Op een dag was Zafar erg opgewonden. De leraar had hem huiswerk opgegeven met als onderwerp: wat betekent het om rein te zijn. De leraar wilde dat hij overal naar informatie over dit onderwerp zou zoeken en daarna een spreekbeurt voor de klas zou houden over wat hij had opgeschreven. Zafar dacht aan alles wat hij over reinheid wist, maar toch kon hij niet besluiten hoe hij dit aan de klas vertellen. Natuurlijk was er nog veel wat hij niet wist over het onderwerp. Toen kreeg Zafar een goed idee. Omdat de leraar had gezegd dat hij overal waar hij maar wilde informatie kon gaan zoeken, zou hij oom Hamied gaan vragen, die bij hem in de flat woonde. Hij pakte zijn pen en kladblok, kreeg toestemming van zijn moeder en ging naar oom Hamied’s woning. Oom Hamied was blij dat Zafar naar hem was gekomen voor dit onderwerp en ze begonnen te praten.
“Oom Hamied,” vroeg Zafar, “iedereen zou schoon moeten zijn, maar sommige van mijn vrienden komen ’s ochtends naar school zonder dat ze hun gezicht hebben gewassen.”
Oom Hamied antwoordde: “Zafar, in de Koran draagt Allah de gelovigen op om schoon te zijn en uit de buurt van vuil te blijven. Degenen die de regels van de Koran niet volgen, volgen ook de lessen over reinheid niet, en zullen in een slechte toestand komen. Gelovigen zijn lichamelijk erg schoon. Hun lichamen, hun voedsel, hun kleding en de plaats waar ze leven zijn altijd vlekkeloos schoon en opgeruimd. Zij proberen om iedere plek waar ze zijn te laten lijken op het mooie schone Paradijs zoals dat in de Koran staat beschreven. In de Koran vertelt Allah de gelovigen hoe ze reinheid moeten zien:
... “Ken Mij in niets deelgenoten toe en reinig Mijn Huis voor de rondgaanden en de buigenden en de knielenden. (Soerah al-Hadjj 22:26)
O jullie die geloven, eet van de goede dingen waarmee Wij jullie hebben voorzien... (Soerah al-Baqara 2:172)
En reinig jouw kleding. En vermijd de zondigheid. (Soerah al-moeddaththir 74:4-5)
Zafar vroeg toen: “Wat moeten de gelovigen dan doen om de reinheid die Allah in de Koran openbaart, toe te passen?”
“Allah heeft voor de mensen water geschapen om zich te reinigen,” zei oom Hamied. “Water is een grote zegening en voor ons een reden om Allah dankbaar te zijn. Eén van de belangrijkste dingen die we doen wanneer we ’s ochtends opstaan, is het wassen van onze handen en gezichten en te douchen om de dag helemaal schoon te beginnen.
De Koran vertelt ons dat Allah het water vanuit de hemel voor mensen laat neerdalen om zichzelf mee te reinigen: ‘...En Hij deed uit de hemel water op jullie neerdalen om jullie daarmee te reinigen en om de plaag van de Satan van jullie weg te nemen en om jullie harten te versterken en om jullie hielen te verstevigen.’ (Soerah al- Anfaal 8:11)
“In dit vers,” vertelde oom Hamied verder, “waarschuwt Allah de mensen dat Satan viezigheid aantrekkelijk laat zijn en dat hij probeert te voorkomen dat de mensen zichzelf reinigen. Satan probeert
de mensen weg te lokken van de weg van Allah en hij fluistert hen voortdurend verkeerde ideeën in hun hoofd over reinheid.
Hij probeert bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat wij het poetsen van onze tanden na het eten of het nemen van een douche, zo lang mogelijk uitstellen, door het voor ons als te veel moeite te laten lijken, zodat we het later helemaal vergeten te doen. Als dit soort fouten af en toe gebeuren, heeft dat geen ernstige gevolgen, maar in de loop van de tijd kunnen ze iemands gezondheid en uiterlijk beschadigen. En dat is precies wat Satan wil.
Hij heeft een hekel aan mensen en probeert ze in de hel te krijgen, hij wil dat zij in vuiligheid leven, hun uiterlijk bederven door een slechte huid en rottende tanden. Maar iemand die de moraal van de Koran naleeft, is oplettend en zal zich niet laten overhalen om naar die suggesties te luisteren. Hij zal geen enkele onzorgvuldigheid toelaten wanneer het om reinheid gaat. Hij is zich in alle omstandigheden bewust van het belang van reinheid.”
Toen vroeg Zafar: “Zelfs als men schoon en toonbaar is, zien sommige mensen er niet altijd hetzelfde uit. Bijvoorbeeld, ze mogen dan schoon en toonbaar zijn op feestdagen en bepaalde andere dagen, maar de rest van de tijd zien ze er vies uit. Hoe zien zij reinheid?”
Oom Hamied antwoordde door te zeggen: “Sommige mensen, zelfs als ze de moraal van de Koran niet naleven, zijn erg precies op hun reinheid. Maar zij hebben verschillende doelen en intenties dan diegenen die in Allah geloven. Het doel van deze mensen is om geen kritiek van andere mensen te krijgen en om er goed uit te zien. Omdat ze er niet aan denken om Allah te plezieren wanneer ze zichzelf reinigen, schenken ze geen aandacht aan hun reinheid en hun uiterlijk als ze alleen zijn of met mensen waar ze niets om geven. Maar een gelovige hecht waarde aan reinheid, niet om andere mensen te plezieren, maar om Allah te plezieren en om aan zijn gebod te gehoorzamen. Zelfs als hij dagenlang niemand ziet, is hij altijd schoon en netjes gekamd.”
“Bedankt voor deze informatie, oom Hamied,” zei Zafar, “Ik zal nadenken over wat u heeft gezegd en zal mijn huiswerk meteen gaan maken. Ik zal van nu af aan ook meer aandacht besteden aan mijn eigen reinheid.”
Zafar ging direct naar huis en begon te schrijven. Hij keek ernaar uit om alles wat hij had geschreven, voor te lezen aan zijn vrienden op school. Het plezier en enthousiasme dat hij voelde bij de gedachte om zijn vrienden te vertellen over de goede zeden van de Koran, is één van de tekenen van een gelovige die ieder gelovig persoon zou moeten hebben.