As Allah says in the Qur'an, Shaytan is always trying to divert people from the right path and to take them away from Allah's deen and the teachings of the Qur'an. |
Zoals Allah in de Koran zegt, probeert Shaytan (de duivel) steeds mensen van het rechte pad af te leiden en ze weg te halen van Allah’s geloof en de leer van de Koran. Shaytan is hier 24 uur per dag mee bezig, zonder een onderscheid te maken tussen rijk of arm, jong of oud, mooi of lelijk. Hij doet erg zijn best om iedereen te misleiden. Hij voelt wrok naar iedereen toe, wie het ook is.
Shaytan raakte vervuld van deze wrok bij het scheppen van de eerste mens. Nadat Allah Adam had geschapen, gaf hij Shaytan bevel om voor hem neer te knielen, maar Shaytan was vervuld van trots en jaloezie; hij was ongehoorzaam aan Allah en weigerde neer te knielen. Vanwege deze opstandigheid en onbeschaamdheid mocht hij niet meer in de nabijheid van Allah verkeren. Onze Heer vertelt ons hierover in de Koran:
En voorzeker, Wij hebben jullie geschapen, vervolgens hebben Wij jullie vormgegeven en daarna zeiden Wij tot de engelen: “Knielt jullie neer voor Adam”. Toen knielden zij, behalve Iblies, hij behoorde niet tot de knielenden. Hij (Allah) vroeg: “Wat belemmerde jou je neer te knielen, toen Ik het jou beval?” Hij zei: “Ik ben beter dan hem (Adam); U hebt mij uit vuur geschapen terwijl U hem uit aarde hebt geschapen”.
Allah vertelt ons in de Koran dat Shaytan de mensen de schuld gaf van zijn zondeval. Hij vroeg Allah om tijd –eindigend op de Dag des Oordeels- waarin hij zijn werk om de mens af te leiden van het juiste pad, zou beginnen.
Het doel van Shaytan is de gehele mensheid, te beginnen met gelovigen die zich sterk vasthouden aan Allah’s religie. Het is zijn wens om zoveel mogelijk mensen met hem mee te laten gaan in het Vuur. Hij probeert mensen te weerhouden Allah oprecht en vanuit het hart te aanbidden, om mensen weg te halen van Allah’s geloof en de Koran en als gevolg daarvan hen de eeuwigdurende bestraffing in te trekken.
En degenen met geloof zijn zich ervan bewust dat hun grootste vijand, Shaytan, altijd aan het werk is; wanneer zij hun best doen om Allah’s geboden zo goed mogelijk op te volgen, zijn ze op hun hoede voor de spelletjes en trucjes van Shaytan. Ze zijn alert op de vrees en de grenzeloze angsten die hij veroorzaakt, en op zijn aansporingen om te handelen tegen de leer van de Koran of om die opzij te schuiven en te vergeten en om weg te gaan van Allah’s pad. Een voorbeeld van de insinuaties die Shaytan in het hoofd van de mens laat opkomen, is te vinden in vers 168 van Soerah al-Baqara:
Zoals dit vers zegt, probeert Shaytan iemand die zijn baan kwijt is, te doen vergeten dat het Allah is die iedereen in het onderhoud voorziet, en hij zal hem angst inboezemen dat het hem niet zal lukken om aan geld te komen en dat hij dus honger zal lijden. Door hem een dergelijke angst in te boezemen en door andere dingen te insinueren, probeert hij mensen aan zijn kant te krijgen. In de Koran toont Allah de mensen wat te doen tegen de gemene dingen waartoe Shaytan ons wil aanzetten.
Het belangrijkste dat iemand kan doen om zichzelf te beschermen tegen de listen van Shaytan, is zijn toevlucht zoeken bij Allah. Hij mag niet vergeten dat Shaytan ook onder Allah’s controle staat en niet bij machte is iets te doen, behalve als Allah het toestaat. In de Koran gebiedt Allah ons om het volgende gebed op te zeggen, om zo toevlucht bij Hem te zoeken tegen Shaytan:
Iemand die de kwaliteiten bezit die in de Koran worden onderwezen, zal zijn toevlucht zoeken bij Allash tegen Shaytan en zal het verschil weten tussen de insinuaties van Shaytan die door zijn hoofd gaan, alsof het zijn eigen gedachten zijn, en de gedachten die in overeenstemming zijn met de Koran. Hij zal er elk moment alert op zijn en geen aandacht besteden aan wat Shaytan zegt. Hij zal Shaytan zich nooit laten inmengen bij wat hij ook doet of denkt. Bijvoorbeeld, of hij nu bezig is met werk of alleen thuis is, of hij nou met iemand aan het praten is of dat hem iets overkomt, of dat er zich een moeilijkheid voordoet, hij zal altijd handelen met in zijn achterhoofd de gedachte dat Shaytan ergens op de loer ligt, om hem over te halen te spreken of te handelen op een manier waar Allah niet blij mee is. In deze en in iedere andere situatie zal hij spreken en handelen volgens de Koran. Op deze manier zal een gelovige niet onder invloed raken van de listen van Shaytan. Onze Heer vertelt ons hierover in de Koran:
According to Allah's command, "… Be good to your parents and relatives and to orphans and the very poor, and to neighbours who are related to you and neighbours who are not related to you, and to companions and travellers and your slaves" in verse 36 of Surat an-Nisa', believers behave well towards those around them. |
