Heeft het verhaal van degenen vóór hen, hen niet bereikt. De mensen van Noeh, ‘Ad en Thamoed, het volk van Ibrahim, de bewoners van Median en de verwoeste steden, tot hen kwamen boodschappers met duidelijke bewijzen. Het was dus niet Allah die hen onrecht aandeed, maar zij deden zichzelf onrecht aan.
(Qoer-aan Soerat at-Tawba: 70)
De Goddelijke boodschap, door Allah aan de mensen doorgegeven via Zijn boodschappers, is sinds de schepping van de mens aan ons medegedeeld. Sommige maatschappijen hebben de boodschap geaccepteerd terwijl anderen hem hebben ontkend. Nu en dan accepteerde een minderheid uit een maatschappij de boodschap en volgde een boodschapper.
Maar de meerderheid van de gemeenschappen die de boodschap hebben ontvangen, hebben hem niet geaccepteerd. Zij negeerden niet alleen de boodschap die door de boodschapper werd verkondigd, maar probeerden de boodschapper en zijn volgelingen ook kwaad te doen. De boodschappers werden over het algemeen lasterlijk van “leugens, magie, geestesziekte en bedrog” beschuldigd en de leiders van vele volkeren probeerden hen zelfs te laten vermoorden.
Het enige dat de profeten van hun volk wilden was hun gehoorzaamheid aan Allah, zij vroegen er geen geld of ander werelds profijt voor terug. Noch probeerden zij hun volk te dwingen. Het enige dat zij deden was het uitnodigen van hun volk naar de religie van de waarheid en het beginnen van een andere manier van leven samen met hun volgelingen, apart van die gemeenschap.
Wat gebeurde tussen Shoe’ayb en de mensen van Madyan naar wie hij was gestuurd, illustreert de eerder genoemde relatie tussen de profeet en de gemeenschap. De reactie van de stam van Shoe’ayb op Shoe’ayb die hen opriep in Allah te geloven en het onrecht dat zij deden op te geven en de manier waarop zij eindigden zijn zeer interessant:
En tot het volk van Madyan (stuurden Wij) hun broeder Shoe’aib. Hij zei: “O mijn volk! Aanbid Allah, jullie hebben geen andere god behalve Hem en geef geen te laag gewicht, ik zie dat jullie welvarend zijn; en waarlijk ik vrees voor jullie de bestraffing van een komende Dag. En O mijn volk! Geef het volle gewicht en de volle maat in rechtvaardigheid en verminder niet de zaken waar de mensen recht op hebben en zaai geen verderf in het land, corruptie veroorzakend. Dat wat voor jullie bij Allah is achtergelaten is beter voor jullie, als jullie gelovigen zijn. En ik ben niet over jullie als hoeder ingesteld.” Zij zeiden: “O Shoe’aib! Beveelt jou gebed zo dat je ons beveelt de aanbidding die onze voorvaderen plachten te verrichten na te laten, of dat wij stoppen met onze weelde te doen wat wij willen? Waarlijk jij bent vasthoudend, rechtgeleid.” Hij zei: “O mijn volk! Vertel mij, als ik met een duidelijk bewijs van mijn Heer kom en Hij heeft mij een goed onderhoud van Hem gegeven. Ik wens niet, in tegenstelling tot jullie te doen wat ik jullie verboden heb. Ik wens slechts te herzien waar ik met mijn beste krachten toe in staat ben. En mijn leiding kan niet anders komen dan van Allah, in Hem leg ik mijn vertrouwen en aan Hem betuig ik mijn spijt.” En: “O mijn volk! Laat mijn wangedrag niet zorgen dat jullie hetzelfde lot zullen ondergaan als dat van het volk van Noeh of Hoed of Salih en het volk van Loeth is niet ver van jullie verwijderd! En vraag vergiffenis aan jullie Heer en keer je tot Hem in berouw. Waarlijk, mijn Heer is genadevol, liefhebbend.” Zij zeiden: “O Shoe’aib! Wij begrijpen niet veel van wat jij zegt en wij zien je als een zwakke onder ons. Als het niet voor je familie geweest was hadden wij je zeker gestenigd en jij bent niet machtig tegen ons.” Hij zei:
“O mijn volk! Is mijn familie dan belangrijker voor jullie dan Allah? En als jullie Hem achter jullie ruggen hebben verstopt. Waarlijk, mijn Heer omringt alles wat jullie doen.” En: “O mijn volk! Handel volgens jullie mogelijkheden en op jullie manier, en ik handel. Jullie zullen erachter komen wie het is waarop de bestraffing zal neerdalen en hem met schandelijkheid zal bedekken, en wie een leugenaar is! Pas op! Waarlijk ik pas ook met jullie op!” En toen Ons Bevel kwam hebben Wij Shoe’aib gered en degenen die met hem geloofden door een genade van Ons. En de kreet greep de zondaren en zij lagen dood, geknield in hun huizen. Alsof zij daar nooit geleefd hadden! Weg dus met de Madyan. Zoals ook de Thamoed verdwenen zijn!(Qoer-aan Soerah Hoed: 84-95)
Beramend om “Shoe’ayb te stenigen”, die niets anders had gedaan als hen tot goedheid op te roepen, werd het volk van Madyan gestraft door de toorn van Allah en zij vergingen zoals wordt beschreven in bovenstaande verzen. Het volk van Madyan is niet het enige voorbeeld. Integendeel, zoals Shoe’ayb opmerkte toen hij met zijn volk sprak, vele volkeren die het volk van Madyan voorgingen, zijn vergaan. Na Madyan zijn ook vele volkeren vernietigd door de toorn van Allah.
