Zij die geloven en hun geloof niet met onrecht (afgoderij) mengen:
voor hen is er de veiligheid…
(Koran, 6:82)
Al deze besproken voorbeelden laten zien dat het organiseren van terreuracties tegen onschuldige mensen volkomen indruist tegen de islam en dat geen enkele moslim, die de verzen van de Koran en de praktijken van de profeet Mohammed als zijn gids neemt, ooit zo’n misdaad zou kunnen begaan. Integendeel, moslims zijn ervoor verantwoordelijk om deze mensen te stoppen, het "onheil op aarde" te elimineren en de vrede en veiligheid voor de gehele mensheid te waarborgen.
Het is niet mogelijk om te spreken over "christelijke terreur", "joodse terreur" of "islamitische terreur". Sterker nog, wanneer we de achtergronden van de daders, die ongeacht hun geloof zulke daden verrichten, nader onderzoeken blijkt dat het terrorisme in kwestie niet een religieus, maar een sociaal fenomeen is.
Zoals eerder aangegeven, de ware boodschap van een religie of een geloofsovertuiging kan soms door haar eigen pseudo-aanhangers vertekend worden. De kruisvaarders, wiens periode een donker tijdperk van de christelijke geschiedenis vertegenwoordigd, zijn een voorbeeld van een dergelijke vertekening.
De kruisvaarders waren Europese christenen die tegen het einde van de 11e eeuw begonnen met het ondernemen van militaire expedities om het Heilige Land (Palestina en omgeving) van de moslims terug te veroveren. Ze begonnen aan hun expeditie met een zogenaamd religieus doel, maar verwoestten toch elk stuk land dat ze betraden en verspreidden overal angst en verschrikking. Tijdens hun tocht voerden ze massa-executies uit onder de burgers en plunderden vele dorpen en steden. De verovering van Jeruzalem, waar moslims, joden en christenen in vrede leefden onder een islamitisch regime, werd het toneel van een immens bloedvergieten. Genadeloos vermoordden ze alle moslims en joden van die stad.
Zoals een historicus het verwoordde "Ze doodden alle Saracenen en Turken die ze tegenkwamen... man of vrouw."14 Eén van de kruisvaarders, Raymond van Aguilers, schepte op over dit geweld:
Er waren prachtige bezienswaardigheden te bewonderen. Sommige van onze mannen (en dit was de meest barmhartige) sneden de hoofden van hun vijanden af; anderen beschoten ze met pijlen, zodat ze uit de torens vielen; anderen martelden hen langer, door hen in de vlammen te werpen. Stapels hoofden, handen en voeten waren te zien in de straten van de stad. Het was nodig om je een weg te banen over de lichamen van mannen en paarden. Maar dit waren slechts kleine aangelegenheden in vergelijking met wat er in de tempel van Salomon gebeurde, een plaats waar normaal gesproken religieuze diensten werden gehouden... in de Tempel en op de veranda van Salomon reden mannen met het bloed tot aan hun knieën en teugels.15
In twee dagen tijd had het leger van de kruisvaarders ongeveer 40.000 moslims op de zojuist beschreven barbaarse manieren vermoordt.16
De barbaarsheid van de kruisvaarders was zo extreem dat ze tijdens de 4e Kruistocht, Constantinopel (het huidige Istanbul), een christelijke stad, plunderden en goud stalen uit de kerken.
Natuurlijk ging deze barbaarsheid volkomen in tegen de essentie van het christendom. Het christendom, in de woorden van het evangelie, is een "boodschap van liefde". In het evangelie volgens Mattheus wordt er gezegd dat de profeet Jezus (vzmh) tegen zijn volgelingen het volgende zei: "Heb uw vijanden lief en bid voor degenen die u vervolgen." (Mattheus 5:44). In het evangelie volgens Lukas wordt er gezegd dat de profeet Jezus (vzmh) zei: "Degene, die u op de wang slaat, biedt u ook de andere aan" (Lukas 6:29). In geen enkel gedeelte van de evangeliën is er een verwijzing naar de rechtvaardiging van geweld; het vermoorden van onschuldige mensen is dus ondenkbaar. Men kan het concept "het vermoorden van onschuldigen" in de Bijbel vinden, maar alleen in de poging van Koning Herodes om de profeet Jezus (vzmh) te vermoorden toen hij een baby was.
Als het christendom een religie is dat gebaseerd is op liefde en dat geen geweld herbergt, hoe konden de christelijke kruisvaarders dan één van de meest gewelddadige gruwelheden uit de geschiedenis begaan hebben? De belangrijkste reden hiervoor is dat de kruisvaarders voornamelijk uit onwetende mensen bestonden. Deze massa, die bijna niets van hun eigen religie afwist, die waarschijnlijk nooit in hun leven de bijbel hadden gelezen of gezien en die zich voor het grootste deel helemaal niet bewust waren van de morele waarden van de Bijbel, waren met propaganda slogans verleid tot barbaarsheid, die deze brutaliteiten ten onrechte presenteerden als "Gods wil". Gebruikmakend van deze frauduleuze methode werden vele aangemoedigd om vreselijke daden te begaan, die strikt verboden waren door God.