Volgens Allah’s bevel “…. weest goed voor de ouders en de verwanten en de wezen en de behoeftigen en de verwante buren en de niet-verwante buren en de goede vrienden en de reiziger en de slaven waarover jullie beschikken” in vers 36 van Soerah an-Nahl, gedragen gelovigen zich goed jegens degenen rondom hen. Ze zoeken nooit ruzie, stellen zich niet opstandig of negatief op, maar gaan op een goede en correcte wijze met anderen om. Omdat ze leven volgens de leer van de Koran, tonen ze een karakter dat verzoenend is en dat openstaat voor communicatie. Ze weten dat er geen plaats is voor woede, ruzie en twist voor mensen die willen leven volgens de leer van de Koran. Daarom zijn ze vergevingsgezind, tolerant en proberen ze het goede in anderen te zien. In de Koran brengt Allah dit onder onze aandacht als een uiting van een voortreffelijk karakter: Maar wie geduldig was en vergaf: voorwaar, dat behoort zeker tot de aanbevolen daden. (ash-Shoe’araa’ 26:43)
Allah gebied ons om begripvol, tolerant en vergevingsgezind te zijn tegenover anderen. Hij beveelt ons dit in het volgende vers:
Om deze reden let een gelovige erop dat hij iedere gelovige die hij in zijn dagelijkse leven tegenkomt, met begrip en tolerantie behandelt. Hij zal bijvoorbeeld begripvol zijn tegenover een gelovige die ’s ochtends veel geluid maakt en hem wakker maakt. Hij weet dat hij slechts handelt volgens Allah’s bevel; Allah wilde dat hij op dat moment wakker werd en degene die het lawaai maakte was het instrument hiervoor. Dit is één manier om er tegenover te staan. Maar voor sommige mensen zou het een voorval zijn om geïrriteerd te raken en om boos te worden. Een gelovige denkt eraan zich netjes te gedragen jegens andere gelovigen die hem per ongeluk schade toebrengen.
Hoe erg de situatie ook is, hij wordt niet boos, noch verliest hij zijn geduld of maakt hij de overige aanwezigen overstuur. Verder rekent hij op hetzelfde begrip van anderen wanneer hij zelf een fout maakt. Zoals we al eerder zeiden, hoopt hij dat Allah, met Zijn oneindige genade, hem zijn misstappen zal vergeven. Als hij geen poging onderneemt om in zijn eigen gedrag een voorbeeld te zijn van Allah’s eigenschap “Altijd-Vergevend”, dan weet hij dat deze houding hem ertoe zal brengen tegenstrijdig met de leer van de Koran te handelenIemand die leeft volgens de leer van de Koran zal een welgemanierd karakter hebben. Door de volwassenheid die hij gedurende de dag thuis, op school of op het werk, laat zien, voorkomt hij dat er spanningen of moeilijkheden ontstaan. Bovendien zal het gedrag van een gelovige als voorbeeld dienen voor anderen. Het allerbelangrijkste is dat zijn gedrag is zoals aangeprezen in de Koran en dat hij zich gedraagt op een manier die Allah pleziert.
Uit de informatie die hij verzamelde van geleerden, schreef imam al-Ghazali het volgende over het voorbeeldige gedrag van onze Profeet, moge Allah hem zegenen en hem vrede schenken, ten opzichte van degenen rondom hem:
“…Hij was gewend de eerste te zijn met groeten als hij iemand tegenkwam. Hij ging niet staan of zitten zonder Allah te gedenken…. Hij had de gewoonte zijn metgezellen aan te spreken met hun eretitel om hen eer toe te kennen, en hij had de gewoonte om eretitels te geven aan degenen die ze niet hadden.
….Hij was zeer genegen en aardig in de omgang met mensen”. (Imam al-Ghazali’s Ihya Ulum id-Din)
Wat wij zeker moeten nastreven is het nobele karakter van onze Profeet, moge Allah hem zegenen en vrede schenken. Degenen die de waarden van de Koran aannemen en de soenna van onze Profeet volgen, kunnen erop hopen een goed leven te leiden in deze wereld, als Allah het wil, en een grote zegen van Allah te ontvangen in het Hiernamaals.
In almost every society there are people, who are not believers but who live more or less according to the values that Allah has described in the Qur'an. When it is necessary, these people can behave helpfully, gently and with self-sacrifice, mercy and justice. But no matter how much these people claim to have good moral qualities, they will certainly have their moments when they will not steadfastly maintain this behaviour. |
In bijna iedere samenleving zijn er mensen die niet gelovig zijn, maar die min of meer leven volgens de waarden die Allah heeft voorgeschreven in de Koran. Als het nodig is, kunnen deze mensen zich behulpzaam opstellen, zijn ze aardig en kunnen onzelfzuchtig, genadig en rechtvaardig zijn. Maar hoeveel goede normen en waarden deze mensen ook beweren te hebben, ze zullen zeker momenten hebben waarop ze niet zo standvastig zullen zijn in hun gedrag. Iemand die bijvoorbeeld een belangrijk examen heeft, kan zich ’s ochtends verslapen omdat zijn wekker het niet meer doet. Wanneer hij wakker wordt, haast hij zich naar school en komt hij vast te zitten in het verkeer. Hij wil naar school bellen om te laten weten dat hij te laat komt, maar alle lijnen zijn bezet. Als er op dat moment een vriend naast hem zit, die hem iets vraagt, dan kan het zijn dat hij hem op een norse manier antwoordt, of dat hij gewoon slechtgehumeurd naar hem kijkt, zonder iets terug te zeggen. Deze persoon ziet zichzelf als behulpzaam en begripvol, maar in zo’n situatie kunnen we zeggen dat zijn geduld op is en dat hij zich op een onhandige manier gedraagt.
