In de eerdere hoofdstukken werd de nadruk gelegd op de fysieke en de geestelijke schade die het terrorisme oplegt, en werd aangehaald hoe het overdragen van de moraliteit van de godsdienst in de wereld van gedachte de belangrijkste stap in de culturele strijd tegen het terrorisme is. Het verklaren van de eigenschappen van de juiste moraliteit die in het Oude en het Nieuwe Testament en de Koran staan beschreven, namelijk liefde, medeleven, tolerantie en matigheid, is de enige manier om het eindeloze bloedvergieten van het terrorisme af te schaffen. De oplossing van het terrorisme dat in naam van een godsdienst tot stand komt ligt in het bijzonder in de correcte verklaring van de godsdienst- met andere woorden in het begrijpen van het model van de moraliteit die wij eerder hebben besproken. Welk model de mensen ook voor zichzelf nemen, er moet een bron zijn die zij als een gids kunnen beschouwen. Die bron is de Koran; het model is het leven van onze Profeet Mohammed (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn). Dit hoofdstuk neemt zijn leven onder de loep, in het licht van de verzen van de Koran en de Hadith (zijn leer en uitspraken).
Op elk moment toonde onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) een ethiek die God behaagde en leefde hij op de meeste perfecte manier. Elke maatschappij die zich naar de voorbeeldige Boodschappers van God vormt zal een meest significante hindernis bezorgen voor sociale kwaden zoals het terrorisme, welke in een dergelijk milieu niet zal kunnen overleven. De terroristen hebben een tekort aan elke concept van mensenliefde. Terwijl zij agressief, onbuigzaam, onverdraagzaam zijn, en niet in staat zijn om een dialoog met hen in te gaan die verschillend denken, en geen waarde zien in ideeën van anderen, proberen zij elke debat op te lossen door middel van geweld. In elke sociale ethiek die op liefde en tolerantie wordt voortgebouwd, kunnen zij hun doelstellingen nooit bereiken.
O Prophet! We have sent you as a witness, and a bringer of good news and a warner, and a caller to Allah by His permission and a light-giving lamp. |
In de tijd van Profeet Mohammed (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn), was Arabie een woonplaats voor gemeenschappen van verschillende godsdiensten, culturen en ideeën. Joden, Christenen, Sabianen, Zoroastrianen, en afgodenaanbidders leefden allen naast elkaar, samen met vele verschillende stammen die vijandig waren tegen elkaar. Ondanks hun stam of geloof, nodigde onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) met affectie, geduld tolerantie en liefde de mensen uit tot de godsdienst. De Koran (3:19) beschrijft zijn aangename houding tegenover de mensen rond hem:
Gewis, de ware godsdienst voor Allah is de Islam. En degenen, aan wie het Boek was gegeven, verschilden eerst onderling uit afgunst, nadat kennis tot hen was gekomen. En wie de tekenen van Allah verwerpt, (wete) dat Allah vlug is in het verrekenen.
Zoals eerder werd aangehaald, openbaart de Koran dat niemand onderdrukt zou moeten worden om de islam aan te nemen. Moslims worden slechts belast met het verklaren van de religie van God. Niemand kan de anderen dwingen te geloven of te aanbidden. Slechts door de wil van God kan een persoon de ware weg vinden en gaan geloven. Onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) hield zich altijd nauwgezet vast aan dat verbod en verklaarde vaak dat een mens alleen volgens een godsdienst kan leven wanneer hij, in zijn hart, dat daadwerkelijk wilt. God vertelde onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) in één heilig vers (50:45) hoe hij zich moet gedragen ten opzichte van de anderen rond hem:
Wij weten het beste wat zij zeggen. En jij (O Mohammed) bent niet als een dwinger over hen aangesteld. Vermaan daarom met de Koran degenen die Mijn Waarschuwing vrezen.
Onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) vertelde eens een gelovige, “Ik ben gestuurd om genade te tonen”.25 De sleutel van zijn edele ethiek wordt ook in deze termen beschreven: " Wie geen barmhartigheid voor mensen heeft, zal geen barmhartigheid van Allah ontvangen'." 26 Vele Hadith betreffen onze Profeets (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) medeleven, affectie en tolerantie. Bijvoorbeeld, hij zei eens, “Wie geen barmhartigheid toont zal geen barmhartigheid ondervinden”. Verder zegt hij: Mijn Liefhebbende heeft mij negen dingen bevolen: Om Hem te vereren, uiterlijk en innerlijk; om de waarheid te spreken, en met correctheid, in voorspoed en tegenspoed…28
So that you might all believe in Allah and His Messenger and honor Him and respect Him and glorify Him in the morning and the evening. |
Jullie zullen het paradijs niet binnentreden totdat jullie geloven en jullie zullen niet geloven totdat jullie elkaar liefhebben. Zal ik jullie op iets wijzen waardoor het verrichten ervan, jullie elkaar zal doen liefhebben; begroet elkaar zovaak mogelijk met de salaamgroet. 29
In zijn verzameling van hadithinformatie, somt de grote islamitische geleerde imam Ghazali de houding van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) op tegenover de degenen rondom hem heen:
…Hij noemde gewoonlijk en eervol zijn metgezellen bij hun bijnamen en gaf gewoonlijk iemand een bijnaam die geen bijnaam had.
…Hij was zeer hartelijk en vriendelijk bij het behandelen van de mensen.
…Niemand kon in zijn bijeenkomst luid spreken.30
De liefde van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) voor zijn medemens, zijn overweging en affectie, bond diegenen rondom hem heen en moedigde hen aan om te geloven. Zijn voortreffelijke voorbeeld van moraliteit zouden alle Moslims moeten bepeinzen. Een vers (9:128) beschrijft de eigenschappen van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) die een voorbeeld is voor alle mensen:
Voorzeker, een boodschapper is uit uw midden tot u gekomen; het is hard voor hem wat u pijn doet; hij is bezorgd voor uw welzijn, liefderijk en barmhartig voor de gelovigen.
Liefde en affectie, tolerantie en medeleven, zijn gemeenschappelijke trekken van de boodschappers die God als leiders naar de ware weg heeft gestuurd. De Koran verklaart dat de andere profeten zijn geëerd met “zachtmoedige liefde” en neemt Profeet Johannes (vrede zij met hem), aan wie Hij wijsheid gaf, als een voorbeeld voor de mensheid. Vers 19:13 beschrijft dat heilige personage in deze termen:
En zachtmoedigheid van Ons en reinheid. En hij was vroom.
Onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) was voortdurend in contact met alle groepen van de maatschappij en sprak met iedereen, van diegenen met de meeste macht tot de krijgsgevangen, kinderen en wezens. Onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) voerde positieve gesprekken met mensen van verschillende sociale statussen, levensstijlen, karakters en gewoontes, en won hun affectie en behandelde hen met geduld en veel begrip.
Zoals overgeleverd werd door zijn metgezellen, was onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) “meest vriendelijk, onberispelijk moreel, elegant, beminnelijk en attent”. Zijn woorden "Ik ben slechts gestuurd om de goede manieren compleet te maken”31 is een uitdrukking van zijn goed karakter. Aisha, die hem erg goed kende, beschrijft zijn moraliteit in volgende woorden: “Zijn karakter was in overeenstemming met de Koran”.32
Anas, die in het huis van de Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) werd grootgebracht en hem jarenlang diende, beschrijft zijn beleefdheid in deze termen:
Wanneer iemand met hem sprak, verbrak hij nooit de woorden van iemand die sprak en liet hem uitpraten34
Anas bin Malik (ra) zei: " Ik bediende de boodschapper van Allah tien jaar lang. Nimmer berispte hij mij. Nimmer zelfs vroeg hij mij: "Heb je dit gedaan, of waarom heb je dat niet gedaan?"35
Gedurende zijn leven heeft onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) duizenden mensen onderwezen. Door zijn invloed, begonnen de mensen die niets over de godsdienst wisten attent te zijn, bereid te zijn om opofferingen te maken, vriendelijke houding te hebben en een betere moraliteit te ontplooien. Zelfs nu, eeuwen na zijn dood, blijft onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) de beste gids en leraar, wiens woorden en ethiek miljarden mensen blijft inspireren.
Onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) verklaarde dat het buitengewoon belangrijk was voor de gelovigen om van elkaar te houden met oprechte liefde, geen rekening te houden met persoonlijke belangen, en nooit negatieve emoties te koesteren zoals haat, woede en jaloersheid.
In de Koran (42:23), beveelt God onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) om het volgende te zeggen:
Dit is het waarvan Allah aan Zijn dienaren die geloven en goede werken doen, de blijde tijdingen geeft. Zeg: "Ik vraag u geen loon voor (mijn prediking), behalve liefde van verwanten." En hij die het goede verricht zullen Wij in goedheid doen toenemen. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Waarderend.
Sommige Hadith betreffende onze Profeets (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) liefde, vriendschap en broederschap luidt:
Een gelovige wenst voor anderen wat hij voor zichzelf wenst.36
De boodschapper van God (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) nam gewoonlijk geschenken aan en gaf gewoonlijk iets in ruil daarvoor.37
Wie zoute basilicum wordt aangeboden, mag dit niet afkeuren, omdat het licht van gewicht is en een prettige geur heeft.38
Haat elkaar niet, misgun elkaar niet, verkoop niet wat je niet in je bezit hebt, betwist elkaar niet en belaster elkaar niet. De dienaren van God zijn broeders van elkaar.39
De gewoonten van de vroegere generaties hebben jullie aangetast – jaloezie en haat. Haat is afzetterij. Jullie zullen het Paradijs niet binnentreden totdat jullie geloven. Jullie zullen niet geloven totdat jullie elkaar liefhebben. Zal ik jullie op iets wijzen waardoor het verrichten ervan, jullie elkaar zal doen liefhebben; begroet elkaar zovaak mogelijk met de salaamgroet.40
De sterke man is niet degene die goed is in worstelen, maar degene die controle over zichzelf heeft tijdens een woede-aanval.41
Vermijd afgunst, want afgunst verslindt goede daden zoals vuur brandstof verslindt.42
Moslims zijn broeders van elkaar. Zij moeten noch bedriegen, liegen, noch elkaar vernederen.43
Door de regels die hij aan de moslims heeft gegeven; door zijn juiste en verdraagzame houding ten opzichte van andere godsdiensten, talen, rassen en stammen; en door zijn gelijke behandeling van iedereen, rijk en arm, is onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) een groot voorbeeld voor de mensheid. In een vers (5:42), vertelt God hem “En indien jij oordeelt, oordeel dan onder hen met rechtvaardigheid. Voorwaar, Allah houdt van de rechtvaardigen”. De Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) deed nooit de lichtste concessie op die rechtvaardigheid, zelfs niet in de moeilijkste omstandigheden.
Vele incidenten in zijn leven bewijzen de voorbeeldige houding van de Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn). Een verscheidenheid van godsdiensten, rassen en stammen leefden allen samen in het land waar hij leefde. Deze gemeenschappen vonden het erg moeilijk om samen in vrede en veiligheid te leven, en veel minder werden diegenen in bedwang gehouden die verschil van mening wilden zaaien. Nochtans was de rechtvaardigheid van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) een bron van vrede en veiligheid, evengoed voor de niet-gelovige als voor de moslims. Tijdens zijn leven werd iedereen op het Arabische Schiereiland - Christenen, Joden of heidenen - op een juiste manier behandeld, zonder discriminatie.
De prettige houding van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn), in overeenstemming met de Koran, geeft een voorbeeld voor diegenen met verschillende religies en toont aan hoe zij zich moeten gedragen ten opzichte van elkaar. Zijn rechtvaardigheid bewerkstelligde compromissen tussen mensen van verschillende rassen. In veel van zijn toespraken, zelfs in zijn afscheidspreek, heeft hij duidelijk gemaakt dat de superioriteit van de mensen niets te maken had met de achtergrond van ras, maar met de opofferingen die zij allen gemaakt hadden voor de islam, zoals God dat in de Koran (49:13) heeft geopenbaard. Andere Hadith betreffende dit onderwerp luiden:
Alle mensen zijn afstammelingen van Adam, en Adam kwam van aarde. Laat de mensen ophouden met het opscheppen over hun gestorven voorvaderen.44
Die voorvaderen van jullie zijn niet de reden om iemand smaad aan te doen. Er is geen superioriteit voor iemand boven een ander, behalve door goddienst en taqwa (vroomheid).45
Onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) heeft nooit naar oorlog verlangd, maar heeft in de loop van de jaren grote inspanningen geleverd om de islam door vreedzame middelen uit te spreiden. Hij was geduldig in aanwezigheid van zware aanvallen en drukte, behalve wanneer het omgaan met die drukte noodzakelijk werd. Wat dat betreft gaf hij toestemming om oorlog te voeren, gezien in het licht van de openbaring van God. Hij verklaarde nooit oorlog, mits er nog de kleinste mogelijkheid tot vrede was en zolang de aanvallen en de druk van een vijand geen dodelijk gevaar vertegenwoordigden.
Tijdens het leven van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) was de Mu’tah Expeditie de bloedigste en de moeilijkste oorlog voor de moslims. Hij benoemde Zayd ibn Harithah tot de bevelhebber van het leger, en waarschuwde de troepen:
Bestrijd in de naam van God, in Gods weg, tegen diegenen die God ontkennen. Maar overtreedt de grenzen niet. Snijd niet de oren en de neuzen en andere delen van het lichaam af. Dood geen vrouwen en kinderen, de bejaarden, en vermijdt het om godsvruchtige mensen aan te tasten in hun plaatsen van aanbidding . Hak geen dadelpalm en andere bomen af, en verniel geen huizen.46
Gebaseerd op de Profetische bevelen betreffende de oorlog, worden de volgende principes, welke ook wel “De Islamitische principes van de strijd” kan worden genoemd, geschetst door de moslimgeleerden:
2.Priesters in kerken, kinderen, vrouwen, en de bejaarden mogen nooit aangetast worden
3.Gezaaide gebieden mogen niet vernield worden
4.Vredesverdragen en overeenkomsten mogen niet gebroken worden
5.Dieren mogen niet aangetast worden
6.Er mag geen wreedheid en marteling zijn
7.Steden mogen niet vernield worden 47
Het vredesverdrag van Medina, ondertekend door onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) en de Joodse en polytheïstisch gemeenschappen in de stad, was ook een belangrijk voorbeeld van rechtvaardigheid en wederzijdse eerbied tussen verschillende gemeenschappen. Het verdrag, welke opgesteld werd om een soort grondwet te vestigen tussen gemeenschappen van verschillende geloven en welke iedereen veroorloofde om zijn eigen principes na te leven, bracht vrede aan diegenen die jarenlang vijandig tegen elkaar waren geweest. Een van zijn opvallendste eigenschappen was hoe het de vrijheid van geloof vastlegde. Het artikel over dat onderwerp gaat als volgt:
De Joden van Banu ‘Awf zijn één natie met de moslims; de Joden hebben hun godsdienst, en de moslims de hunne…48
Artikel 16 van het vredesverdrag van medina luidt, “De Jood die ons volgt heeft zeker recht op onze steun en dezelfde rechten zoals die van ons. Hij zal niet geschaad worden noch wordt zijn vijand bijgestaan”.49
De opvolgers van de Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) bleven zich loyaal aan die regels houden die hij goedkeurde, breidden het zelfs uit tot Berbers, Boeddhisten, Hindoese Brahmaans en diegenen met een ander geloof.
Eén reden waarom de tijd van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) met vrede en veiligheid werd gezegend, was zijn positie van rechtvaardigheid, die overeenkwam met de ethiek van de Koran. Zelfs de buitenlandse schrijvers waren onder de indruk van zijn superieure karakter en prijsden de moraliteit van onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn) in hun werken. In The Genuine Islam (vert. De Echte Islam), beschreef George Bernard Shaw deze superieure eigenschappen:
Ik heb altijd de godsdienst van Mohammed gewaardeerd wegens zijn prachtige vitaliteit. Het is de enige godsdienst die in elke tijd aangepast kan worden en welke zich op elke tijd een beroep kan doen. Ik heb hem bestudeerd… hij zal de Redder van het Mensdom genoemd moeten worden. Ik geloof dat als de mens zoals hij de dictatuur van de moderne wereld zou moeten veronderstellen, hij op een dergelijke manier zal slagen in het oplossen van zijn problemen die de veelgevraagde vrede en geluk zou kunnen opbrengen…50
In onze eigen tijd eveneens, is het zich houden aan de moraliteit van de Koran de enige oplossing voor de conflicten, gevechten, en de instabiliteit in deze wereld. Wij zouden, net zoals onze Profeet (moge de vrede en zegeningen van Allah met hem zijn), ons nooit moeten afhouden van de rechtvaardigheid, en altijd de rechten van de verschillende gemeenschappen en individuen moeten respecteren, ongeacht hun geloof of identiteit.
25. http://www.therevival.co.uk/articles/hadith_nonviolence.htm
26. Tirmidhi Hadith
27. Sahih Bukhari, Number 91
28. http://www.dartmouth.edu/~alnur/ISLAM/PROPHET/sayings.htm
29. Sahih Bukhari, Book 8, Number 40
30. Imam Ghazzali's Ihya Ulum-Id-Din, The Book of Religious Learnings, Islamic Book Service, New Delhi, 2001, Volume II, p.240
31. Miskhat Shareef
32. Sahih Muslim Hadith
33. Maulana Muhammad Manzoor No'mani, Ma'ariful Hadith, (Meaning and Message of the Traditions), Darul – Ishaat Publications, Karachi, Volume 4, p.334
34. Shamaa-il Tirmidhi Contents, (334) Hadith Number 9
35. Shamaa-il Tirmidhi, Islamic Book Service Publications, New Delhi, 2000, Islamic Book Service, New Delhi, 2000, p. 362
36. Imam Ghazzali's Ihya Ulum-Id-Din (The Book of Religious Learnings), Islamic Book Service, New Delhi, 2001,VolumeIII, p.68
37. Sahih Bukhari, Islamic Book Service Publications, New Delhi, 2002,Volume 3, p. 597
38. Riyad-us-Saliheen, Volume 2, Compiled by Al-Imam Abu Zakariya Yahya bin Sharaf An-Nawawi Ad-Dimashqi, p. 1330
39. Imam Ghazzali's Ihya Ulum-Id-Din (The Book of Religious Learnings), Islamic Book Service, New Delhi, 2001,Volume III, p.124
40. Imam Ghazzali's Ihya Ulum-Id-Din (The Book of Religious Learnings), Islamic Book Service, New Delhi, 2001,Volume III, p.167
41. Sahih Bukhari Hadith
42. Abu Dawud Hadith
43. Tirmidhi Hadith
44. Sunan Abu Dawud, Book 41, Number 5097
45. Ahmad, 158/4
46. Bukhari
47. Ahmet Hamdi Akseki, Abdurrahman Azzam Pasa'nin "Allah'in Peygamberlerine emanet ettigi ebedi risalet", Diyanet Isleri Baskanligi Nesriyat, Ankara, 1948, önsöz
48. The Constitution of Madina, http://www.islamic-study.org/jews-prophet-p.-2.htm
49. The Constitution of Madina, http://www.islamic-study.org/jews-prophet-p.-2.htm
50. Sir George Bernard Shaw in 'The Genuine Islam,' 1936., http://www.geocities.com/Athens/Forum/9192/mainquote2.html#shaw