Het is vermeldenswaardig dat in die periode de Oosterse christenen - bijvoorbeeld de mensen uit Byzantium - die in cultureel opzicht ver van de Westerse christenen stonden, in grotere mate de humane waarden omarmden. Zowel voor als na de veroveringen van de kruisvaarders slaagden de orthodoxe christenen erin om met moslims samen te leven. Volgens Terry Jones, commentator bij de BBC, met de terugtrekking van de kruisvaarders uit het Midden-Oosten "begon het geciviliseerde leven opnieuw en de leden van de drie monotheïstische religies keerden terug naar een vreedzame coëxistentie."17
Het voorbeeld van de kruisvaarders wijst op een algemeen fenomeen; hoe meer onwetend of intellectueel onderontwikkeld de aanhangers van een ideologie zijn, hoe eerder ze neigen naar geweld. Dit geldt ook voor de ideologieën die niets met religie te maken hebben. Alle communistische bewegingen in de wereld neigen naar geweld. De meest barbaarse en bloeddorstigste van hen waren de Rode Khmer in Cambodja. Dit was zo omdat zij de meest onwetenden waren onder de communisten.
Onwetende mensen kunnen elk idee over geweld omhelzen tot het punt van waanzin, waardoor ze op dezelfde manier ook geweld kunnen tonen in de Goddelijke religies, die absoluut gekant zijn tegen geweld. Net als in de christelijke en joodse werelden, hebben ook voorbeelden hiervan plaatsgevonden in de islamitische wereld en vinden ze vandaag de dag nog steeds plaats.
Het is essentieel om te verwijzen naar het karakter van de bedoeïenen in de tijd van de Profeet (vzmh) om het ware gezicht van degenen die terreur plegen in de naam van de religie te zien.
Het christendom is een religie gebaseerd op liefde, maar de kruisvaarders voerden een van de meest gewelddadige handelingen in de geschiedenis uit. Deze massa's wisten bijna niets over hun religie en hadden waarschijnlijk niet één keer in hun leven de Bijbel gelezen en werden geleid in barbarij onder de conditionering van leuzen die dit geweld ten onrechte presenteerden als "Gods wil". |
In de periode van de Profeet Mohammed (vzmh) bestonden er twee fundamentele sociale structuren in Arabië: de stadsbewoners en de bedoeïenen (woestijn Arabieren). In de Arabische steden heerste een verfijnde cultuur. Handelsbetrekkingen verbonden deze steden met de externe wereld, wat bijgedragen heeft tot de vorming van goede manieren onder de Arabische stadsbewoners. Ze hadden verfijnde esthetische waarden en genoten van literatuur en in het bijzonder van de poëzie. Woestijn Arabieren aan de andere kant waren nomadenstammen die leefden in de woestijn en die een zeer ruwe cultuur hadden. Zich onbewust van kunst en literatuur, ontwikkelden de meesten van hen een ruw karakter.
De islam was ontstaan en ontwikkeld onder de burgers van Mekka, de belangrijkste stad op het schiereiland. Toen de islam zich verspreidde naar de rest van het schiereiland, omarmden alle stammen in Arabië de islam. Onder deze stammen bevonden zich ook de woestijn Arabieren, die enigszins problematisch waren: hun zwakke intellectuele en culturele achtergrond was niet genoeg om de diepgang en de nobele geest van de islam te begrijpen. Hier zegt God het volgende over in een vers:
Bedoeïenen waren ten tijde van de profeet Mohammed (vzmh) nomadische stammen uit de woestijn. Vanwege de barre omstandigheden waarin ze leefden, hadden ze een harde en ruwe cultuur. |
De bedoeïenen zijn het ergst in ongeloof en huichelarij en zijn het meest geneigd en geëigend om de bepalingen die God aan Zijn Boodschapper heeft gezonden niet te kennen. Maar God is Alwetend, Alwijs. (Koran, 9:97)
Sommige woestijn Arabieren, die "het ergst in ongeloof en huichelarij" waren en neigden om geen gehoor te geven aan Gods geboden, werden in de tijd van de Profeet (vzmh) een deel van de islamitische gemeenschap. Maar in latere perioden, als gevolg van verkeerde interpretaties en opvattingen, werden sommigen onverenigbaar met de morele waarden van de islam.