Bij iedere situatie en onder alle omstandigheden is een gelovige vastbesloten om te handelen volgens de waarden van de Koran. Hij heeft geduld met anderen die dingen doen en zeggen die fout of onplezierig zijn. Iemand duwt hem bijvoorbeeld opzij, om als eerste de bus in te komen. Een vriend kan uit woede harde dingen tegen hem zeggen. Een onoplettende bestuurder van een passerende auto kan hem misschien helemaal onderspatten met modder terwijl hij op de stoep loopt. We kunnen hier vele voorbeelden van geven. Maar iemand die de leer van de Koran ondersteunt, zal zich realiseren dat al deze dingen op deze manier geschapen zijn omdat dat zo is bepaald en daarom zal hij zich nooit onbetamelijk, geïrriteerd of nors opstellen. Natuurlijk zal hij iedere mogelijke voorzorgsmaatregel treffen tegen dergelijke gebeurtenissen en zal hij er alles aan doen om dingen te vermijden die irritaties oproepen. Volgens de leer onderwezen in de Koran moet iemand, zelfs in geval er iets gebeurt dat iemand schade toebrengt, geduldig zijn met anderen en als het mogelijk is slecht gedrag beantwoorden met goed gedrag. In de Koran vestigt Allah onze aandacht op het feit dat, door hun geduld, gelovigen nare daden op een vriendelijke manier kunnen afwenden:
Some people, even if their consciences tell them to be forgiving towards someone who has wronged them or to speak politely to someone who has spoken harshly to them, prefer not to forgive and to answer the insult with a greater one. |
Sommige mensen geven er de voorkeur aan om niet te vergeven en om als antwoord de ander nog meer te beledigen, zelfs als hun geweten hen vertelt om vergevend te zijn ten opzichte van iemand die hen kwaad heeft aangedaan, of om beleefd te zijn tegen iemand die hen onbeleefd toesprak. Volgens deze kromme manier van denken, is het nors reageren, een ander voor gek zetten met arrogante en beledigende woorden, en onbeleefd en onrespectvol antwoorden een teken van superioriteit. Uiteraard zijn deze ideeën totaal strijdig met wat er in de Koran staat. In de Koran geeft Allah ons de volgende voorbeelden van de gezegendheid van beleefde taal en van het voordeel van het gebruik daarvan voor de mens:
Zoals we in dit vers zien, zal iemand die verheffende woorden spreekt en daarnaar leeft, grote schoonheid en zegeningen vinden in zowel deze wereld als in de toekomstige wereld. Aan de andere kant bewandelt iemand die goddeloze woorden spreekt en daarnaar leeft, een donkere weg die zal eindigen in het Vuur.
Een gelovige spreekt goed en wijs tegen iedereen die hij gedurende de dag tegenkomt. Waar hij zich ook bevindt, spreekt hij over Allah’s geloof, geeft hij advies vanuit de Koran, spreekt hij woorden die Allah en het goede karakter van de Boodschapper van Allah (moge Allah hem zegenen en hem vrede schenken) in herinnering brengen en spreekt hij met respect tot de mensen. Om zijn vrienden aan te moedigen prijst hij hun goede eigenschappen die in overeenstemming zijn met de leer van de Koran en de soenna, en spreekt hij op een manier die mensen helpt hun dag op een meer plezierige en levendige manier door te brengen. We kunnen dit gedrag van gelovigen vergelijken met de goede fruitboom in het bovenstaande vers.
Maar sommige mensen houden er niet van te spreken over de goede eigenschappen van anderen, maar willen hen liever vernederen door hun fouten en tekortkomingen te benadrukken. Zoals we al naar voren brachten in de verzen uit soerah Ibrahiem, vestigt onze Heer onze aandacht hierop en vergelijkt Hij deze soort taal met een slechte boom, die geen vruchten draagt. Net zoals harde woorden een goede relatie kunnen ruïneren, kunnen ze ook een domper zijn op het enthousiasme van de andere partij en de oorzaak zijn van droefenis en spijt.
