Schattige Eekhoorntjes Met Lange Staarten

Bilal en Dawoed waren twee vrienden die heel goed met elkaar konden opschieten. Ze hadden net een boek gelezen over het leven van dieren en hadden er veel plezier aan beleefd. Hoe opwindend zou het zijn om deze dieren beter te leren kennen! Op een avond spraken ze met hun familie en haalden hen over om in het
weekend een uitstapje naar het bos te maken. Onderweg stelden ze elkaar vragen over de dieren die ze daar zouden gaan zien. Zodra ze uit de auto stapten, renden ze tussen de bomen door. Hun families zaten op banken en begonnen te praten. Bilal en Dawoed vroegen toestemming om rond te lopen omdat ze graag wat dieren wilden zien.

Nadat ze een eindje gelopen hadden, hoorden ze iets bewegen tussen de bladeren.

“Dawoed, kijk daar!” zei Bilal. “Ik denk dat het een eekhoorntje is!”

“Kom op!” zei Dawoed, “Laten we van dichtbij kijken.”

Het was daadwerkelijk een eekhoorntje, en die zei: “Jullie lijken mij twee heel nieuwsgierige jongens. Ik kan jullie alles vertellen wat je maar wil weten.”

“Ja, alsjeblieft," zei Dawoed.

“Ik vroeg me af waarom jullie zo’n lange staart hebben,” zei Bilal.

“Allereerst,” begon de eekhoorn, “kan ik veel kanten op in de bomen. Bijvoorbeeld, met mijn scherpe klauwen kan ik heel gemakkelijk in de bomen klimmen. Ik kan op de takken rennen,
ondersteboven hangen en zelfs zo lopen. Mijn familie en ik worden “grijze eekhoorns” genoemd en we kunnen gemakkelijk van de top van de ene boom naar de andere springen (4 meter). We springen in de lucht alsof we vliegen; we openen dan alle vier onze armen en benen en zweven door de lucht. We maken onze staart plat voor de balans en gebruiken hem als een roer om richting te geven.

Dawoed zei: “Ik las in een boek dat sommige eekhoorns kunnen vliegen. Hebben vliegende eekhoorns alleen maar lange staarten nodig om te vliegen?”

“Ja,” antwoordde de eekhoorn. “In Australië zijn sommige soorten eekhoorns die kunnen vliegen. Ze zijn tussen de 45 en 90 cm lang. Ze bewegen zich van boom naar boom met lange sprongen. In plaats van vleugels hebben ze zweefmembranen (een vlies tussen de voor- en achterpoten) en ze bewegen tussen de bomen als zweefvliegtuigjes. Het zweefmembraan van de sugarglider (soort eekhoorn) spant bijvoorbeeld van zijn voorpoten helemaal tot zijn achterpoten. Een vliegende eekhoorn kan van de stam van een boom springen, met zijn vel helemaal strak zodat hij eruit ziet als een zweefvliegtuigje. Hij kan dan wel 30 meter reizen met één enkele sprong. Men heeft wel eens gezien dat ze in zes zweefvluchten achter elkaar, wel 530 meter aflegden.

“Als ze springen, hoe schatten ze dan de verschillende afstanden tussen bomen die zover van elkaar afstaan?” vroeg Bilal zich af. “Om op de juiste plek te landen moeten ze berekeningen maken. Slechts een kleine fout en ze zouden op de grond vallen.”

De eekhoorn bevestigde: “Helemaal waar. Wanneer we springen, richten we ons op kleine takjes, en we moeten voorzichtig springen om op de juiste plek te landen. Om dit te doen, gebruiken we onze achterpoten, onze scherpe ogen, die goed afstanden kunnen inschatten, onze sterke klauwen en onze staarten die ons in balans houden. Degene Die ons deze talenten heeft gegeven en ons heeft geleerd hoe we ze moeten gebruiken isonze Almachtige Heer. Want het zou voor ons zeker niet mogelijk zijn om een meetlat te nemen om de hoogte van de bomen en de afstand tussen de takken te meten.”

sincap

Dawoed vroeg: “Gebruiken jullie je staarten ook nog voor andere dingen?”

