verblijfplaats is de Hel. En het is de slechtste plaats voor de onrechtplegers. (Surah Ali 'Imran: 151)
De Hel, waarin zij zullen branden, dat is de slechtste verblijfplaats! (Surah Ibrahim: 29)
De hel wordt in een soortgelijke wijze in de hadiths van de Profeet (saas) beschreven:
Onder de mensen van de hel zijn er die tot aan hun enkels in het vuur verzonken zijn, sommigen tot aan hun knieën, sommigen tot aan hun middel en sommigen tot aan hun keel. (Muslim)
De bewoners van de hel zullen in groepen in deze slechte verblijfplaats worden gegooid. In een vers noemt Allah dit als “Dan worden zij hals over kop daarin geslingerd, zij en de dwalenden." (Surat ash-Shu'ara: 94). Uit dit vers wordt duidelijk dat alle ongelovigen, inclusief de mensen die arrogant waren, rijkdom hadden en die gerespecteerd werden, in het vuur zullen worden gegooid als waardeloze massa’s. Als antwoord op hun arrogantie in de wereld zullen ze op die dag vernederd en veracht worden.
In de hel zullen zij nooit gerespecteerd worden en zullen zijn nooit genade ontvangen. Als brandhout van de hel zullen zij voor eeuwig in pijn en droevigheid leven. Allah onthult dit feit in de verzen als volgt:
Voorwaar, jullie en wat jullie naast Allah aanbidden, zullen brandstof zijn voor de Hel, jullie zullen er binnengaan. (Surat al-Anbiya': 98)
… en zij zijn brandstof voor de Hel. (Surah Ali 'Imran: 10)
Allah informeert ons in de Koran over verschillende soorten straf in de hel. De meeste mensen zullen er “vele tijden” verblijven. Met andere woorden, zij zullen voor eeuwig worden gekweld. Sommige van de straffen kunnen we als volgt beschrijven:
In het dertiende vers van Surat al-Furqan, vermeldt Allah dat de ongelovigen in een gebonden toestand uitgeworpen worden naar een nauwe plaats. Als men voor maar een paar minuten in een nauwe plek afgesloten zit wordt men al gespannen. De gedachte van het omringd zijn door vier muren is vaak al ondragelijk. De kwelling van de hel is echter niet te vergelijken met de kwelling van de wereld. Opgesloten in die nauwe plek zullen zij ook onderworpen worden aan vuur. Ook zullen zij aan elkaar vastgebonden zijn met kettingen. Zij zullen niet eens kunnen bewegen, laat staan ontsnappen aan het vuur. Alleen al het denken aan een dergelijke scène is al pijnlijk.
In een ander vers informeert Allah dat ongelovigen zullen verblijven in schaduwen van zwarte rook (Surat al-Waqia: 43). In het algemeen doet het woord “schaduw” mensen denken aan verkoeling. Echter, dit is niet het geval in de hel. Allah informeert ons dat er in de hel geen verkoeling of verfrissing is.
Een andere vorm van kwelling in de hel is dat men niet kan sterven. De dood is vorm van verlossing. Om deze reden zal Allah de mensen van de hel niet laten sterven zoals Hij zegt in het vers "En de dood komt tot hem van alle kanten, maar hij sterft niet." (Surat Ibrahim: 17). Zij zullen elke soort aanval ondergaan die, onder normale omstandigheden, de dood als resultaat zou hebben. Ondanks dit zullen zij niet sterven maar in plaats daarvan meer kwelling ondergaan in hun oneindige leven in het hiernamaals, zolang Allah het wil.
Het feit dat er geen andere dood in het Hiernamaals zal zijn, is ook genoemd door de profeet Mohammed (saas):
Wanneer de bewoners van de Tuin naar de Tuin zijn gegaan en de gevangenen van het Vuur naar het Vuur zijn gegaan, zal de dood geroepen worden en worden geplaatst tussen de Tuin en het Vuur. Daarna zal het volgende worden omgeroepen: “Bewoners van de Tuin! Er is geen dood meer! Gevangenen van het Vuur! Er is geen dood meer!” Dit zal het genot van de bewoners van de Tuin verhogen en het verdriet van de gevangenen van het Vuur vergroten. (Muslim)
In deze wereld zorgen zware brandwonden al gauw voor de dood. De mens kan heel slecht tegen vuur. Zelfs als men niet sterft maar alleen gewond is geraakt, duurt het heel lang voordat de wonden goed genezen. In de hel is de kwelling van het vuur niet te vergelijken met het vuur wat we in deze wereld kennen. In de hel worden huiden vervangen wanneer zij afgebrand zijn om de veroordeelden meer pijn te laten proeven (Surat an-Nisa: 56). Het komt er op neer dat men in de hel door vuur een oneindigende pijn zal lijden zolang als Allah dat wilt.