Aan de andere kant, wanneer een gelovige met iemand spreekt en hem advies geeft over hoe hij moet omgaan met bepaalde tekortkomingen of fouten, dan zal hij zijn uiterste best doen om de beste woorden te kiezen. Hiermee vervult hij het volgende bevel van Allah:
Zoals Allah in dit vers zegt, doet Shaytan zijn best om mensen slechte dingen tegen elkaar te laten zeggen, zodat ze vijanden van elkaar worden. Wanneer er iets negatiefs gezegd is, begint Shaytan onmiddellijk met het introduceren van achterdocht om de twee partijen verder uit elkaar te drijven. Iemand die zich niet op zijn gemak voelt omdat hij op een vervelende manier is toegesproken, zal beïnvloed worden door insinuaties van Shaytan en zal op dezelfde manier op zijn tegenstander reageren. Dit zal hun vriendschap schade toebrengen of zelfs beëindigen. Maar een positieve reactie zal de mogelijkheid dat Shaytan de mensen de fout in laat gaan, afwenden. Om deze reden zullen gelovigen er alles aan doen om zo positief mogelijk op elkaar te reageren, zodat Shaytan geen gelegenheid of kans krijgt om tussenbeide te komen. Door zo’n opstelling zal hun vriendschapsband versterken. Onze Profeet, moge Allah hem zegenen en hem vrede schenken, droeg gelovigen op om zich altijd goed te gedragen en om positief te spreken:
“Het groeten van iemand is liefdadigheid. Rechtvaardig
handelen is liefdadigheid. Een goed woord is liefdadigheid”. (Boekhaari en Moeslim)
“Er weegt niets zwaarder in de weegschalen dan een goed karakter”. (Imam Ahmad en Abu Dawoed)
In a society in which the values of the Qur'an are not dominant, there are people who are crude, impolite, thoughtless and disrespectful. But believers carefully avoid these kinds of manners and behaviour; they have a quality of character that is irreproachable, polite, sensitive and thoughtful. |
In een maatschappij waarin de waarden van de Koran niet de overhand hebben, zijn er mensen die bot, onbeleefd, onattent en respectloos kunnen zijn. Maar gelovigen gaan dit soort gedrag zorgvuldig uit de weg; ze hebben een onberispelijk karakter, zijn beleefd, gevoelig en attent. Dit zijn ook eigenschappen van Allah’s boodschapper. In de Koran wordt ons verteld over de subtiele manier van denken van Moesa (vrede zij met hem).
Omdat hij een gevoelig mens was, had Moesa (vrede zij met hem) direct door dat de vrouwen die hij ontmoette, hulp nodig hadden, en hij hielp ze zonder tijd te verspillen. Deze karaktereigenschap van Moesa wordt in de Koran geprezen en mensen van het geloof nemen haar als voorbeeld in hun dagelijkse leven. Wanneer ze iemand zien die zich in een moeilijke positie bevindt, proberen ze zonder te aarzelen alles te doen wat er in hun vermogen ligt om te helpen. Daarbij zullen ze proberen anderen op te beuren, zodat er een goede en aangename sfeer ontstaat. Ze gedragen zich onbaatzuchtig op een manier die anderen een plezier doet.
Een attent iemand handelt op een manier waardoor mensen zich niet ongemakkelijk voelen. Iemand die deel uitmaakt van een gezin, die gemeenschappelijke zaken en terreinen schoon en netjes houdt, die ervoor zorgt dat hij niet te hard spreekt of dat hij niet naar luide muziek luistert wanneer hij weet dat hij de anderen hiermee stoort, die erop let dat degene tegen wie hij wil praten daar op dat moment ook tijd voor heeft, en die niemand stoort die haastig ergens anders mee bezig is, is een voorbeeld van attentheid waar we in het dagelijkse leven vaak mee te maken krijgen.
Een andere belangrijke aanwijzing voor attentheid is erkennen dat anderen voorrang hebben. Voorbeelden hiervan zijn: tijdens een gesprek waar twee mensen over iets spreken waar ze beiden veel vanaf weten, laat de één de ander eerst uitspreken, of iemand die iemand anders het laatste stukje eten laat pakken. Hiernaast zijn bijvoorbeeld het opstaan in de bus voor iemand anders en iemand anders voor laten gaan in de rij voor de kassa, manieren waardoor mensen nader tot elkaar kunnen komen en een goede relatie kunnen opbouwen. Mensen die altijd attent zijn naar anderen toe, zullen goede relaties opbouwen, gebaseerd op liefde en respect. Daarbij komt dat ze plezier beleven aan het omgaan met de mensen in hun buurt en ze het fijn vinden om hen weer te zien.
In een omgeving waarin iedereen alleen maar zijn best doet om dingen voor anderen te doen, met als doel er zelf beter van te worden, heeft ware vriendschap geen schijn van kans. Doen alsof bij het praten en in het gedrag staan het ontstaan van vriendschappen in de weg. Nutteloze praatjes en sarcasme creëren een gespannen sfeer en niemand wil zich op dergelijke plaatsen begeven waar niet aan Allah wordt gedacht.
In the verses where Ibrahim (as)'s care for his guests is described, the Qur'an shows how to be a host according to the teachings of the Qur'an. |
In de verzen waarin de zorg van Ibrahiem (vrede zij met hem) voor zijn gasten is beschreven, toont de Koran hoe je een gastheer moet zijn volgens de leer van de Koran:
Gelovigen die Ibrahiem’s gastvrijheid als voorbeeld nemen, zullen hun gasten vrolijk en met veel warmte onthalen en ze op hun gemak stellen door hen respect en liefde te tonen. Ze denken eraan wat hun gasten nodig hebben en geven het hen, zonder dat ze erom moeten vragen. Ook zullen ze proberen hen deze dingen te geven zonder dat ze erop moeten wachten, want het is de gewoonte van moslims, gebaseerd op het persoonlijke voorbeeld van de boodschapper van Allah, moge Allah hem zegenen en hem vrede schenken, dat gasten het beste voedsel dat er in huis is moet worden aangeboden.
Maar sommigen doen niet open wanneer er gasten aan de deur komen, ook al zijn het bekenden, of ze ontvangen hun gasten met tegenzin. Ze ontvangen hen uit gewoonte of uit sociale wenselijkheid. Hun gedrag verandert al naar gelang de status van hun gast; wanneer er een arm iemand op visite komt, doen ze nauwelijks moeite en maken ze zich ervan af door niets bijzonders aan te bieden. Maar als hun gasten rijk zijn en veel invloed hebben, dan halen ze (letterlijk) alles uit de kast en bieden hen het beste van het beste aan en op de best mogelijke manier.