Billal voegde toe: “Ik heb eens een documentaire gezien. Kleine dieren verliezen lichaamswarmte als ze niet bewegen. Als het koud is, lopen ze het risico om te bevriezen, vooral wanneer ze slapen. Maar, net als bij alle andere dieren, heeft Allah ook een oplossing voor eekhoorns om zichzelf te beschermen in moeilijke weersomstandigheden. Eekhoorns hebben een dikke bontstaart die ze om zich heen wikkelen en zo slapen ze opgerold als een balletje. Deze dikke staart is als een winterjas die hen beschermt tegen het bevriezen als ze in de kou slapen.”

“Ja, dat is waar,” bevestigde de eenhoorn. “Bij koud weer houden onze staarten ons warm. Maar we gebruiken onze staarten ook nog voor iets anders. Net als andere dieren, hebben wij eekhoorns verschillende manieren om met elkaar te praten. Neem bijvoorbeeld de rode eekhoorns. Wanneer ze een vijand zien,
schudden ze hun staarten en maken ze opgewonden geluidjes.”

Dawoed wees: “Kijk eens hoeveel nootjes je hebt verzameld. Je zult wel erg hongerig zijn”.

De eekhoorn vertelde verder: “Het is voor ons moeilijk om in de winter voedsel te vinden, dus we bereiden ons voor op de winter door in de zomer eten te verzamelen. We moeten erg voorzichtig zijn als we ons eten opslaan. We kunnen geen fruit bewaren, want dat gaat snel rotten. Om geen honger te lijden in de winter, moeten we eten verzamelen dat lang bewaard kan worden, zoals noten, dennenappels en dat soort dingen. Begrijp je? Ik ga deze noten bewaren om in de winter te eten”.

Dawoed voegde toe: “Het is Allah Die alle schepsels leert hoe ze eten moeten zoeken en bewaren; Hij is het Die ieder schepsel dat Hij heeft geschapen zijn dagelijkse eten geeft. Eén van de kenmerken van Allah is ‘de Schenker van levensonderhoud’, omdat Hij voedsel geeft aan ieder levend wezen dat Hij heeft geschapen. De Koran vertelt ons hoe barmhartig en genadevol Allah is: “En hoeveel levende wezens zijn er niet, die niet over hun levensonderhoud beschikken? Allah voorziet hen en jullie (ook). En Hij is Alhorend, Alwetend”. (Soerah al-Ankaboet 29:60)

Daarna zei de eekhoorn: “Allah heeft ieder schepsel dat Hij heeft geschapen talenten gegeven om zich aan te kunnen passen aan de omgeving waarin het leeft. Het is niet voldoende voor ons om voedsel te vinden en het op te slaan. Wanneer de winter komt, moeten we ook de plek kunnen terugvinden waar we het hebben verstopt. We kunnen dit doen door het wonderlijke reukvermogen dat onze Heer ons heeft gegeven. We kunnen zelfs noten ruiken die met 30 cm sneeuw zijn bedekt.

sincap

We slaan het voedsel dat we verzamelen in meerdere plaatsen op. Maar later vergeten we waar we het hebben verstopt. Allah echter laat ons dit om een bepaalde reden vergeten. In de loop van de tijd zal het eten dat we onder de grond van het bos hebben verstopt, ontkiemen en er zullen nieuwe bomen groeien.

Bilal had nagedacht: “Noten en kastanjes hebben hele harde doppen. Wij gebruiken notenkrakers om ze open te krijgen. Hoe kunnen jullie ze openbreken zonder notenkrakers?”

“Wij hebben tanden die scherper en sterker zijn dan de tanden van mensen, legde de eekhoorn uit. “Met onze voortanden, snijtanden genoemd, kunnen we harde dingen breken, en in de ruimte achter de voortanden zitten onze kiezen. Dankzij onze scherpe tanden kunnen we de doppen van iedere noot breken, ongeacht hoe hard ze is.”

“Beschadigt dat je tanden?” vroeg Dawoed zich af.

De eekhoorn legde uit: “Ook hier kun je de perfecte harmonie zien die bestaat tussen alles in de superieure kunstzinnige schepping van onze Heer. Wanneer onze tanden afbreken of verslijten, groeien er weer nieuwe aan. Allah heeft deze mogelijkheid aan alle dieren gegeven die, zoals wij, hun eten moeten knagen.”

Bilal voegde toe: “De Koran vertelt ons over de schoonheid en de perfectie van de levende wezens die Allah heeft geschapen: ‘En in de schepping van jullie en wat er aan levende wezens (op de aarde) rondloopt zijn Tekenen voor een volk dat overtuigd is.’ (Soerah al-Djatsiyah 45:4)

sincap

Dawoed bevestigde: “We moeten onthouden dat Allah op ieder moment alles onder controle heeft. We moeten Hem danken voor elke zegening die Hij ons heeft gegeven, bidden dat we zijn geliefde dienaren mogen zijn en om zijn vergeving vragen.”

“Ja, je hebt gelijk,” zei Bilal. “Het wordt al laat, Dawoed. Laten we nu teruggaan. Bedankt voor wat je ons hebt verteld, kleine eekhoorn.”

“Tot ziens, kleine vrienden,” zei de eekhoorn.

Anaas was een leuke, nette en hardwerkende jongen. Om één of andere reden moest zijn vader naar een andere stad verhuizen en Anaas moest al zijn vriendjes achterlaten.

Kort nadat Anaas en zijn ouders verhuisd waren naar hun nieuwe flat, kwamen de buren op visite. Anaas was erg blij, want er waren verschillende kinderen van zijn leeftijd. Anaas vond zijn nieuwe vriendjes erg aardig en in de loop van de tijd werden ze dikke vrienden. Maar er was een kleiner jongetje in de groep -hij heette Irfan- die altijd de spelletjes kwam verstoren als ze aan het spelen waren. Hij wilde dat ze allemaal speelden wat hij wilde en als hij zijn zin niet kreeg, werd hij boos op hen.

Op een dag, toen alle jongens in de tuin speelden, kwam Irfan bij hen. Ze speelden met nieuw speelgoed van Anaas . Toen Irfan erbij kwam, werd iedereen onrustig want ze wisten dat als hij erbij kwam, er altijd ruzie kwam. Deze keer lieten de jongens hem daarom niet meespelen. Irfan werd erg boos. Hij pakte Anaas ’nieu we speelgoed af en gooide het op de grond en maakte het kapot. Anaas was heel erg overstuur en hij begon, samen met zijn vriendjes, met Irfan te bekvechten. Oom Afsar hoorde de stemmen van de jongens en keek uit het raam. Oom Afsar hield heel veel van de jongens, had altijd interesse in hen en sprak vaak met hen over het bestaan van Allah, de zegeningen die Hij geeft en de daden van aanbidding die Hij verlangt. Toen hij de jongens zag bekvechten, kwam hij direct naar beneden. Irfan huilde. De jongens vertelden oom Afsar wat er gebeurd was en gingen allemaal in de tuin zitten om te praten.

DEEL
logo
logo
logo
logo
logo
Downloaden
  • Amar en de Schildpad
  • Hoessein en de Olifant
  • Wat Rasjied Leerde van Zijn Broer
  • Omar en de Pinguïn
  • Djamal en de Papegaai
  • In Alles Zit Iets Goeds
  • Ahmed en de Gelukkige Eend
  • Schattige Eekhoorntjes Met Lange Staarten
  • Het Is Belangrijk om het Goede Woord na te Leven
  • De Reinheid van Gelovigen
  • Naïem en de Mooie Pauw
  • Anwar en de Kleine Vogel
  • Ali’s Kleine Vriendje
  • Maqsoed en het Katje
  • Saïed en de Inktvis
  • Kamal en het Zeepaardje
  • Kariem en Opa Hassan
  • Opa Oethmaan en Zijn Kleinzoon
  • Onze Klas