Op een zondagochtend gingen Ali en zijn familie picknicken. Zijn moeder zette alles op de grond.
Zijn moeder had de mand gevuld met worteltjes, Ali’s favoriete eten. Ali ging direct onder een boom zitten. Hij las een boek en at worteltjes. Hij zag een konijn naar de mand toe komen. Ali ging langzaam rechtop zitten en probeerde om het konijntje niet te laten schrikken.
“Jij hebt zeker honger, konijntje,” zei hij.
“Nou... ja. Ik houd heel erg veel van worteltjes,” gaf het konijntje toe.
“Kom maar,” zei Ali: “Laten we samen eten en praten. Er zijn veel dingen die ik je zou willen vragen...”.
Het konijn begon te spreken: “Wij konijnen leven in holen, die we onder de grond graven. Wortels passen goed in ons ondergrondse leven, want die groeien onder de grond. Dus kunnen wij ze gemakkelijk vinden. Wortels zijn ons favoriete eten en Allah heeft ons zo geschapen dat wij geen moeite hebben om ze te vinden. Omdat Allah het zo wil, hebben wij geen problemen om eten te vinden. Dit is één van de wonderen van Zijn schepping.”
Ali bedacht hoe Allah alles had geschapen op de juiste manier, zodat de dieren er gebruik van konden maken. Hij herinnerde zich de sinaasappel die hij in de winter had gegeten. Hij was verbaasd toen hij zag hoe hij in partjes uit de schil kwam zodat hij hem gemakkelijk kon opeten. Als hij in een andere vorm was gemaakt, dacht hij, was het lastig geweest om hem te eten. Sinaasappels bevatten veel vitamine C, wat goed is voor onze gezondheid, en Ali bedankte Allah voor de sinaasappels die zo goed verpakt gemaakt waren, zodat de mensen ze gemakkelijk konden eten. En natuurlijk is het ook een zegen dat we tanden hebben waarmee we ze kunnen eten. Allah had ook de konijnen hun voortanden gegeven, zodat ze aan wortels konden knagen.
“Oké,” zei Ali, “Welke andere speciale talenten heeft de Almachtige Allah jou gegeven?”
Het konijn antwoordde: “Allah heeft ieder schepsel talenten gegeven om zijn leven gemakkelijker te maken. Er zijn vele soorten konijnen in de wereld, elk met verschillende bekwaamheden. Bijvoorbeeld, konijnen die in koude gebieden leven zijn meestal wit, zodat ze moeilijk te zien zijn in de sneeuw en zich makkelijk kunnen verstoppen. Wilde konijnen, zoals ik, hebben langere poten en oren. Konijnen die in de woestijn leven hebben enorme oren. Deze helpen de konijnen om af te koelen in de hitte van de woestijn.”
Ali knikt: “Iedereen kent het verhaal over jou en de schildpad. Jij kunt hard rennen, nietwaar?”
“Ja,” knikt het konijn. “Mijn achterpoten zijn langer en krachtiger dan mijn voorpoten. Daardoor kan ik tussen zestig en zeventig kilometer per uur rennen, en soms wel zes meter springen met één enkele sprong.
“Hoe kun jij je ondergrondse huis terugvinden, en als jij er niet bent, gaat dan een ander konijn er wonen?” vroeg Ali zich af.
“Sommige dieren markeren hun huizen met een geur,” legt zijn nieuwe vriendje hem uit. “Bijvoorbeeld, herten laten een stof achter die wordt afgescheiden uit een klier onder hun ogen. De geur van deze stof markeert het territorium waarin ze leven. Wij hebben klieren in onze kaken en wij markeren onze huizen met de geur hiervan, zodat een ander konijn niet in ons huis gaat wonen en wij onze huizen gemakkelijk kunnen terugvinden. Natuurlijk is dit niet iets dat we zelf doen, maar door Allah’s inspiratie.
“Heb je ook broertjes en zusjes?” vroeg Ali.
“Wij konijnen planten ons snel voort,” antwoordde zijn vriendje. “Onze moeders zijn maar kort in verwachting, ongeveer 28 tot 33 dagen. Er worden veel baby’s tegelijk geboren. Ik heb bijvoorbeeld 15 broertjes en zusjes... De jongen blijven ongeveer één maand bij hun moeder. Konijnen hebben nog een ander kenmerk: zij kunnen 3 tot 4 dagen na hun geboorte al paren.”
Op dat moment kwam Ali’s vader erbij staan en deelnemen aan het gesprek.
“Zelfs ik wist dit allemaal niet, konijntje,” zei hij: “Dat Allah jou mag belonen. Hoe prachtig heeft Hij het hele universum geschapen en alle dingen en alle schepselen daarin. In de Koran zegt onze Almachtige Heer:
Dat is Allah, jullie Heer! Er is geen god dan Hij, Schepper van alles: aanbidt Hem dus. En Hij is over alle zaken Toezichthouder. (Soerah al- An’Am 6:102)
Hij heeft ons allemaal onze zegeningen gegeven zodat wij Hem dankbaar mogen zijn, en Zijn gunsten mogen winnen in dit aardse leven waarin wij de testen ondergaan die ons voorbereiden op het eeuwige leven. Jullie weten dat Allah ons in de Koran vertelt dat Hij ons slechts heeft geschapen om Hem te aanbidden. Het beste dat wij kunnen doen, is Hem te danken voor alle zegeningen, ons leven te leiden volgens de Koran en om te leven voor Allah. Allah zegt in de Koran:
‘En wees zelf geduldig met degenen die hun Heer in de morgen en de avond aanroepen, zij wensen Zijn aangezicht. En wend jouw ogen niet af van hen omdat jij de versierselen van het wereldse leven wenst. En gehoorzaam niet degene wiens hart Wij Onze gedachtenis hebben doen veronachtzamen en (die) zijn begeerten volgt: en hij is in overtreding in zijn zaak. (Soerah al-Kahf 18:28)
“Pap,” vroeg Ali: “Als je alleen al rondkijkt en nadenkt, is er zoveel om dankbaar voor te zijn, nietwaar? Een boom die we iedere dag zien, een vogel die vliegt, een konijntje... Wanneer je goed naar al deze dingen kijkt, zie je een perfect ontwerp in een ieder van hen. En het is alleen de perfect scheppende kracht van de Almachtige Allah die dat kan doen, nietwaar? Hoe zou een konijn anders slim genoeg zijn om al deze talenten aan te leren?”
“Je hebt gelijk Ali,” antwoordde het konijn: “Als Allah ons niet al onze talenten had gegeven toen Hij ons schiep, had geen van ons de kracht gehad om ze zelf te ontwikkelen.”
Ali’s vader voegde eraan toe: “Ali, het was een goed idee om te gaan picknicken. Eerst wilde je niet mee, maar toen leerde je dit konijntje kennen en jullie gesprek heeft je over een paar dingen aan het nadenken gezet.”
“Je hebt gelijk, pap,” gaf Ali toe. “Ons gesprek heeft me laten zien dat Allah overal is. Dank je wel, konijntje. Ik moet nu met mijn vader mee. Ik zal mijn moeder vragen of we nog meer wortels hebben en als we er nog meer hebben, dan breng ik ze naar jou. Tot straks, tot ziens voor nu.”
“Dank je wel, Ali,” zei het konijntje. “Moge Allah je zegenen.”
Voorwaar, in de hemelen en de aarde zijn zeker Tekenen voor de gelovigen. En in de schepping van jullie en wat er aan levende wezens (op aarde) rondloopt zijn Tekenen voor een volk dat overtuigd is. (Soerah al-Djatsiyah 45:3-4)