Als een gastheer zijn gasten kil en onverschillig ontvangt, dan stelt hij hen zeker niet op hun gemak. Dit schept een situatie die beide kanten snel willen beëindigen. Het spijt de gast dat hij gekomen is en de gastheer heeft spijt van het eten dat hij gegeven heeft en de tijd die hij ermee verspild heeft. De conclusie is dat slechts door het toepassen van de leer van de Koran en het nastreven van het nobele en gulle gedrag van de laatste boodschapper, moge Allah’s zegen en vrede met hem zijn, en door het gedrag van de goed handelende moslims, er in ons dagelijkse levens goede gesprekken, gastvrijheid, eenheid en samenwerking tussen mensen kunnen ontstaan.
When believers meet during the day, they offer one another their heartfelt best wishes; in other words, they wish each other peace. By doing this, they fulfil Allah's recommendation: "When you are greeted with a greeting, return the greeting or improve on it…" (Surat an-Nisa, 86) ayetindeki emrini yerine getirirler. |
Wanneer gelovigen elkaar overdag ontmoeten, dan wensen ze elkaar welgemeend het beste toe. Met andere woorden; ze wensen elkaar vrede toe. Door dit te doen vervullen ze Allah’s bevel: “En wanneer jullie met een groet begroet worden, groet dan met een betere dan deze (terug), of beantwoordt hem (op gelijke wijze)”. (an-Nisaa’, 4:86) In een ander vers adviseert Allah gelovigen de vredesgroet te geven als ze een huis binnengaan:
Wanneer een gelovige zijn huis verlaat, wenst hij de buren die hij tegen komt op vriendelijke wijze een goede dag en Allah’s vrede en genade toe. Hij groet de mensen op straat, zijn vrienden op school en andere mensen op dezelfde manier. Wanneer iemand hem groet, ongeacht wie het is, neemt hij die groet aan en geeft hem er een nog betere voor in de plaats. Dit gedrag is één van de mooie dingen die door de Koran en de soenna gebracht zijn voor sociale relaties. Door een vredesgroet te brengen, wordt de kille en gespannen sfeer tussen mensen die elkaar niet kennen, weggenomen. Mensen komen nader tot elkaar en tussen hen wordt een warme sfeer gecreëerd, ook al kennen ze elkaar niet.
In een normale samenleving echter wordt de vredesgroet meestal uit gewoonte gegeven. Sommigen groeten slechts degenen die hen van nut zijn, of van wie zij denken dat ze hen van nut kunnen zijn. Soms horen ze de groet van mensen die ze minder dan zichzelf achten niet, of doen ze of ze die niet horen, om hen zo te vernederen. Wat nog erger is, is dat zo’n gedrag in sommige kringen als normaal wordt gezien.
Disputes are cause for people falling out with each other, becoming at variance, fight and conflicts. If a small argument between two friends grows, anger can replace all their positive feelings. |
Discussies zijn voor mensen de oorzaak van ruzie, onenigheden, gevechten en conflicten. Wanneer een klein argument tussen twee vrienden uitgroeit, dan kan de woede die opkomt alle positieve gevoelens uitwissen. In vers 54 van Soerah al-Kahf vestigt Allah onze aandacht op deze negatieve eigenschap en zegt Hij dat menselijke wezens boven alles twistziek zijn. Om deze reden moeten gelovigen er alles aan doen om deze negatieve eigenschap, die hun eensgezindheid, gemeenschappelijkheid of broederschap kan afzwakken of vernietigen, uit de weg te gaan. Allah verbiedt dit soort gedrag heel duidelijk:
Ruzie verbreekt de kracht van de gelovigen, biedt geen oplossing voor problemen, is nergens goed voor en komt voort uit aansporing van Shaytan. Als een bewust persoon argumenten en ruzie als iets lelijks en onacceptabels ziet, dan kan het nog wel zo zijn dat zijn lagere ik hem soms naar redetwisten en conflicten duwt. Daarom is het zo dat iemand die de Koran als leidraad neemt en die altijd volgens zijn geweten te werk gaat, het nooit zal toelaten dat een conflict zich kan ontwikkelen. Ook al breekt er ruzie uit op een onoplettend moment, dan zal hij zichzelf weer tot de orde roepen. Hij zal zich Allah’s bevel in herinnering roepen, zich realiseren dat wat hij deed Allah niet tevredenstel en hij zal dit soort gedrag opgeven.