De sekte 'Kharijites' genaamd, die onder de bedoeïenen werd opgericht, was hiervan een voorbeeld. Het voornaamste kenmerk van deze perverse sekte was hun wilde en fanatieke aard (hun aanhangers werden "Kharijites" letterlijk "zij die verlaten" genoemd, omdat ze sterk afweken van de soennitische gebruiken). De 'Kharijites' die weinig begrip hadden van de essentie van de islam of van de deugden en waarden van de Koran, voerden oorlog tegen alle andere moslims en rechtvaardigden deze oorlog met sommige verzen uit de Koran, waarover zij verkeerde interpretaties maakten. Ze voerden ook 'terreuracties' uit. Hazrad Ali (ra), die één van de naaste vertrouwelingen van de Profeet (vzmh) was en die omschreven werd als de "poort tot de kennis" werd vermoord door een Kharijite.
Met andere woorden, net zoals de kruisvaarders het christendom verdraaiden en verkeerd interpreteerden, legden sommige perverse groepen, die in de islamitische wereld opdoken, de islam verkeerd uit en namen hun toevlucht tot wreedheid. Wat de religieuze sekten en de kruisvaarders gemeen hadden was hun onwetendheid, hun ongeraffineerde en onontgonnen natuur en het ontbreken van het ware begrip over hun religie. De gewelddadigheden die ze begingen waren eerder het gevolg van dit onbegrip, dan van de leer van de religie, die ze onterecht vertegenwoordigden. Ze wisten niet eens dat de fundamentele oorzaken van hun religie en werkwijze berustte op het bijgeloof dat ze hadden uitgevonden.
Het zou helemaal verkeerd zijn om te denken dat het bedoeïen karakter beperkt was tot die tijd en nu niet meer bestaat. De aanwezigheid van mensen met hetzelfde gedrag vandaag de dag is opmerkelijk. Deze mensen, die afgezien van zichzelf of de groep waartoe zij behoren niemand mogen en zelfs proberen om geweld tegen degenen die hun geloof niet delen te laten zien als een religieuze verplichting, hebben talrijke gebreken en missen de logica over hun eigen geloof. Mensen aanklagen als ongelovigen en een verkeerde interpretatie van vergelding in natura zijn voorbeelden hiervan.
In de islamitische wereld beschuldigen sommige moslims, die in dezelfde God geloven en de profeet Mohammed (vzmh) accepteren als Zijn boodschapper en de Koran zien als het ware Boek, elkaar van afvalligheid en ongeloof en doden elkaar. De massamoorden op de sjiieten en de vernietiging van sjiitische moskeeën die onlangs plaatsvonden hebben de aandacht gevestigd op een radicale afwijking in de islamitische wereld. De aanvallen van sommige sjiitische groeperingen tegen soennieten in sommige regio's, zoals Irak, hebben ook bijgedragen aan dit plaatje. Deze bloedige mentaliteit is echter niet beperkt tot deze radicale organisaties, noch is het een nieuwe kwaal.
Wat verantwoordelijk is voor de dood van moslims in Egypte, alleen maar omdat ze sjiieten zijn of diegenen die vermoord zijn en door de straten in Irak werden gesleept alleen maar omdat ze soennieten zijn, zijn de uitspraken of fatwa’s uitgesproken door een aantal zogenaamde geleerden die beweren te spreken in de naam van de islam. Deze zogenaamde geleerden spreken in hun moskeeën of op Tv-zenders en slepen met hun fatwa’s meestal onwetende mensen mee in zulke brutaliteit. In het Midden-Oosten wordt dit gebrekkige concept van religie, dat gebaseerd is op bijgeloof, gezien in de felle strijd tussen sjiitische en soennitische groepen binnen hetzelfde land. Ondertussen zijn ze ook te zien in sektarische oorlogen tussen landen die worden gevoerd door middel van gevolmachtigde groeperingen en organisaties. Natuurlijk is het geweld van deze groeperingen verkeerd, maar die fout kan niet worden gecorrigeerd zonder een terugkeer naar de Koran, de essentie van het geloof.
Deze meedogenloze geest van tweedracht ziet het vergieten van het bloed van onschuldigen als een "daad van aanbidding" en ontkent het recht op leven voor degenen die zich niet houden aan hun eigen begrip van het geloof en dit veroorzaakt de verspreiding van opruiing en onophoudelijk bloedvergieten in islamitische landen. Een van de problemen aan de basis van deze afwijkende ideologie is 'takfir':
'Takfir' betekent het beschuldigen van een persoon (of groep) als een ongelovige (kafir), die zichzelf gescheiden heeft van het geloof van de islam. Wanneer de groepen aangeduid als 'takfiri' een uitspraak doen over een persoon of een groep, verklaren zo ook dat het verplicht is voor deze mensen om gedood te worden in overeenstemming met hun onverdraagzame niet-islamitisch begrip, dat gebaseerd is op bijgeloof. Maar in de Koran geeft God geen mens het recht om iemand zijn aanhankelijkheid aan de islam te weigeren of niet te accepteren. Aan de andere kant is het aan God te beslissen over de straf wanneer een persoon zich schuldig maakt aan goddeloosheid na gelovig te zijn geweest.
