En keert terug tot jullie Heer, en geeft jullie over aan Hem voordat de bestraffing tot jullie komt waarna jullie niet geholpen worden. En volgt op de beste wijze wat aan jullie is neergezonden van jullie Heer, voordat de bestraffing onverwacht tot jullie komt, terwijl jullie het niet beseffen. (Surat az-Zumar: 54-55)
Wanneer iemand zich in een levensgevaarlijke situatie bevindt, begint zijn “geweten” vlug zijn leven te bekijken en evalueert het zijn daden. Als deze persoon niet geleefd heeft volgens de godsdienst (deen) van Allah en zich niet bezig hield met goede daden, dan zal hij overmand worden door een grote spijt. Veel dingen die gedurende zijn hele leven genegeerd werden komen plotseling helder te voorschijn. Hij realiseert, misschien voor de eerste keer in zijn leven, hoe nabij de dood is. Hij erkent dat hij met het wereldse leven dat hij geleid heeft het Paradijs niet verdiend. Hij realiseert zich dat hij ondankbaar was aan Allah en hij voelt dat dit niet onbeantwoord zal blijven. Een vreselijke angst die hij nog nooit heeft gevoeld omringt hem en hij begrijpt dat alleen Allah hem kan redden van de situatie waarin hij zich bevindt. Dan belooft hij Allah om dankbaar en goed te blijven en zich altijd deze situatie te herinneren. Hij smeekt Allah oprecht om gered te worden van het gevaar waarin hij zich bevindt. Hij vraagt om gered te worden en om enkel één kans te krijgen om in leven te blijven…
Echter na het overleven van een dergelijke levensgevaarlijke situatie houden sommige mensen zich niet aan hun woord en aan hun beloftes die zij aan Allah gegeven hadden. Zodra een dergelijk persoon door Allah gered wordt, keert de persoon terug naar zijn oude levenswijze. De gevoelens van spijt en onderwerping hebben plaats gemaakt voor gevoelens van ondankbaarheid. Hij vergeet waar hij aan dacht en wat hij zich realiseerde op het moment dat hij geconfronteerd werd met de dood. Met het zelfvertrouwen dat hij verkreeg door het overwinnen van het gevaar keert hij zich af van Allah als of hij niet de persoon was die spijt had gevoeld en die Allah oprecht had gesmeekt. Hij vervolgt zijn leven nu nog meer gehecht aan de wereld alsof hij een korte tijd geleden niet in een kwetsbare situatie verkeerde. In de Koran worden een aantal voorbeelden gegeven van de psychologische situatie van zulke mensen:
Hij is het die jullie in staat stelt om over land en over de zee te reizen, totdat wanneer jullie in de schepen zijn en deze met hen voortvaren met een gunstige wind en zij zich daarover verheugen, en er dan een stormachtige wind tot hen komt. En wanneer de golven van alle kanten tot hen komen en zij ervan overtuigd zijn dat zij door hen zijn ingesloten, dan roepen zij Allah aan, Hem zuiver aanbiddend: “Als U ons hieruit redt, dan zullen wij zeker tot de dankbaren behoren.” Toen Hij hen dan gered had, handelden zij buitensporig op aarde, zonder recht. O mensen, jullie buitensporigheid is slechts ten nadele van jullie, (het is) als een genieting van het wereldse leven. Vervolgens is jullie terugkeer tot Ons, waarna Wij jullie zullen inlichten over wat jullie plachten te doen. (Surah Yunus: 22-23)
En als de tegenspoed jullie op zee getroffen heeft, verdwijnt degene die jullie aanroepen, behalve Hij. Toen Hij jullie naar het land redde, wendden jullie je af. En de mens is ondankbaar! Voelen jullie je er veilig voor, dat Hij jullie niet in de aarde weg doet zinken wanneer jullie op het land zijn, of stenen over jullie zendt? Vervolgens vinden jullie geen beschermer voor jullie. (Surat al-Isra: 67-68 )
Zoals benadrukt wordt in het vers hierboven, hoe kan iemand er zeker van zijn dat hij niet met een soortgelijk of een totaal verschillend gevaar zal worden geconfronteerd? Aan de andere kant, hoe kan men zich veilig voelen dat hij een volgende keer weer gered zal worden? Men kan zonder twijfel nooit garanderen dat deze dingen niet zouden kunnen gebeuren. Bedenk ook dat het ontsnappen aan een gevaar niets uitmaakt in iemand zijn leven. Uiteindelijk zal men op een dag sterven, precies op het moment wanneer de tijd die voor hem bepaald is opgebruikt is. Dan zal hij spijt voelen maar dit zal hem niet helpen.