Allah beschrijft een andere vorm van kwelling veroorzaakt door het vuur in het dertiende vers van Surat adh-Dhariyat waar Hij zegt dat de metgezellen van het vuur door het vuur zullen worden gekweld. Het is onwaarschijnlijk om de pijn te begrijpen die in een dergelijke situatie veroorzaakt zou worden. Als wordt bedacht wat voor een pijn een kleine brandwond veroorzaakt in deze wereld, kan men zich enigszins indenken wat voor een vreselijke pijn de kwelling in de hel zal geven. Wanneer deze kwelling gaande is, zal de mens ook het volgende ondergaan:
Zij zullen in ketenen gebonden worden. (Surat al-Haqqa: 32)
Voor hen zijn er ketenen en kettingen bereid. (Surat al-Insan: 4)
Zij zullen worden geslagen met knotsen van ijzer. (Surat al-Hajj: 21)
Hun voorhoofden, zijden en hun ruggen zullen worden verband. (Surat at-Tawba: 35)
Kokend water zal op hun hoofden worden gegoten. (Surat al-Hajj: 19)
Zij zullen kleding hebben gemaakt teer. (Surah Ibrahim: 50)
Zij zullen geen koele, verfrissende drank vinden. Op die dag is er alleen kokend water (Surat Sad: 57) en pus (Surat al-Haqqa: 36).
Het enige voedsel dat de mensen van de hel hebben, is het fruit van de bittere doorn en de boom van de Zaqqum boom. Allah informeert hoe Zaqqum een kwelling zal zijn voor ongelovigen:
Voorwaar, de Zaqqum boom. Voedsel van de zondaar. Als gesmolten metaal dat in de buiken kookt. Als kokend heet water. Grijpt hem en sleept hem naar het midden van de Hel. Daarna wordt een bestraffing van de Hel over zijn hoofd uitgegoten. Proeft (deze bestraffing), voorwaar, jij bent de geweldige, de nobele. (Wordt er spottend tot de misdadiger gezegd). Voorwaar, dit is dat waarover jullie in twijfel plachten te verkeren. (Surat ad-Dukhan: 43-50)
Van de beschrijvingen van de Koran weten we dat het voedsel van de hel een verstikkend effect op mensen zal hebben. Zij zullen proberen om etter te drinken, maar zonder effect; zij zullen het nooit door kunnen slikken. Pus, wat een van de walgelijkste dingen in deze wereld is in uiterlijk en geur, zal ook een voedsel zijn voor de mensen van de hel. Dit zal een grote pijn veroorzaken bij de mensen van de hel maar, vanwege hongersnood, zullen zij geen andere keus hebben dan het te eten. Toch zal het hun honger niet stillen. Zij zullen ook eeuwig de pijn van honger voelen.
Er is voor hen geen ander voedsel dan van doornen. Dat niet dik maakt en de honger niet stilt. (Surat al-Ghashiyya: 6-7)
Allah geeft andere beschrijvingen in de Koran over de kwelling in de hel:
Zij zullen het daarin uitgillen (Surat al-Anbiya': 100)
Zij verblijven eeuwig daarin. (Surat an-Naba: 23)
… en de straf zal niet voor hen worden verlicht en er zal voor hen geen uitstel verleend worden. (Surah Ali 'Imran: 88)
Zij zullen uit de Hel willen ontsnappen, maar er is voor hen geen ontsnapping daaruit. (Surat al-Maida: 37)
They will call out, "Malik (Master), let your Lord put an end to us!" He will say, "You will stay the way you are. We brought you the truth but most of you hated the truth." (Surat az-Zukhruf: 77-78)
Deze kwellingen zullen een ondefinieerbaar leed en spijt veroorzaken bij ongelovigen. Om verlost te worden zullen zij vele keren smeken om te sterven. Allah beschrijft in de Koran de gesprekken van de mensen in de hel als volgt:
Zij roepen: “O Malik (bewaker van de Hel), laat jouw Heer een eind aan ons maken.” Hij zegt: “Voorwaar, jullie blijven hier.” Voorzeker, Wij hebben jullie de Waarheid gebracht, maar de meeste van jullie haten de Waarheid. (Surat az-Zukhruf: 77-78)
Het zich afkeren van het geloof (deen) en de waarschuwingen niet in acht nemen zullen schadelijk zijn voor deze mensen, zoals Allah vermeldt in de Koran. Allah zal de roep van deze mensen niet beantwoorden en Hij zal hen in kwelling laten zolang Hij wenst.