Iemand met geloof kan gedurende de dag vele verschillende soorten mensen tegenkomen, maar zal koste wat het kost ieder argument uit de weg gaan. Terwijl hij bijvoorbeeld boodschappen doet, zal hij niet met de winkelier in discussie gaan over de prijzen, of met een buschauffeur over het feit dat de bus te laat kwam, of met een trage ambtenaar terwijl hij staat te wachten in de rij. Wanneer hij zich in een positie bevindt waarin hij niet terecht wordt behandeld, zal hij niet boos worden en een ruzie beginnen, maar zal hij zijn best doen om de situatie op te lossen door zich positief op te stellen en door zijn verstand te gebruiken. In de Koran zegt Allah dat een gelovige niet boos moet worden:
Iemand die leeft volgens de leer van de Koran zal zijn begrip niet veranderen onder invloed van het gedrag van de persoon die tegenover hem staat. Iemand kan hem bespotten, onaardige taal gebruiken, boos worden, beledigend of zelfs agressief zijn, maar de beleefdheid, bescheidenheid, genade en aardigheid van een gelovige blijft onveranderd. Hij beledigt niet iemand die hem eerst beledigt heeft, evenmin beantwoordt hij spot met spot, of woede met woede. Hij is kalm en houdt zijn hoofd koel wanneer iemand boos is en zal zich gedragen zoals onze Profeet, moge Allah hem zegenen en hem vrede schenken, adviseerde in één van zijn hadieth:
Een gelovige weet dat ieder moment en alles geschapen is om hem te testen. Daarom verkiest hij het om, in plaats van met iemand te gaan ruziën, goede woorden te gebruiken en standvastig te zijn, om zo over de woede heen te stappen die tot hem gericht is. Hij weet dat dit het gedrag is dat Allah, Wiens goedkeuring hij hoopt te winnen, tevredenstel..
Some people's selfish greed manifests as envy because others are materially or spiritual superior, or have something they do not. For example, if there is someone more beautiful or attractive, they become envious. |
Eén van de negatieve eigenschappen die er in de mens zitten, is egoïstische hebzucht, en Allah vertelt ons in de Koran dat we deze uit de weg moeten gaan:
De hebzucht van sommige mensen uit zich in jaloezie, omdat anderen er materieel of spiritueel beter voor staan of iets bezitten wat zij niet hebben. Als iemand bijvoorbeeld mooier of aantrekkelijker is dan zijzelf, dan worden ze jaloers. Anderen zijn jaloers op mensen die rijk zijn, succesvol, geleerd, beschaafd, hardwerkend of die mooie huizen bezitten. Prestige, roem of positie kunnen oorzaken van jaloezie zijn. Er is echter een belangrijk aspect dat jaloerse mensen negeren, en Allah herinnert ons daar aan in de Koran:
Onze Heer Allah is de Eigenaar van alle dingen. Hij voorziet iedereen die Hij wil, met zoveel als Hij wil. Een mens heeft er geen invloed op of hem meer of minder gegeven wordt. De Absolute Eigenaar van schoonheid, eigendom, bezittingen en superioriteit is Allah. Een gelovige is zich hiervan bewust, dus wat hij ook tegenkomt gedurende de dag wat hij niet bezit maar wel aantrekkelijk vindt, zal hem niet jaloers maken. Wanneer hij iemand ziet die rijker is of aantrekkelijker dan hijzelf, dan zal hij aan Allah denken, de enige Eigenaar van rijkdom en schoonheid. Hij weet dat Allah heeft gekozen wat Hij wil, voor wie Hij wil, de zegeningen heeft gegeven aan wie Hij wilde en dat de keuze en het besluit volledig de Zijne zijn. De gelovigen handelen op een manier die erkent dat Allah alles op de beste en meest voordelige manier geschapen heeft en dat de verschillende zegeningen in de wereld aan de mensen zijn gegeven als test; dat de ware wereld de toekomstige wereld is en dat ten overstaan van Allah waarde wordt gemeten in termen van gedrag dat Hem tevredenstel.
Hij voelt geen hebzucht bij het delen van de dingen die hij bezit met anderen of bij de dingen die hij weggeeft. Het doet hem bijvoorbeeld niets om een geliefd bezit weg te geven of iemand anders er gebruik van te laten maken. Allah prijst dit gedrag bij gelovigen aan in de Koran:
Een gelovige weet dat alle zegeningen van dit aardse leven hem slechts gegeven zijn voor een korte periode, voor zijn gebruik en als een test, hij weet dat negatieve eigenschappen zoals hebzucht en jaloezie verkeerd zijn.
In ignorant society some people have habits that have become inseparable parts of their lives. These are nurturing suspicions about others, prying, or trying to learn private things that don't concern them and slander: gossiping about others and talking behind their backs. |
In een onwetende samenleving hebben sommige mensen gewoonten die een vast onderdeel van hun leven zijn gaan uitmaken. Dit zijn het koesteren van achterdocht jegens anderen, rondsnuffelen om achter persoonlijke dingen van anderen te komen die hen niet aangaan, en laster: roddelen over anderen en achter hun rug om praten. Deze soorten gedrag gaan vaak hand in hand, omdat degene die iemand belastert, dit doet omdat hij al onwaardige gedachten over deze persoon heeft. Op dezelfde manier is iemand die in het leven van een ander rondsnuffelt, achterdochtig.
In de leer van de Koran is geen plaats voor dit soort onplezierig gedrag en beveelt Allah gelovigen het uit de weg te gaan:
Allah’s verzen zijn altijd in gedachten van een gelovige die zorgvuldig het gedrag waar Hij niet van houdt, uit de weg gaat. Hij probeert geen informatie in te winnen over iemand anders vanuit een slechte intentie; hij zal niets onaangenaams zeggen, iets waarvan hij niet zeker is, of iets wat de gevoelens van een ander zou kunnen schaden. Hij zal zich niet mee laten slepen door afgunstig giswerk over een persoon waarvan hij niets weet. Zij gedachten over iemand die hij niet kent, zullen altijd positief zijn; hij zal slechts over de goede en aantrekkelijke kanten van die persoon praten. Dus, naar voorbeeld van de reacties van gelovigen op laster gericht op vrouwen, zegt Allah in de Koran dat een gelovige die niet zeker is over de waarheid aangaande iemand anders, positief over hem moet denken:
Een gelovige probeert altijd positief te denken over zijn familie, vrienden en degenen rondom hem, door te praten over verheffende dingen en anderen ertoe aan te sporen hetzelfde te doen. Maar mensen zijn vergeetachtig geschapen, als onderdeel van hun test in dit leven, en ze kunnen fouten maken, maar wanneer ze zich bewust worden van hun verkeerde gedrag, zoeken ze hun toevlucht bij Allah en vragen ze om vergeving.