Dat is de psychische situatie van de personen die verwijderd van de godsdienst (deen) leven. Allah legt deze situatie als volgt uit:
En wanneer tegenslag de mens treft, dan roept hij Ons aan, liggend, zittend of staande. En als Wij dan de tegenslag van hem hebben weggenomen, dan vervolgt hij (zijn slechte pad) alsof hij Ons nooit heeft aangeroepen wegens een tegenslag die hem trof. Zo is voor de buitensporigen schoonschijnend gemaakt wat zij plachten te doen. (Surah Yunus: 12)
En wanneer tegenspoed de mensen treft, dan roepen zij hun Heer aan, als berouwvollen tot Hem. Daarna, wanneer Hij hen Barmhartigheid van Hem doet proeven, dan kent een groep van hen deelgenoten aan hun Heer toe. (Surat ar-Rum: 33)
De mensen die in deze verzen beschreven zijn, richten zich tot Allah wanneer zij met moeilijkheden geconfronteerd worden. Echter zodra zij uit het probleem geholpen zijn vergeten zij de beloften die zij aan Allah gedaan hebben en tonen zij ondankbaarheid. Deze houding verklaart dat de spijt die zij voelden kwam uit de hulpeloosheid die men voelt in een moeilijke situatie.
De spijt die door gelovigen wordt gevoeld is heel anders dan de bovengenoemde spijt omdat het het grootste voordeel voor de mens brengt. Echte spijt wordt niet meteen vergeten. Het beweegt een persoon en zorgt zelfs voor fundamentele veranderingen in zijn karakter. Een persoon die oprechte spijt voelt in zijn hart leeft de rest van het leven wat hem gegeven is in overeenstemming met de instemming van Allah, hopend op de genade en de vergeving van Allah. Wanneer de omstandigheden veranderen of wanneer er een nieuwe kans wordt gegeven, durft hij nooit meer om terug te keren naar zijn vroegere leven, wetend dat zulke ondankbaarheid een verlies voor hem betekent.
Allah verteld in de Koran over de psychische gesteldheid van mensen die geconfronteerd worden met de dood op het schip zodat het een waarschuwing is voor alle mensen. Dit omdat hun aard in het bewustzijn van elk individu bestaat. Door het leren van een les van dit voorbeeld wat in de verzen hierboven beschreven is, kan men serieus dit negatieve aspect van zijn eigen ziel vermijden en zijn geweten oprecht ondervragen. Daarna moet hij zichzelf de volgende vragen stellen:
“In wat voor een psychische toestand zou ik verkeren als ik in een zelfde situatie was? Wat zou er voor zorgen dat ik spijt zou hebben? Wat voor radicale veranderingen in mijn karakter zou ik mijzelf beloven als ik zou worden gered van het gevaar? Wat zou ik opgeven nog langer te doen en welke beslissingen zou ik oprecht in praktijk brengen?”
Om over deze punten na te denken en zich er naar te gedragen, is het niet eens nodig om fysiek in gevaar te zijn. Het is goed mogelijk dat iemand die niet nadenkt over een dergelijke mogelijkheid het heel gauw zal ondervinden. Of het kan zijn dat hij een heel leven lang niet geconfronteerd zal worden met een dergelijk gevaar. In beide gevallen is er echter één ding zeker: wanneer het vastgestelde moment van de dood van een persoon hem ontmoet, zal hij plotseling de engelen van de dood naast hem vinden. Op dit moment, wanneer hij de dood geheel erkent, zal hij zeker dingen hebben om spijt over te hebben als hij niet een leven geleid heeft op de weg van Allah.
Om spijt in deze wereld en in het Hiernamaals te vermijden is het enige wat men moet doen zich te richten tot Allah, zijn verplichtingen naar Allah nakomen en zich aan de geboden van Allah houden zoals deze in Koran genoemd worden. De dood is te nabij, de mens moet dus nooit dingen uitstellen waar hij verantwoordelijk voor wordt gehouden. Hij moet zijn oprechte beslissingen in de praktijk brengen met geduld en vastberadenheid. De oprechtheid en nabijheid van de mens tot Allah moeten de oprechtheid zijn die men voelt in tijden van gevaar en hulpeloosheid, zo niet meer.