1. Koeweit (het bombardement op de Imam Ja'far as-Sadiq moskee) |
Some Muslims kill one another because they follow superstitions instead of the teachings of the Qur'an. Killing has no place in Islam. |
En waarover jullie ook mogen verschillen, de beslissing ervan rust bij God… (Koran, 42:10)
...Het oordeel is slechts aan God. Hij beveelt dat jullie niets aanbidden behalve Hem: dat is de juiste en ware godsdienst, maar de meeste mensen weten het niet. (Koran, 12:40)
Vandaag de dag verklaren sommige soennitische groepen de sjiieten als ongelovigen terwijl de sjiieten de soennieten als ongelovigen verklaren. We zien dat ze elkaars naam noemen met haat, dat ze niet samen bidden en in veel regio's doden zij elkaar in een felle strijd. De grondgedachte van takfir, die in de religie van de islam is binnengedrongen, heeft geen plaats in de Koran; deze opruiing is gebaseerd op een zogenaamde hadith die bekend is als de 'al-Firqat al-Najiyah' (de bevrijdde stroming) en toegeschreven is aan de Profeet (vzmh). Het meest genoemde deel van deze gefabriceerde hadith – een die deel uitmaakt van verschillende verhalen, maar geen fundament heeft in de verzen van de Koran – is als volgt:
Deze redenering vind je terug in verschillende verhalen met diverse toevoegingen of weglatingen. In at-Tirmidhi bijvoorbeeld is er geen vermelding van "deze zullen allemaal het vuur betreden op één na". In Hakim, wordt deze hadith heel kort verteld door te zeggen "Mijn volk zal worden opgesplitst in zeventig groeperingen; de grootste zal handelen uit eigen beweging en zal wat wettig is onwettig maken en dat wat onwettig is wettig maken." (Al-Mustadrak, 4/430)
Tegenwoordig verklaren sommige soennitische groepen sjiieten als ongelovigen terwijl de sjiieten de soennieten als ongelovigen verklaren. We zien dat ze niet samen bidden. De grondgedachte van takfir, die in de religie van de islam is binnengedrongen, heeft echter geen plaats in de Koran. |
De desintegratie en fragmentatie die we in de islamitische wereld zien is het resultaat van een denkwijze die de Koran niet voldoende vindt en pogingen doet om een andere vorm van de islam tot stand te brengen door middel van bijgeloof, kwezelarij en verzonnen hadiths en tradities. In plaats van het volgen van het voorbeeld van de moslims in de tijd van onze Profeet (vzmh), maken onverdraagzame en fanatieke groeperingen hun eigen verzinsels van wat wettig en onwettig is en geloven alleen in hun eigen veronderstellingen. Zij verklaren andere moslims die de islam op een andere manier in de praktijk brengen als afvalligen. God heeft echter de gronden voor een dergelijke gedachtegang heel duidelijk in de Koran uitgesloten:
Jullie die geloven! Wanneer jullie je op de weg van God rondtrekken, onderzoek dan (nauwkeurig) en zeg niet tot degene die jullie als een moslim begroet: "Jij bent geen gelovige" simpelweg uit verlangen naar de zaken van het wereldse leven. Bij God is er buit in overvloed. Jullie waren voorheen ook in deze toestand (van de ongelovigen), maar God heeft jullie een gunst bewezen… (Koran, 4:94)
In de hadiths zien we dat de Profeet (vzmh) moslims weerhield om anderen te beschuldigen van ongeloof:
...hij die iemand als ongelovige heeft bestempeld of hem de vijand van God heeft genoemd, en degene in werkelijkheid niet zo is, zal hetgeen wat hij heeft gezegd naar hem terugkeren. (Sahih Muslim, Boek 1, Hadith 118)
…Het vervloeken van een gelovige is hetzelfde als hem vermoorden, en wie een gelovige van ongeloof beschuldigd, is alsof hij hem heeft vermoord. (Sahih Bukhari, Boek 73, Hadith 126)
Wie zoals ons bidt en zijn gezicht naar onze Qibla richt en onze geslachte dieren eet, is een moslim en valt onder de bescherming van God en Zijn apostels. Dus verraadt God niet door het verraden van hen die onder Zijn bescherming vallen. (Sahih Bukhari, Boek 8, Hadith 386)
Ieder persoon die zijn broeder noemt: O ongelovige, heeft in feite een handeling gepleegd waardoor dit ongeloof naar hem terugkeert. Als dat wat hij beweerde waar is, dan is het ongeloof van degene bevestigd, maar als het niet waar is, dan zal het naar hem terugkeren. (Sahih Muslim, Boekk 1, Hadith 117)
Wanneer iemand zijn broeder een ongelovige noemt, zal het naar hem terugkaatsen. (Sahih Muslim, Book 1, Hadith 116)
In de tijd van onze Profeet (vzmh) waren er huichelaars die in hun hart geen geloof hadden en devianten waren. God heeft ons in vele verzen in de Koran laten weten dat er mensen waren die niet tevreden waren met het oordeel van de Profeet Mohammed (vzmh), die afwijkingen in hun gedrag en moraal lieten zien en waarvan sommige zelfs heimelijk ongelovig waren. Onze Profeet (vzmh) streefde na om de religie te communiceren en bleef zich inspannen om het geloof van iedereen, zonder uitzondering, te versterken. De Profeet heeft nooit iemand beschuldigd van ongeloof. Het is niet mogelijk voor een dienaar van God om over het geloof van een persoon te oordelen of hem op basis hiervan te straffen.
God informeert ons dat als moslims onderling verschillen of een geschil hebben, het een fout is die in het hiernamaals verantwoord moet worden:
Zij die hun godsdienst opsplitsen en tot sekten zijn geworden, met hen heb jij niets gemeen. Hun zaak rust slechts bij God; Hij zal hun dan berichten over wat zij deden. (Koran, 6:159)
In de Koran worden we geïnformeerd dat moslims zich moeten verenigen en dat zij als broeders moeten leven, dat ze niet moeten scheiden en dat ze vrienden moeten zijn, alsof zij een hecht samengevoegd gebouw zijn en geen ruzie moeten maken:
Gehoorzaam God en Zijn Boodschapper en twist niet onderling, waardoor jullie ontmoedigd raken en jullie kracht verdwijnt. En wees geduldig: God is met de geduldige. (Koran, 8:46)
Wees niet als degenen die zich (onderling) verdelen en redetwisten nadat de duidelijke tekenen tot hen waren gekomen. Zij zijn degenen voor wie er een grote bestraffing is. (Koran, 3:105)
In plaats van bij te dragen aan de eenheid van de moslims zorgen degenen die uitspraken doen over afscheiding en haat of die fatwa’s geven waarbij ze anderen ongelovig verklaren ervoor dat moslims worden aangezet tot geweld en bloedvergieten. Degenen die een zogenaamde jihad voeren tegen hun medemoslims op basis van de uitspraken van hun sekteleiders begaan een ernstige fout en zullen niet in staat zijn om dit te kunnen verantwoorden in het hiernamaals. God beveelt het stichten van vrede tussen moslims met de volgende vers:
De gelovigen zijn elkaars broeders, sticht daarom vrede tussen jullie broeders. En vrees God opdat jullie barmhartigheid moge worden betoond. (Koran, 49:10)
De geboden in de Koran zijn bedoeld om de willekeurige straffen als gevolg van persoonlijke wraak en wrok, wat veelvuldig voorkwam in de Arabische samenleving ten tijde van de profeet Mohammed (vzmh), te elimineren. Het principe van afschrikking heerst door de hele Koran en is ook zichtbaar in het gebod over 'qisas' en beschermt levens door het voorkomen en elimineren van criminaliteit:
O gelovigen, vergelding in het geval van moord is aan jullie voorgeschreven; de vrije man voor de vrije man, de slaaf voor de slaaf en de vrouw voor de vrouw. Maar wie kwijtschelding krijgt van zijn broeder, compenseer het (de daad van kwijtschelding) voor hem door een gedefinieerde betaling (bloedgeld), die gedaan moet worden met juistheid en met een goede wil. Dit is een gemoedsrust en barmhartigheid van jullie Heer. En voor degenen die de grenzen overtreden (de moordenaar daarna toch doden) is er een pijnlijke bestraffing. (Koran, 2:178)
Het opmerkelijke punt in dit vers heeft betrekking op de vergelding in natura in die zin dat het vergeving en genade stimuleert en zegt dat dit een betere vorm van gedrag is. In deze betekenis is er in vergelding, het behoud en de bescherming van leven.
Er zijn echter een aantal vereisten aan de vergeldingsmogelijkheden en over de wijze van toepassing - en door wie en aan wie het toegepast moet worden. In de Koran legt God uit dat de mensen die recht hebben op vergelding de "nabestaanden" zijn:
doodt niemand - wat God verboden heeft - behalve volgens het recht. En als iemand ten onrechte is gedood dan hebben Wij zijn erfgenaam de machtiging gegeven; Maar overdrijf niet in het doden… (Koran, 17:33)
In aanvulling hierop, zoals uitgelegd in de Koran 2/178, hebben de genoemde nabestaanden de optie om af te zien van vergelding en om compensatie te vragen, ten gunste van vergeving. In een ander vers legt God uit dat vergevingsgezindheid de voorkeur heeft:
De vergelding van het kwade is het daaraan gelijke; maar wie vergeeft en verbetering voor ogen houdt, zijn loon rust bij God. Voorzeker, Hij houdt niet van de onrechtvaardigen. (Koran, 42:40)
Zoals duidelijk in de verzen van de Koran beschreven staat, is de beste manier van handelen vergevingsgezind te zijn. Er wordt uitgelegd dat dit een gedrag is waar God zelfs vóór de islam de voorkeur aan geeft:
En Wij hebben daarin (de Thora) voor hen voorgeschreven: een ziel voor een ziel, een oog voor een oog, een neus voor een neus, een oor voor een oor, een tand voor een tand, en vergelding voor wonden. Maar wie het kwijtscheldt (als een daad van goede wil): voor hem zal het dienen als boetedoening (voor zijn zonden). En wie niet oordeelt met wat God neergezonden heeft: zij zijn het die de onrechtvaardigen zijn. (Koran, 5:45)
Wanneer de leiders van de terroristische organisaties, die de religie van de islam misbruiken of de geestelijken die trachten hen te legitimeren, wordt gevraagd waarom ze fatwa's geven die bloedbaden en zelfmoordaanslagen toestaan, zullen ze zeggen dat het als vergelding is voor de aanvallen op moslims. Het is waar dat in verschillende delen van de wereld moslims worden afgeslacht, onrecht wordt aangedaan, worden onderdrukt en oneerlijk worden behandeld, maar niettemin verbiedt God met tirannie te reageren op tirannie. De manier waarop vergeving wordt aanbevolen in de geboden met betrekking tot vergelding in natura is een weerspiegeling van dit feit.