A sarcastic attitude is quite widespread among that segment of people who live their lives far from the Qur'an. Among ignorant people, some may ridicule others' shortcomings, mistakes, physical abnormalities, clothing, lack of material possessions, carelessness, behaviour, the way they talk, and in short, almost everything about them. |
Een sarcastische houding is nogal wijdverspreid onder een gedeelte van de mensen die hun leven ver weg van de Koran leiden. Onder de onwetende mensen zijn er enkelen die andermans tekortkomingen, fouten, lichamelijke afwijkingen, kleding, armoede, onvoorzichtigheid, gedrag, de manier waarop ze praten, kortom; bijna alles aan hen, bespotten. Om iemand te bespotten, gebruiken ze bepaalde woorden en bewegingen of doen ze iemands gezichtsuitdrukking na. Voor degene die aan het spotten is, maakt het niet uit dat hij anderen kwetst, hen bedroefd maakt, geïrriteerd, van streek of boos. Het belangrijkste voor hen is dat zij hun eigen trots vergroten en dat zij het onderwerp van hun spot naar beneden halen.
In de Koran verbiedt Allah het ten strengste om de spot met andere mensen te drijven:
In een ander vers waarschuwt onze Heer: “Wee elke lasteraar en roddelaar” (al-Hoemaza 104:1) en waarschuwt Hij mensen die zich op deze lelijke manier gedragen; die niet leven volgens de leer van de Koran en die niet denken aan de rekening die zij in het Hiernamaals zullen moeten vereffenen.
Onder gelovigen is geen enkele vorm van spot toegestaan. Een gelovige weet dat het onze Heer is die iedereen zijn rijkdom, schoonheid, intelligentie, talenten en andere kwaliteiten heeft gegeven. Ze zijn blij om de fijne eigenschappen die ze in anderen zien, en omdat ze Allah’s goedkeuring zoeken en er niet op uit zijn om hun eigen ego’s te bevredigen, hebben ze niets van de arrogantie en jaloersheid die een onwetende maatschappij kenmerken. Daarom zijn gelovigen altijd tolerant, positief en bescheiden jegens elkaar.
Tegelijkertijd realiseren gelovigen zich dat de onvolkomenheden die ze bij elkaar aantreffen, beproevingen van Allah zijn. Daarom richten ze zich niet op deze onvolkomenheden, maar compenseren ze deze door positief te handelen. Ze letten er goed op dat ze ook maar de minste of geringste daad, gezichtsuitdrukking of woorden vermijden, die spot zouden kunnen suggereren.
Those who think that life is restricted to this earthly life do not put themselves out for others unless they stand to get something out of it, and they will not take the initiative to help someone in need. |
Degenen die denken dat het leven zich beperkt tot dit aardse leven, steken hun nek niet voor anderen uit, behalve wanneer zij daar een slaatje uit kunnen slaan, en ze zullen niet het initiatief nemen om iemand in nood te helpen. Dit is omdat ze zich niet realiseren dat we in het Hiernamaals een perfecte afrekening krijgen voor het goede en het slechte dat we in deze wereld hebben gedaan. In sommige verzen van de Koran vestigt Allah onze aandacht op hun verdraaide denkwijze:
Heb jij degene gezien die zich afkeert? En die weinig gaf en (daarna) ophield? (an-Nadjm 53:33-34)
(Zij zijn) degenen die gierig zijn en de mensen gierigheid be velen en die verbergen wat Allah hen van Zijn gunst gegeven heeft. En voor de ongelovigen hebben Wij een vernederende bestraffing voorbereid. (an-Nisaa’ 4:37)
Iemand moet zichzelf ontdoen van het egoïsme en de gierigheid van zijn ego. Met betrekking hierop openbaart Allah het volgende:
Om deze reden zal iemand die leeft volgens de leer van de Koran, egoïsme uit de weg gaan en gedurende de dag zijn best doen om wat hij bezit, te delen met anderen rondom hem. Hij zal er bijvoorbeeld plezier in scheppen zijn eten te delen met iemand die honger heeft. Hij zal met plezier dure dingen die hij bezit, aan iemand geven die het meer nodig heeft dan hij. Hij zal alles wat hij over heeft aan de behoeftigen schenken (al-Baqara 2:219). Hij weet dat hij er in het Hiernamaals een grotere beloning voor terug zal krijgen. In de Koran laat Allah ons het voorbeeldige gedrag zien van de metgezellen van onze Profeet:
Gelovigen hebben er plezier aan te weten dat hun daad van zelfopoffering iemand anders blij maakt. Ze leven met de innerlijke gemoedsrust die voortkomt uit het handelen met een goed geweten en door te weten dat Allah tevreden is. Zelfs wanneer ze zelf iets nodig hebben, zullen ze hun eigen rechten zomaar opgeven. Ze zullen nooit de aandacht vestigen op hun handeling van zelfopoffering, ze zullen zich niet gedragen om te worden geprezen of om uitgezonderd te worden en ze zullen hun best
Believers will not be unaffected by any unfairness they witness, hear or receive indirect information about. |