Het belangrijkste feit om te onthouden is het volgende: het hoofddoel van het bestaan van de mens in deze wereld is om Allah te dienen en om een dienaar te zijn die Zijn tevredenheid verdient. Alles naast dit – namelijk het succes, de bezittingen, de familie, de carrière etc van een persoon – zijn enkel middelen waarmee men dichter bij Allah kan komen. De moeite die personen doen om enkel deze middelen te verkrijgen, terwijl zij onderbewust vergeten dat deze gunsten hun gegeven zijn door Allah zodat zij dankbaar aan Hem zouden zijn, zal voor niets zijn tenzij Allah anders wil. Tijdelijke voordelen verkregen in deze wereld helpen de mens niets in het Hiernamaals. In een vers benadrukt Allah dat dit het soort mens is dat het meest overmand zal worden door spijt:
Zeg (O Mohammed): “Zullen wij jullie op de hoogte brengen van wie de grootste verliezers zijn door (hun) daden?” (Het zijn) degenen wiens daden vruchteloos waren in het wereldse leven. En zij dachten dat zij goed werk verrichtten. Zij zijn degenen die niet geloven in de Tekenen van hun Heer en in de ontmoeting met Hem. Hun daden zijn vruchteloos en Wij kennen hun (daden) op de Dag der Opstanding geen gewicht toe. (Surat al-Kahf: 103-105)
Als men de tevredenheid van Allah in deze wereld verkrijgt door zijn houding en zijn normen en waarden, dan zal Allah hem zeker beschermen in deze wereld en verder. Als hij echter de mogelijkheid in deze wereld verliest dan zal deze vreselijke fout hem spijten op het moment dat de engelen van de dood voor hem verschijnen. Deze fout, die hoogstwaarschijnlijk niet gecompenseerd zal worden, zal de reden zijn voor eeuwige spijt zijn tenzij Allah anders wil. In de Koran beschrijft Allah de spijt die mensen in Zijn aanwezigheid voelen als volgt:
Hij zegt: “Wee, had ik maar goede (daden) verricht tijdens mijn leven.” (Surat al-Fajr: 24)
... En hij zei: “Wee mij, had ik maar mijn Heer niet één deelgenoot toegekend!” (Surat al-Kahf: 42)
“Wee, mij had ik maar een weg genomen met de Boodschapper!” (Surat al-Furqan: 27)
Een persoon die niet wanhopig deze woorden zou willen uiten, moet nu op dit moment zich onderwerpen aan onze Heer en leven volgens de principes bepaald door zijn Schepper.
Het leven van deze wereld is een belangrijke kans die gegeven wordt zodat de mens een perfect en eeuwig leven kan verdienen in het Hiernamaals. Zij die geen gebruik maken van deze kans en een leven leiden dat ver verwijderd is van de religie van Islam zullen spijt hebben van elk moment dat zij in de wereld doorbrachten wanneer zij de kwelling in het Hiernamaals zien. Dit komt omdat deze mensen meerdere malen gewaarschuwd zijn over het bestaan van de twee verblijven – de hel en het paradijs. Hen werd ook verteld dat hun gedrag zou bepalen welke verblijfplaats zij zouden verdienen zoals de Profeet (saas) zei, “De wereld is de boerderij van het Hiernamaals.(Ihya' al-ulum, iv, 14.)
Allah zorgt genadevol voor training voor de mensheid voor dit gevoel van spijt in deze wereld door de gedachten en gevoelens van mensen te stimuleren nadat zij spijt gevoeld hebben, zodat zij zich kunnen sparen voor dit onherroepbare einde. Allah geeft mensen ook een bepaalde hoeveelheid tijd zodat zij zich zelf kunnen reinigen van hun fouten en verkeerde houdingen. Elk mens krijgt gedurende zijn leven de kans om berouw te hebben en de rest van zijn leven te vervolgen op de weg van Allah.
Vanuit dit punt gezien is het gevoel van spijt eigenlijk een grote kans die Allah de mens schenkt. Dit is omdat na een grote spijt gevoeld te hebben als men zich daarna tot Allah richt, Allah hem eeuwige verlossing schenkt vanwege zijn oprechtheid. Andersom, als men achteloos deze waarschuwingen en kansen negeert, dan zal zijn straf spijt en rouw zijn over het feit dat hij niet gered kan worden tenzij Allah het wil.