God verbiedt slechtheid in de Koran. Bovendien stelt de islam het principe van de "individualiteit van criminaliteit". Het bombarderen van mensen en hen aanvallen, ongeacht het onschuldige burgers, kinderen, vrouwen of ouderen zijn, is niets anders dan pure moord. Ook het doden van mensen vanwege hun nationaliteit, geloof of sekte of het nemen van wraak op basis van dergelijke redenen is volledig tegen de islam.
De basis van de wet van oorlog in de islam is altijd gericht op vrede, het sluiten van compromissen en vergeving. Het doel is steeds te zorgen voor de handhaving van het leven van jezelf en dat van anderen. Om deze redenen staat God het principe van "vergelding" alleen toe als afschrikmiddel tegen het opzettelijk doden en alleen onder bepaalde voorwaarden en met de beperking dat vergeving moet worden verkozen en dat het niet kan worden toegepast tegen personen of samenlevingen op basis van persoonlijke wraakgedachten.
De geboden in de Koran zijn volkomen duidelijk, maar het bestaan van mensen die proberen om terreur te plegen in de naam van de religie maakt het van essentieel belang om de psychologie van de terreur te onderzoeken:
Voor terroristen is het doden van mensen, het veroorzaken van vernietiging en verwoesting de enige manier van leven. Voor hen is bloedvergieten een bewuste daad. Ze kunnen zonder enig gevoel van mededogen op onschuldigen schieten, een bom op kinderen gooien of een huis opblazen. |
Het concept van terreur heeft in de hedendaagse taal een bredere betekenis. Over het algemeen heeft het betrekking op het plegen van gewapende aanslagen door radicale ideologische groeperingen. Terreur betekent letterlijk intimidatie. Maar deze intimidatie omvat een breed veld dat de gehele existentie van mensen inhoudt, die het intense gevaar van angst en geweld voelen. Terreur omvat intense en systematische intimidatie en is erop gericht om mensen aan te zetten tot een bepaalde manier van denken en gedrag, waarbij alle vormen van geweld worden toegepast om deze intimidatie te veroorzaken en te handhaven. Maar in elke situatie is het doelwit van het terrorisme, direct of indirect, de bevolking zelf.
Terroristische organisaties oefenen terreurdaden uit om steun te krijgen. De intimidatie die ze gebruiken is erop gericht om hun kracht te vergroten en zo steun te vergaren van sommige of van alle burgers.
Het eerste waaraan men denkt wanneer we het woord "terreur" noemen is over het algemeen de soort van terreur die bekend staat als ‘linkse terreur’. Maar er is ook een andere soort terreur, die hoofdzakelijk in derdewereldlanden plaatsvindt en door dictatoriale regimes wordt uitgevoerd. Eigenlijk is de realiteit hier niet anders dan een massale toepassing van linkse terreur tactieken. Een dictator of een onderdrukkende groep die aan de macht is gebruikt zijn macht alleen voor zijn eigen voordeel en om deze reden ervaren zij verschillende soorten van sociale weerstand. In deze situatie hanteert het dictatoriale regime altijd dezelfde formule om te laten zien dat het sterker is dan de oppositie; het oefent terreur uit zodat de bevolking angst heeft en gebruikt deze angst om de macht te vestigen en te handhaven.
Aan de andere kant beweren terreurorganisaties, in overeenstemming met de ideologieën die ze aanhangen, dat het hun doel is om een regering en haar bestuurders die zij beschouwen als illegitiem en wreed af te zetten. En door dit te doen, denken ze hun doel te bereiken om een gelukkigere en rechtvaardigere manier van leven te creëren. Dit is echter geen realistische claim. In de Koran geeft God in de eerste verzen van Soera al-Baqara een bevel aan degenen die op deze manier denken:
En wanneer hen verteld wordt: "Veroorzaak geen corruptie op aarde", zeggen zij: "Wij scheppen slechts orde." Behoedt u, zij zijn degenen die verderf zaaien, maar zij beseffen het niet. (koran, 2:11-12)
Voor terroristen is het vermoorden van mensen een manier van leven. Ze kunnen onschuldige mensen zonder genade neerschieten en bommen werpen op kinderen. Bloedvergieten is voor hen een plezier. Ze zijn ermee opgehouden om mens te zijn en zijn veranderd in dwaze wilde beesten. Als er onder hen iemand is die enig mededogen vertoont, beschouwen ze hem als een lafaard en verrader en zal hij buitenspel worden gezet. Ze gebruiken vaak hun wapens tegen elkaar en voeren bloedige zuiveringen tegen interne splintergroeperingen binnen hun eigen organisatie.
Het is duidelijk dat terrorisme niks anders is dan een totale duivelse bron van bloedvergieten. Degenen die deze cyclus van wreedheid steunen, verdedigen een satanisch systeem. Als een terrorist religieuze taal en symbolen gebruikt, mag dit niemand misleiden. Terroristen die zich laf onder de dekmantel van religie verbergen zijn dubbel schuldig, voor zowel het bloed dat ze hebben vergoten als voor de antireligieuze propaganda die ze hebben verspreid door het plegen van terreurdaden in naam van de religie.
Terreur en religie zijn volkomen tegengesteld aan elkaar. Het terrorisme adapteert de manier van agressie, moord, conflict, gruwel en ellende. Maar volgens de Koran zijn dit allen vormen van onderdrukking. God beveelt vrede, harmonie, welwillendheid en compromissen. Hij verbiedt terreur en elke daad die niet de vrede bevordert en veroordeelt degenen die zulke daden plegen:
Maar voor hen die het verbond met God na de bekrachtiging ervan schenden en die scheiden wat God bevolen heeft te verenigen en die verderf zaaien op de aarde: zij zijn degenen voor wie er de vervloeking en de slechte verblijfplaats is. (Koran, 13:25)
De basiskwaliteit die terreur en degenen die besmet zijn door zijn wreedheid gemeen hebben, is dat de angst en de liefde voor God iets is wat volkomen vreemd voor hen is. Hun harten zijn verhard en ze zijn in spiritueel opzicht ziek.
De oprichter van het Russische anarchisme, Michael Bakoenin en zijn leerling Netchayev, omschrijven een 'ideale' terrorist op de navolgende manier:
Het hele werk van een revolutionair bestaat niet alleen uit woorden maar ook uit daden en is in oorlog met de bestaande orde van de samenleving en met de hele zogenaamde beschaafde wereld, met zijn wetten, zeden en gewoonten is hij een compromisloze tegenstander... Hij kent slechts één wetenschap; de wetenschap van de vernietiging.18
Terroristen zien hun destructieve acties als een middel van propaganda; ze hopen om angst te verspreiden door het vernietigen van mensen en goederen. |
Zoals men kan begrijpen uit deze woorden van Bakoenin en Netchayev, zijn terroristen mensen die hun relatie met alle materiële en geestelijke instellingen verbreken en daarbij elke morele waarde afwijzen en die deze instellingen zien als belemmeringen voor hun plannen. Bakoenin zei ook: "Dag en nacht heeft hij [een revolutionair] maar één gedachte, één doel: de genadeloze vernietiging; terwijl hij koelbloedig en zonder rust dat doel volgt, moet hij op elk moment klaar zijn om te sterven en om iedereen die zijn doelen dwarsboomt met zijn eigen handen te doden." In Bakoenin's Ground-Work for the Social Revolution (Grondslag voor de sociale revolutie) wordt een beschrijving gegeven van wat voor soort persoon een terrorist moet zijn:
Hij moet streng zijn voor zichzelf maar ook voor anderen. Alle zwakke sentimenten met betrekking tot relatie, vriendschap, liefde en dankbaarheid moeten onderdrukt worden door de enige koude passie van het revolutionaire werk.19
Deze woorden leggen het donkere gezicht van het terrorisme bloot en laten zien dat het volledig in tegenstelling is met de religie van de islam, die gebaseerd is op vrede, medeleven en liefde.
De afschuwelijke terroristische aanval in de Verenigde Staten op de marathon van Boston in 2013 werd veroordeeld door alle ware moslims, net als 9/11 en alle andere terreuraanslagen.
Deze terroristische daad, waarbij drie mensen om het leven kwamen en honderden mensen gewond raakten, was een barbaarse daad van misplaatste dwaasheid ontworpen om de westerse en islamitische wereld tegen elkaar op te zetten. Dergelijke meedogenloze daden zijn vele malen gebruikt in verschillende landen om te proberen om het Westen de indruk te geven dat de islam een geloof is dat geweld en terreur als legitiem beschouwt. Deze handelingen zijn in niet geringe mate succesvol geweest. In feite zijn er naar aanleiding van de Boston aanval een aantal verklaringen gegeven door een aantal mediaorganisaties in de Verenigde Staten om het geweld tegen moslims en hun isolatie van de samenleving aan te moedigen. Er zijn altijd zulke provocaties geweest en ze zullen ook altijd blijven bestaan. De moslims hebben echter een zeer belangrijke taak te midden van deze instelling: zichzelf niet te beperken tot het veroordelen van de terreuraanslagen maar te praten over de echte islamitische moraal tegenover de gehele mensheid.
Wie beweert een moslim te zijn en zegt dat in het geloof daden van terreur en geweld wordt bepleit is ofwel een provocateur of iemand die geheel onwetend is als het gaat om het geloof. Iemand die zulke dingen zegt uit onwetendheid zal zijn leven beteren als hem verteld wordt wat de Koran werkelijk zegt. Mensen kunnen alleen goed worden geïnformeerd over de islam als er geen geloofwaardigheid wordt gehecht aan provocaties. Als iedereen weet dat de islam geweld en haat als onaanvaardbaar beschouwt, zullen er geen problemen meer zijn om over provocateurs en extremisten woedend te worden.
In de morele leer van de Koran is het doden van een onschuldig persoon een daad van grote wreedheid. God verbiedt terroristische daden en veroordeelt degenen die ze begaan. |
Er zijn mensen in de christelijke en joodse wereld die proberen om vijandigheid te creëren tegenover de islam en er zijn ook mensen in de islamitische wereld die aanzetten tot vijandigheid jegens het christendom en het jodendom. Deze mensen zijn onverdraagzame fanatici die provocerende uitspraken doen die niet gebaseerd zijn op de Koran, maar op hadiths die zij zelf fabriceren. Dit is in de islamitische wereld een zeer ernstig en een zeer reëel probleem en we kunnen dat niet zomaar negeren. Alle ware moslims voelen zich zeer ongemakkelijk dat zulke mensen worden beschouwd als leden van de islamitische wereld en als vertegenwoordigers van het geloof, omdat deze mensen niets te maken hebben met de waarden die worden aangehangen door de islam. Zij hebben zich verstoken van fijne gevoelens zoals liefde, genegenheid en mededogen. Ze zijn gevuld met haat en woede, voor niet alleen de leden van andere religies, maar ook voor de meeste moslims uit verschillende groeperingen. Ze kunnen iemand die ze nog nooit hebben ontmoet haten, puur omdat hij tot een andere groep behoort. Dit is een pervers en onaanvaardbaar denkbeeld voor moslims.
Leden van verschillende godsdiensten en/of etnische groepen uit elkaar laten vallen en het aanzetten tot conflicten tussen hen is een techniek die met succes is gebruikt door diegenen die de oorlog in de loop van de geschiedenis hebben willen verspreiden. Maar deze wereld is groot en vruchtbaar genoeg om iedereen in geluk, vrede en welzijn te laten leven. Er is geen echte reden voor conflicten of om toevlucht te nemen tot geweld. Alle vermeende redenen voor oorlog en conflict zijn loze listen.
Het is veel, veel makkelijker om in vrede en liefde te leven dan in conflict en oorlog. Het is bijvoorbeeld onaanvaardbaar dat zowel de Palestijnen als de Israëliërs achter muren leven in angst voor bommen, raketten en andere wapens. Deze benarde toestand van deze twee volkeren, de een afstammeling van de profeet Ismaël en de andere van de Profeet Jacob (vrede zij met hen beiden), is een schande voor de hele mensheid.
Onze hoop is dat mensen met radicale opvattingen uiteindelijk zullen verdwijnen binnen de gematigde, liefdevolle en respectvolle opvattingen van rationele mensen, maar om dat te laten gebeuren is het absoluut essentieel voor de verstandige mensen in de islamitische, christelijke en joodse werelden om op te treden als één in een geest van solidariteit. Een alliantie van goede mensen is essentieel. Deze alliantie moet niet alleen tussen moslims, maar ook met de mensen van het Boek worden gevormd. Anders kunnen noch terreur, noch gewelddaden ooit volledig overwonnen worden.
14. Gesta Francorum, (The Deeds of the Franks and the Other Pilgrims to Jerusalem), trans. Rosalind Hill, (London: 1962), p. 91.
15. August C. Krey, The First Crusade: The Accounts of Eye-Witnesses and Participants (Princeton & London: 1921), p. 261
16. August C. Krey, The First Crusade: The Accounts of Eye-Witnesses and Participants (Princeton & London: 1921), p. 262
17. Alan Ereira, David Wallace, Crusades: Terry Jones Tells the Dramatic Story of Battle for Holy Land, BBC World Wide Ltd., 1995
18. The Alarm Newspaper Article, "Bakunin's Ground-Work for the Social Revolution," 1885 Dec. 26, p. 8