In Alles Zit Iets Goeds

Ali is een goede leerling op de basisschool. Zijn leraar en zijn vrienden mogen hem allemaal erg graag. Hij is altijd netjes, respecteert zijn moeder, vader en alle mensen die ouder zijn dan hemzelf. Maar Ali is overgevoelig voor dingen die hem overkomen en hij piekert over dingen die nog niet eens zijn gebeurd. Bijvoorbeeld, wanneer er examens op school worden gehouden, is hij altijd bang om een slecht cijfer te krijgen, ondanks dat hij hard studeert. Hij piekert zichzelf gewoon ziek. Hierdoor kan hij zich vaak niet goed concentreren en soms geeft hij zelfs de verkeerde antwoorden op vragen die hij eigenlijk heel goed weet. Als er iets is dat Ali niet kan, of wanneer iets niet gaat zoals hij dat wil, voelt hij zich heel snel hopeloos verdrietig. Hij wordt boos op zichzelf wanneer hij zich afvraagt waarom hij iets niet kon doen of waarom iets niet goed is afgelopen.

Op een dag, toen hij van school naar huis ging, was Ali erg blij en, zoals altijd, opgewonden. Toen hij thuis aankwam stond zijn moeder in de keuken te koken. Hij begon onmiddellijk aan zijn moeder te vertellen wat er gebeurd was op school.

“Mam,” zei hij opgewonden: “We gaan in het weekend picknicken met school. We krijgen lekker eten, gaan met de bal spelen, wandelen, liedjes zingen en spelletjes doen. Is dat niet geweldig?”

“Ja, Ali, dat is heel goed nieuws,” glimlachte zijn moeder. “Kom, was nu je handen en begin met je huiswerk.”

Ali deed wat zijn moeder hem zei. Hij waste zijn handen en zijn gezicht en begon aan zijn huiswerk. Maar hij was nog steeds opgewonden. Hij dacht eraan hoeveel plezier ze zou den hebben tijdens de picknick. Opeens bedacht hij iets. Hij dacht: “Wat als ik nou ziek ben dit weekend? Dan kan ik niet mee naar de picknick. Dan moet ik thuis blijven in bed terwijl mijn vrienden allemaal spelen”. Opeens werd hij helemaal somber. Al zijn vreugde was verdwenen. Terwijl hij zijn huiswerk deed, dacht hij na.

Tegen etenstijd kwam Ali’s vader thuis. Ali’s moeder riep hen aan tafel. Ze zaten allemaal samen aan tafel. Ali was stil en somber door de slechte gedachten in zijn hoofd. Zijn moeder was erg verrast door deze verandering in hem. Het viel Ali’s vader ook op hoe somber hij was. Zoals altijd begonnen ze een gesprek.

“Wat heb je vandaag op school gedaan?” vroeg zijn vader.

düşünmek

“We hebben wat nieuwe dingen geleerd, pap,” antwoordde Ali: “Tijdens rekenles ging ik naar het bord en loste de vragen op die de leraar ons opgaf.”

“Ga je je vader het goede nieuws niet vertellen dat je vandaag kreeg, Ali?” vroeg zijn moeder.

“We gaan picknicken in het weekend, pap.”

“Dat is goed nieuws, Ali,” zijn vader lachte, “Maar je lijkt er niet al te blij mee.”

Zijn moeder voegde toe: “Je was echt blij toen je uit school kwam, maar nu lijk je verdrietig.”

Ali antwoordde, “Ja, ik was blij, maar toen dacht ik aan iets waardoor ik triest werd.”
“Waarom ben je triest, Ali?” vroeg zijn vader.

ali ve babası

"Aren't you going to tell your father the good news you got today, Ali?" his mother asked.

"We're going on a picnic on the week-end, Dad."

"That's good news, Ali," his father smiled, "But you don't seem too happy about it."

His mother added: "You were really happy when you came from school, but now you look sad."

Ali answered, "Yes, I was happy, but then I had a thought that depressed me."

Ali vertelde hem: “Als ik ziek wordt in het weekend en niet naar de picknick kan gaan, dan zal ik heel erg ongelukkig zijn.”

Zijn moeder probeerde hem gerust te stellen: “Ali, je bent op dit moment niet ziek en we kunnen niet weten wat er later gaat gebeuren. Denk je dat het goed is om verdrietig te zijn over iets dat misschien wel helemaal niet gaat gebeuren…. ?

Zijn vader voegde toe: “Kijk Ali, doordat satan deze slechte gedachten in jouw hoofd heeft gebracht ben je overstuur over dingen die nog niet eens gebeurd zijn. Dit wordt onrust genoemd. Alle slechte gedachten die in ons hoofd komen, of alle bezorgdheid die we in ons hart voelen, zijn zorgen die door Satan gezonden worden. Allah vertelt ons in de Koran wat we moeten doen wanneer dit gebeurt: “En wanneer een influistering van de Satan jou ingefluisterd wordt, zoek dan je toevlucht bij Allah. Voorwaar, Hij is Alhorend, Alwetend.” (Soerah al-A’Raf 7:200)

“Ali,” zegt moeder, “wanneer deze slechte gedachten in je hoofd komen, richt je dan direct tot Allah en doe een gebed.”

Zijn vader ging verder: “Allah heeft alles wat ons in ons leven overkomt, vooraf al voorbestemd. En Hij heeft altijd het beste met ons voor. Als je niet naar de picknick kunt gaan, wees er dan zeker van dat dat het beste is voor jou. Sommige mensen vergeten dat er in alles iets goeds zit, en ze worden depressief door gebeurtenissen die hen overkomen. Maar het kan zijn dat Allah hen eigenlijk heeft beschermd tegen iets ergers. Maar zo denken zij niet, dus zijn ze altijd ongerust en depressief.”

Ali knikt: “Ja, ik begrijp het nu heel goed. Van nu af aan zal ik, wanneer er een slechte gedachte in mijn hoofd komt, mij direct tot Allah richten en Hem danken dat Hij mij het beste van alles geeft.”

köpek

DEEL
logo
logo
logo
logo
logo
Downloaden
  • Amar en de Schildpad
  • Hoessein en de Olifant
  • Wat Rasjied Leerde van Zijn Broer
  • Omar en de Pinguïn
  • Djamal en de Papegaai
  • In Alles Zit Iets Goeds
  • Ahmed en de Gelukkige Eend
  • Schattige Eekhoorntjes Met Lange Staarten
  • Het Is Belangrijk om het Goede Woord na te Leven
  • De Reinheid van Gelovigen
  • Naïem en de Mooie Pauw
  • Anwar en de Kleine Vogel
  • Ali’s Kleine Vriendje
  • Maqsoed en het Katje
  • Saïed en de Inktvis
  • Kamal en het Zeepaardje
  • Kariem en Opa Hassan
  • Opa Oethmaan en Zijn Kleinzoon
  • Onze Klas