In de Koran noemt Allah verschillende voorbeelden van mensen die spijt hadden van hun fouten. Deze gevoelens van spijt zorgden ervoor dat een groep mensen zich tot Allah richtten en dat zij gered werden van het herhalen van hun fout voor de rest van hun leven. Een andere groep vergat deze spijt helemaal na verloop van tijd en vanwege terugkerende onwetendheid werden zij weer opstandig zoals eerst.
Allah vertelt ons in de Koran dat de spijt die gevoeld werd door de drie mensen die niet meededen aan een veldslag gedurende het leven van de Profeet Mohammed (saas) als een passend voorbeeld van spijt:
Voorzeker, Allah heeft het berouw van de Profeet aanvaard en van de Uitgewekenen en de Helpers die hem volgden in het uur van de nood, nadat de harten van een groep van hen bijna geneigd was (zich af te wenden), daarna aanvaardde Hij hun berouw. Voorwaar, Hij is voor hen Meest Genadig, Meest Barmhartig. En (ook) tegenover de drie die waren achtergebleven totdat de aarde met (al) haar wijdheid voor hen te nauw werd en zij benauwdheid voelden en zij ervan overtuigd waren dat er geen toevluchtsoord was tegen de (bestraffing van) Allah, behalve bij Hem. Daarna aanvaardde Hij hun berouw opdat zij berouwvol zouden blijven. Voorwaar, Allah, Hij is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. (Surat at-Tawba: 117-118)
Zoals we kunnen leren van de verzen hierboven voelden de drie mensen die achterbleven een grote spijt in hun hart. Vervolgens beseften zijn dat de enige manier om van deze spijt gered te worden zou zijn om berouw te tonen en toevlucht te zoeken bij Allah. Dit is de oprechte spijt die mensen mobiliseert, verandert en hen aanspoort om hun fouten te verbeteren. Zulke oprechte mensen zullen een leven leiden in overeenstemming met de instemming van Allah en zij hopen op de barmhartigheid en genade van Allah. Allah vertelt ons in de Koran dat Hij zeker het berouw accepteert van Zijn dienaren en het hen vergeeft:
Behalve degene die berouw toont en gelooft en goede daden verricht. Voor diegenen wisselt Allah hun zonden in voor goede daden. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. En wie berouw toont en goede daden verricht: voorwaar, hij wendt zich berouwvol tot Allah. (Surat al-Furqan: 70-71)
En degenen die slechte werken verrichtten en die daarna berouw toonden en geloofden: voorwaar, jouw Heer is dan daarna zeker Vergevensgezind, Meest Barmhartig. (Surat al-Araf: 153)
En voorwaar, Ik ben zeker een Vergevensgezinde voor degene die berouw toonde en geloofde en goede daden verrichtte en vervolgens Leiding volgde. (Surah Ta Ha: 82)
In de Koran wordt ook verteld dat de volken naar wie profeten waren gestuurd spijt hadden van hun misdaden. Evenzo het volk van de Profeet Musa dat niet wachten kon op zijn terugkeer van de berg van Sinaï met de boodschap van Allah. Zij vergaten Allah en keerden terug tot het aanbidden van afgoden. Allah beschrijft de grote spijt van dit volk vanwege hun zonde als volgt:
En het volk van Moesa maakte, na zijn vertrek, van hun sieraden een afgodsbeeld met het lichaam van een kalf dat een loeiend geluid maakte. Beseften zij niet dat het in werkelijkheid niet tot hen kon spreken en hen geen weg kon wijzen? Zij namen het (ter aanbidding) en zij waren onrechtplegers. En toen spijt hen van voor en van achter overviel en zij zagen dat zij waarlijk gedwaald hadden, zeiden zij: “Als onze Heer ons niet begenadigt en ons niet vergeeft, dan zullen wij zeker tot de verliezers behoren.” (Surat al-Araf: 148-149)
Allah benadrukt spijt wederom in de Koran in het verhaal van de twee eigenaren van de tuin. Allah gaf hen een tuin als een gunst. Echter, zij werden arrogant en beschouwden de tuin als hun bezit en vergaten om dankbaar te zijn aan Allah. De straf die zij ontvingen zorgde ervoor dat zij spijt kregen van hun daden en zij richtten zich tot Allah. De verzen over de eigenaren van de tuin zijn als volgt:
Wij hebben hen beproefd zoals Wij de bezitters van de tuin hebben beproefd, toen zij zwoeren in de morgen van haar (vruchten) te zullen plukken. Maar zij zeiden niet “als Allah het wil”. Toen ging er een bezoeking (storm) van jouw Heer in haar rond, terwijl zij sliepen. Zij werd als een verschroeid stoppelveld. Toen riepen zij tot elkaar in de ochtend. “Gaat deze ochtend naar jullie akkers, als jullie van plan zijn om te oogsten.” Zo vertrokken zij, terwijl zij naar elkaar fluisterden. (Zei zeiden:) “Laat er deze dag geen enkele arme bij jullie binnengaan.” En zij vertrokken die ochtend, vastbesloten om (de armen) te weren. Maar toen zij de tuin zagen, zeiden zij: “Voorwaar, wij zijn zeker dwalenden. Wij zijn beroofd.” De meest wijze onder hen zei: “Hadden jullie maar de Glorie van Allah geprezen!” Zij zeiden: “Heilig is onze Heer: voorwaar, wij waren onrechtvaardig.” Toen keerde de ene groep zich tegen de andere, elkaar verwijten makend. Zij zeiden: “Wee ons! Voorwaar, wij waren buitensporig. Hopelijk zal onze Heer ons een betere (tuin) in plaats van deze geven: voorwaar, wij hopen vurig (op vergeving) van onze Heer.” (Surat al-Qalam: 17-32)
Echter als omstandigheden veranderen en mensen een nieuwe kans krijgen, vergeten veel mensen de waarschuwing die hen spijt had moeten geven en hen had moeten aansporen tot het doen van goede daden. Zij die de waarschuwingen negeren en terugkeren naar hun vorige houdingen zullen zeker gestraft worden tenzij ze op tijd berouw tonen zoals het geval was met Thamud, het volk van de Profeet Salih. Deze mensen verwierpen schaamteloos de waarschuwingen van de Profeet Salih, terwijl zij wisten dat zij spijt zouden hebben van hun onontkoombare ondergang. Allah zal nooit Zijn belofte breken voor het uit laten voeren van Zijn bevel. Allah informeert ons in de Koran over dit feit, dat een les zal zijn voor alle mensen:
Hij (Salih) zei: “Dit is een vrouwtjeskameel, zij heeft recht om te drinken en jullie hebben recht om te drinken, (ieder) op een vastgestelde dag.” En treft haar niet met kwaad, want dan zal de straf van een Geweldige Dag jullie treffen. Toen slachtten zij haar, daarna werden zij berouwvollen. Toen trof de bestraffing hen. Voorwaar, daarin is zeker een Teken, maar de meesten van hen zijn geen gelovigen. En voorwaar, jouw Heer is zeker Hij, de Almachtige, de Meest Barmhartige. (Surat ash-Shu'ara: 155-159)
Een persoon moet zich realiseren dat Allah rechtvaardig is. Hij laat geen enkele overtreding onbeantwoord; echter Hij is ook zeer gul in het belonen van goede daden die voor Hem zijn gedaan. Hij geeft goed nieuws over Zijn genade en het paradijs voor de mensen die zich met oprecht berouw tot Hem richten. Dit in beschouwing genomen moet men zich het volgende afvragen: wetend dat spijt in deze wereld veel problemen geeft, is het het waard om het risico te lopen om een spijt te voelen die eeuwig kan duren? Niet te vergeten dat deze spijt gevoeld zal worden in het nooit eindigende Hiernamaals in de hel…
Niemand zal het risico willen nemen om een dergelijke spijt te voelen in het Hiernamaals. In dit geval is wat men moet doen duidelijk: elke persoon in deze wereld heeft nog tijd om deze kans te grijpen. De persoon die gebruik maakt van deze gunst van Allah zal niet alleen worden gered van het vuur maar zal ook erfgenaam worden van de zegeningen van deze wereld en van het eeuwige Hiernamaals.
Hierom moet elke persoon die deze zegeningen wil bereiken en de spijt van de metgezellen van het vuur wil vermijden zichzelf toewijden aan het verdienen van de tevredenheid van Allah. Men moet onvoorwaardelijk de route volgen die de mens van de duisternis naar het licht brengt. Allah beschrijft deze route in de volgende verzen:
Hij is Degene Die jullie Barmhartigheid schenkt en Zijn engelen (smeken om vergeving voor jullie), opdat Hij jullie uit de duisternissen naar het licht zal brengen, en Hij is voor de gelovigen Meest Barmhartig. Hun begroeting op de Dag van de ontmoeting met Hem is: “Salam!” (Vrede!) En Hij heeft voor hen een edele beloning bereid. (Surat al-Ahzab: 43-44)