Op de volgende pagina’s zullen we de eerder genoemde vergane gemeenschappen en hun overblijfselen beschrijven. In de Qoer-aan, worden deze gemeenschappen in detail beschreven en mensen worden uitgenodigd deze te beschouwen en een waarschuwing te halen uit de manier waarop deze mensen eindigden.
De Qoer-aan trekt op dit punt vooral de aandacht naar het feit dat de meerderheid van deze vergane gemeenschappen een hoge beschaving hadden gevestigd. In de Qoer-aan is het kenmerk van de vergane gemeenschappen als volgt:
En hoeveel generaties hebben Wij vóór hen vernietigd, die sterker in macht dan hen waren en renden voor beschutting in het land. Konden zij een plaats vinden om te vluchten? (Qoer-aan Qaf: 36)
In het vers worden twee kenmerken van de vergane volkeren bijzonder benadrukt. Het eerste is hun “sterker in macht” zijn. Dit houdt in dat de vergane gemeenschappen een gedisciplineerd en sterk militairbureaucratisch stelsel gevestigd hadden en door geweld de macht in het gebied waarin zij leefden grepen. Het tweede punt is dat de eerder genoemde gemeenschappen grote steden stichten die zich onderscheidden door hun architecturale kenmerken.
Het is opmerkenswaardig dat beide kenmerken goed bij de hedendaagse beschaving passen, welke een verfijnde wereldcultuur heeft gevestigd door de technologie van vandaag de dag en wetenschap en gecentraliseerde landen en grote steden heeft gesticht en toch Allah ontkent en negeert, terwijl ze vergeten dat dit alles mogelijk is gemaakt door Zijn macht. Maar, zoals in het vers gezegd wordt, de beschaving die zij gevestigd hadden, konden de vergane gemeenschappen niet redden, omdat hun beschaving op de ontkenning van Allah gebaseerd was. Het einde van de hedendaagse beschaving zal niet anders zijn, zolang het op ontkenning en onheil op aarde is gebaseerd. Een aanzienlijk aantal van de incidenten van vernietiging, waarvan sommigen in de Qoer-aan verteld worden, zijn door archeologisch onderzoek in de moderne tijd bevestigd. Deze vondsten, welke duidelijk bewijzen dat de incidenten die in de Qoer-aan staan, plaats hebben gevonden, lichten de noodzaak om “van tevoren gewaarschuwd te worden”, welke zo vaak in de anekdoten van de Qoer-aan voorkomen, toe. Allah vertelt ons in de Qoer-aan dat het nodig is om “over de aarde te reizen” en te “zien wat het einde was van diegenen voor ons.”
En Wij hebben voor jou niemand gezonden behalve degenen die Wij onder de bewoners van de steden geïnspireerd hebben. Hebben zij niet over de aarde gereisd en het einde gezien van degenen die voor hen waren? En waarlijk, het huis in het hiernamaals is het beste voor degenen die Allah vrezen en Hem gehoorzamen. Begrijpen jullie dan niet? Tot de Boodschappers de hoop hebben opgegeven en dachten dat zij ontkend werden, toen kwam tot hen Onze hulp en iedereen die Wij wilden werd gered. En Onze bestraffing kan niet van de mensen die misdadigers zijn afgewend worden. Voorwaar, in hun verhalen is er een les voor de mensen van begrip. Het is niet een gedwongen uitspraak maar een bevestiging van het bestaan van de Boeken van Allah en een nauwkeurige uitleg van alles en een leiding en een genade voor de mensen die geloven. (Qoer-aan Soerah Yoesoef 109-111)
Er zijn inderdaad voorbeelden in de verhalen van voorgaande gemeenschappen voor mensen aan wie begrip geschonken is. Vergaan zijn door hun opstandigheid tegen Allah en hun afwijzing van Zijn bevelen, tonen deze gemeenschappen ons hoe zwak en machteloos de mensheid is met betrekking tot Allah. Op de volgende pagina’s zullen we deze voorbeelden, op chronologische volgorde, onderzoeken.