Dit zijn slechts enkele van de kwellingen die zullen worden toegepast op de mensen die Allah en het Hiernamaals ontkenden en die de waarschuwingen over het bestaan van de hel en het paradijs negeerden. Er is een andere kwelling, een die altijd bij de ongelovigen zal blijven. Dit is het gevoel van spijt dat geen moment vergeten kan worden. Dit gevoel zal groter worden door het leed dat wordt veroorzaakt omdat men naar de hel wordt gestuurd, de meest afschuwelijke plaats die men ooit kan zien. Zoals eerder gezegd, zullen de ongelovigen op elk moment dat ze gekweld worden zich herinneren dat als zij de goede weg hadden gevolgd dit alles niet zou gebeuren. Er is geen manier om deze spijt te ontwijken.
Doordat zij geproefd hebben hoe zwaar de straf is, zullen de ongelovigen vol spijt zijn dat zij niet in Allah geloofden toen zij nog in de wereld waren. Deze spijt zal de situatie niet veranderen. In de wereld kregen zij vele kansen die zij niet benutten. Wanneer zij dit begrijpen, zullen zij zich beklagen over iedereen en alles wat hun van Allah en het Hiernamaals had afgeleid en hen in de wereldse zaken deed opgaan.
In de Koran is de spijt die de ongelovigen voelen vol met woede zoals Allah in het volgende vers noemt:
Op de Dag waarop hun gezichten zullen worden rondgedraaid in de Hel zeggen zij: “Hadden wij Allah maar gehoorzaamd en hadden wij de Boodschapper maar gehoorzaamd.” En zij zeggen: “Onze Heer, voorwaar, wij gehoorzaamden onze leiders en onze vooraanstaanden, waarop zij ons van de Weg deden afdwalen. Onze Heer, tref hen met het dubbele van de bestraffing en vervloek hen met een grote vervloeking.” (Surat al-Ahzab: 66-68)
Totdat, wanneer hij tot Ons komt, hij (tot zijn metgezel) zegt: “O wee, was de afstand tussen mij en jou maar als die van de twee oosten, (jij bent) de slechtste metgezel.” Maar het zal jullie op die Dag niet baten, wanneer jullie onrecht pleegden, dat jullie in de bestraffing bij elkaar zijn. (Surat az-Zukhruf: 38-39)
Zoals het vers suggereert, hopen zij zichzelf te redden door de schuld te geven aan degenen die hen misleid hadden van het rechte pad. Echter, Allah heeft iedereen een geweten gegeven zodat hij naar het rechte pad geleid kon worden. Allah heeft de mens ook de wil gegeven om beslissingen uit te voeren. Op deze wijze heeft de mens de keuze en kennis voor beide alternatieven: het goede en het slechte. Hierdoor is de keuze van de mens geheel zijn eigen keuze. Allah weet of iemand geloof of ontkenning diep in zijn hart heeft. De mensen die anderen zullen leiden naar de hel en de mensen die hen volgen zullen allen gestraft worden. Op die dag zal niemand de verantwoordelijkheid voor de zonden van anderen dragen.
Toen deze mensen elkaar verleidden om te zondigen, kwam het waarschijnlijk vaak bij hen op dat zij zich hierover zouden moeten verantwoorden in het Hiernamaals. Zij kozen er echter voor om dit onderwerp als onbelangrijk te behandelen. Zij moedigden elkaar aan om Allah te ontkennen, zeggende “Ik zal de verantwoordelijkheid dragen voor wat je doet”. Aan de andere kant maakte satan verleidende beloften aan hen en misleidde hij hen naar het slechte pad. Allah informeert ons echter met het vers "…en hij zal alleen tot Ons komen." (Surat Maryam: 80), dat deze beloften niet zullen helpen.
Op die dag zullen de ongelovigen duidelijk zien dat zij alleen zijn. Zij zullen één belangrijk feit begrijpen: behalve Allah heeft de mens geen vriend of beschermer. In de hel zullen hun mentoren en iedereen die zij als vriend zagen in deze wereld hen alleen laten. Ook de satan die zij in plaats van Allah als beschermer namen, zal ontrouw aan hen zijn en zal hen op de volgende wijze toespreken:
De satan zei, nadat de zaak besloten was: “Voorwaar, Allah heeft jullie een ware belofte gedaan, en ik heb jullie een belofte gedaan, maar ik liet jullie daarna in de steek. Ik had geen macht over jullie, behalve dat ik jullie heb geroepen, waarop jullie mij gehoorzaamden, verwijt mij daarom niets! Verwijten jullie jezelf maar. Ik kan jullie niet helpen en jullie kunnen mij niet helpen. Voorwaar, ik verwerp het, dat jullie mij voorheen als deelgenoot (aan Allah) toekenden.” Voorwaar, voor de onrechtplegers is er een pijnlijke bestraffing. (Surah Ibrahim: 22)
Het zien van de ontrouw van iedereen die zij als vriend beschouwden zal een andere bron van spijt zijn voor ongelovigen. Dan zullen zij duidelijk begrijpen dat zij bij niemand anders dan Allah hun toevlucht kunnen zoeken. Omdat zij zien dat dit begrip hen niet zal helpen zal dit hun problemen vergroten. Op die dag zullen ze onderling redetwisten. Ondertussen zullen zij hun zonden toegeven. Allah beschrijft deze situatie als volgt:
Zij zeggen, terwijl zij met elkaar redetwisten: “Bij Allah, wij verkeerden zeker in een duidelijke dwaling. Dat wij jullie (de afgoden) gelijkstelden met de Heer der Werelden. En alleen de misdadigers hebben ons doen afdwalen. En wij hebben geen voorsprekers. En geen boezemvriend. Was er voor ons maar een weg terug, dan zouden wij tot de gelovigen behoren.” (Surat ash-Shu'ara: 96-102)
Zoals in de genoemde verzen wordt vermeld, wensen de ongelovigen vol spijt dat zij terug konden keren naar de wereld zodat zij goede daden kunnen verrichten waarmee zij het goede zouden krijgen in het Hiernamaals. Echter dit is een onaanvaardbare wens. Zij beseffen dat alles – rijkdom, schoonheid, carrière enz. – wat zij zochten in de wereld waardeloos is in het Hiernamaals. Allah beschrijft een aantal van hun berouwvolle uitdrukkingen in de Koran:
En wat betreft degene die zijn boek in zijn linkerhand gegeven zal worden, hij zal zeggen: “Wee mij! Was mijn boek maar niet (aan mij) gegeven! ” En ik weet niet hoe mijn afrekening zal zijn. Was de dood maar de beëindiger van alles. Mijn bezittingen baten mij niet. Mijn macht is van mij heengegaan.” (Allah zegt:) “Grijpt hem en bindt zijn handen om zijn nek. En doet hem de Hel binnengaan. Voert hem daarna binnen in ketenen waarvan de lengte zeventig ellen is. Voorwaar, hij geloofde niet in Allah, de Geweldige. En hij moedigde niet aan tot het voeden van de armen. Op deze Dag heeft hij hier geen trouwe vriend. (Surat al-Haqqa: 25-35)
En op de dag dat de Hel wordt getoond, op die Dag zal de mens zich (zijn slechte daden) herinneren, maar wat baat hem dan nog de herinnering. Hij zegt: “Wee, had ik maar goede (daden) verricht tijdens mijn leven.” (Surat al-Fajr: 23-24)
Als zij ook nog eens de grote vreugde en het geluk van de bewoners van de Tuin zien, wordt de spijt van de ongelovigen verergerd. Zij zien het opvallende verschil tussen de levens van de bewoners van de Tuin en dat van henzelf. Allah brengt dit verschil tussen de bewoners van de Tuin en de bewoners van het Vuur onder de aandacht. Allah beschrijft het uiterlijk van de bewoners van het Vuur als volgt in de Koran:
Hun ogen zullen angstig teneergeslagen zijn, vernedering zal hen bedekken. (Surat al-Qalam: 43)
En gezichten zullen op die Dag duister zijn. (Surat al-Qiyama: 24)
Aan de andere kant beschrijft Allah de gezichten van de bewoners van de Tuin als volgt:
Gezichten (van de gelovigen) zullen op die Dag stralen. Lachend, verblijd. (Surah Abasa: 38-39)
De ongelovigen zullen geen ander voedsel vinden dan kokend water, pus, bittere doornen en de Zaqqum boom. De gelovigen zullen aan de andere kant beloond worden met rivieren van melk en honing, heerlijke dranken opgediend in bekers, allerlei soorten fruit en wat hun ziel ook maar wenst. In een vers beschrijft Allah het voedsel van de bewoners van de Tuin als volgt:
Is het geluk van het Paradijs dat aan de Godsvrezenden beloofd is, waarin rivieren zijn met versblijvend water en van melk waarvan de smaak niet verandert en rivieren van wijn als een genieting voor hen die drinken en rivieren van zuivere honing en waarin voor hen allerlei vruchten zijn en vergeving van hun Heer; gelijk aan de ellende van hen die eeuwig levenden in de Hel zijn, in wie kokend water wordt gegoten dat hun ingewanden dan aan stukken snijdt? (Surah Muhammad: 15)
Er kan geen vergelijking gemaakt worden tussen de gunsten die aan de gelovigen geschonken worden en het voedsel van de ongelovigen (wat de honger niet stilt en wat een eeuwige bron van kwelling zal zijn). Zij zullen voor eeuwig worden blootgesteld aan het vuur, hun huid zal worden hersteld wanneer het is afgebrand en zij zullen roepen om verlichting en verkoeling. Zij zullen smachten naar de gunsten die aan de bewoners van de Tuin zijn geschonken. Terwijl de bewoners van de Tuin in de schaduw rusten zal hen door de bewoners van het Vuur worden gevraagd of zij gunsten met hen willen delen. In de Koran vermeldt onze Heer hun situatie als volgt:
En de bewoners van de Hel roepen tot de bewoners van het Paradijs: “Stort over ons water uit of van dat waar Allah jullie mee voorzien heeft” Zij zeggen: “Voorwaar, Allah heeft dit verboden voor de ongelovigen.” (Surat al-Araf: 50)
Het roepen van de ongelovigen zal nooit beantwoord worden. Allah zegt dit in een vers:
... Voorwaar, Wij hebben voor de onrechtplegers het vuur voorbereid, waarvan de rook hen als een tent omhult. En als zij hulp vragen, worden zij geholpen met water als gesmolten koper dat hun gezichten roostert. De slechtste drank en de slechtste verblijfplaats! (Surat al-Kahf: 29)
Aan de andere kant zal Allah de bewoners van de Tuin groene kleding geven van fijne zijde en rijk brokaat en armbanden van goud en zilver. Ondertussen zullen de bewoners van het Vuur kleding hebben van teer en vuur. De gelovigen zullen in verheven kamers verblijven, rustend op “lux geweven banken”, voortreffelijke tapijten en banken met rijk brokaat. Ongelovigen zullen echter de hel als rustplaats hebben en bedekkende lagen boven hen.
Allah informeert ons in de Koran dat de gelovigen zullen krijgen wat zij maar wensen en dat de bewoners van de Tuin met een blij een vredig leven zullen worden geëerd in de Tuin.
Voor hen is er bij hun Heer wat zij maar wensen. (Surat ash-Shura: 22)
Allah heeft hen beschermd voor het kwaad van die Dag en heeft hen glans en blijdschap doen ontmoeten. (Surat al-Insan: 11)
Als de ongelovigen een gewetensvolle en oprechte houding in de wereld hadden ingenomen en zich hadden gehouden aan de geboden van Allah dan zouden zij nu niet blootgesteld worden aan de kwelling van hel. De ongelovigen zullen zo meer spijt voelen wanneer zij denken aan de bewoners van de Tuin. Allah beschrijft deze kwelling in de hel en de spijt die zij voelen als een “lijden” en zegt dat al hun pogingen om te ontsnappen aan deze kwelling zal resulteren in een andere straf:
Telkens wanneer zij van ellende eruit willen gaan, worden zij erin teruggebracht (en wordt gezegd:) “Proeft de brandende bestraffing!” (Surat al-Hajj: 22)
Dit is omdat de hel een plek is waar niet men niet uit kan ontsnappen. In deze plek, brengt het gevoel van spijt geen voordeel aan de mens. Het begrip “spijt” is in de hel niet gedefinieerd. Op het moment van overlijden zullen de engelen hen zeggen dat zij nooit meer iets goeds zullen meemaken tenzij Allah het anders wilt:
Op de Dag waarop zij de Engelen zullen zien, op die Dag zal er geen verheugende tijding voor de misdadigers zijn, en zij zullen zeggen: “Weest ver verwijderd!” (Surat al-Furqan: 22)
Om deze reden zien de ongelovigen hun eigen vernietiging als enige verlossing. Zij zullen tevergeefs smeken om hun vernietiging. Dit is omdat aan hen een heel leven geschonken was wat lang genoeg was om zich te vermanen maar zij hebben bewust voor ontkenning gekozen en keerden zich van de waarheid. Als resultaat hiervan zal Allah hen het volgende zeggen:
Smeekt op die Dag niet om één vernietiging, smeekt om vele vernietigingen! (Surat al-Furqan: 14)
“Brandt erin en weest geduldig of weest ongeduldig; het zal voor jullie niets uitmaken. Voorwaar, jullie worden slechts vergolden naar wat jullie plachten te verrichtten.” (Surat at-Tur: 16)
In het veertigste vers van Surat al-Araf beschrijft Allah, dat het onmogelijk is dat de ongelovigen de hel zullen verlaten en de Tuin zullen binnengaan. Allah zegt hierover dat zij het paradijs niet zullen binnengaan totdat de kameel door het oog van de naald gaat. Allah zegt dat de ongelovigen afgedankt en vergeten zullen worden omdat zij zich in de wereld afkeerde van de juiste weg en hun ontmoeting van de Dag des Oordeels negeerden. Zij zullen geen hulp krijgen van Allah:
Hij (Allah) zal zeggen: “Zo is het. Onze Tekenen zijn tot jou gekomen, maar jij vergat ze, en daarom wordt jij vandaag vergeten.” (Surah Taha: 126)
Op die Dag wordt gezegd: “Wij vergeten jullie zoals jullie de ontmoeting met deze Dag van jullie hebben vergeten en jullie verblijfplaats is de Hel en voor jullie zijn er geen helpers.” (Surat al-Jathiyya: 34)
(Zij zijn) degenen die hun godsdienst als vermaak en spel beschouwden en degenen die bedrogen zijn door het wereldse leven. Op de Dag (der Opstanding) vergeten Wij hen zoals zij de ontmoeting met deze Dag van hen vergaten en omdat zij Onze Tekenen plachten te ontkennen. (Surat al-Araf: 51)
Zij zullen Allah smeken om gered te worden van het vuur en Allah zal hen op de volgende wijze beantwoorden:
“Onze Heer, haal ons hieruit! Als wij het herhalen: voorwaar, dan zijn wij onrechtvaardigen.” Hij zei: “Blijft daarin en lijdt. En spreekt niet tot Mij.” (Surat al-Muminun: 107-108)
De ongelovigen zullen een vreselijke straf krijgen. Deze straf zal zijn dan men alleen zal zijn in de kwelling en geen hulp zal ontvangen. Allah zal hen niet Zijn genade tonen, zal hen niet beschermen en zal hun zonden en fouten niet vergeven. Als zij hun toevlucht bij Allah hadden gezocht toen zij nog leefden dan zouden zij Allah Meest Vergevend en Meest Genadevol tegenover hen hebben gevonden. Echter wanneer zij de hel binnengaan, zullen deze feiten hen niet helpen.
Na alles wat gezegd is, moet men nu nadenken over een aantal feiten: dat Allah vol genade en barmhartigheid is voor Zijn dienaren en dat men alleen Allah als vriend en beschermer moet nemen. Wanneer de poorten van de hel achter iemand gesloten zijn dan zullen zijn niet geopend worden voor zolang als Allah dat wilt en er zullen geen kansen meer worden gegeven zoals die in deze wereld gegeven worden. In de Koran beschrijft Allah de weg naar de verlossing als volgt:
Behalve degenen die berouw hebben en zich beteren en zich aan Allah vasthouden en hun godsdienst voor Allah zuiveren: zij zijn bij de gelovigen. En Allah zal de gelovigen een geweldige beloning geven. Waarom zal Allah jullie bestraffen, indien jullie dankbaar zijn en geloven. En Allah is Waarderend, Alwetend. (Surat an-Nisa: 146-147)