Gelovigen zullen niet onbewogen blijven als ze oneerlijkheid zien, horen of daarover te horen krijgen. De leer van de Koran volgens welke zij leven, vertellen hen om iets te doen tegen iedere vorm van wreedheid, om de rechten te verdedigen van degenen die onrecht zijn aangedaan en om tussenbeide te komen, om hen tot hulp te zijn. In Soerah an-Nisaa’ beschrijft Allah het hoogstaande begrip van gelovigen van rechtvaardigheid:
Gelovigen zullen alle middelen inzetten om onrecht te voorkomen. Ook al handelen de meeste mensen op een tegenovergestelde manier, hun onzorgvuldigheid en gebrek aan geweten maakt gelovigen niet apathisch. Ze weten dat ze ondervraagd zullen worden in het Hiernamaals over de inspanningen die ze verricht hebben om onrechtvaardigheid te voorkomen. Ze zullen niet proberen om hun verantwoordelijkheid te ontlopen, zoals veel mensen op deze wereld doen, door te beweren dat ze niets gezien, gehoord of gemerkt hebben. Ze denken eraan dat wanneer zij onzorgvuldig te werk gaan, niet slechts zij de verliezers zullen zijn, maar ook alle mensen die onrecht zijn aangedaan door de onrechtvaardigheid. En dat, als zij gewetensgetrouw handelen, niet slechts zij als winnaars uit de bus komen, maar dat ook alle onderdrukten er beter van zullen worden. Daarom zullen zij nooit gedesinteresseerde toeschouwers van onrechtvaardigheid zijn. Als er ook maar iets van onrechtvaardigheid is, dan zullen ze die nooit negeren door zich alleen maar met hun eigen zaken te bemoeien en door te doen alsof ze die niet hebben gezien.
Ook al zou de leer van de Koran strijdig zijn met het nut voor een individueel mens, en zelfs al is die leer soms moeilijk te accepteren, zij vereist dat rechtvaardigheid altijd in acht wordt genomen zonder onderscheid te maken tussen moeders, vaders, bekenden, onbekenden, rijken of armen. Daarom probeert een gelovige niet onrechtvaardig te zijn gedurende de dag en doet hij zijn best om zijn ogen niet te sluiten voor onrechtvaardigheid. Hij probeert iedereen te geven wat hem toekomt.
Bijvoorbeeld, wanneer hij langs een rij mensen loopt die op de bus staat te wachten, zal hij zich netjes gedragen en zal hij zijn ogen niet sluiten voor iemand die dat niet is. Hij zal ingrijpen op een manier die passend is bij een nobel karakter en zonder spanningen te veroorzaken. Bij een wedstrijd zal hij zijn best doen om een ieder die het verdient te loven en zijn prijs toe te kennen. Hij zal degenen verdedigen die het bij het juiste eind hebben, zonder onderscheid te maken tussen degenen met wie hij wel of niet bevriend is. Wanneer hij of een goede vriend een vergissing maakt, dan geeft hij dat openlijk toe, indien hij met die vergissing iemand schade heeft berokkend. Hij zal er alles aan doen wat er in zijn vermogen ligt om de schade te vergoeden of ongedaan te maken.
Some people see nothing wrong in lying in order to hide a mistake they have made, gain some advantage, save themselves from a difficult situation or to get people to do what they want. |
Sommige mensen zien er niets verkeerds in om te liegen, om zo een fout te verbergen die ze gemaakt hebben, om er beter van te worden, zichzelf te redden uit een benarde situatie of om mensen zover te krijgen dat ze voor hen doen wat zij willen. Ondanks het feit dat ze weten dat wat ze deden fout is en dat hun fouten ieder moment onthuld kunnen worden, nemen ze hun toevlucht tot dergelijk gedrag. Ze denken er niet aan dat ze voor alles wat ze gezegd en gedaan hebben verantwoording zullen moeten afleggen op de Dag des Oordeels.
Maar gelovigen doen nooit “water bij de wijn” als het gaat om eerlijkheid. Ze weten dat ze te allen tijde eerlijk moeten zijn, zoals Allah in de Koran geopenbaard heeft: O jullie die geloven! Vreest Allah en spreekt het ware woord. (al-Ahzaab 33:70)
Zij volgen dit gebod iedere dag nauwkeurig op. Zoals we bijvoorbeeld zeiden bij een eerder onderwerp dat we besproken hebben, zoeken ze geen toevlucht bij leugens om een fout te verdoezelen. Ze bieden onmiddellijk hun excuses aan wanneer ze zich vergist hebben en proberen het weer goed te maken. Ze vertellen geen leugens om meer respect af te dwingen of om geliefder te worden. Welke reden er ook mag zijn, ze zien liegen niet als oplossing.
Daarom hoeft iemand die leeft volgens de leer van de Koran geen moeite te doen om een leugen te verzinnen, en zich ook geen zorgen te maken dat de leugen ontdekt wordt. Hij leeft het goede, veilige en vredige leven dat eerlijkheid en oprechtheid met zich meebrengt. Iemand die deze prijzenswaardige manier van gedrag aanneemt in deze wereld, zal zelfs een nog betere beloning ontvangen in het Hiernamaals. Allah kondigt deze goede tijdingen aan voor de rechtvaardig handelende mensen: