A believer gives thanks to Allah when he considers the creation of his parents who have spent so much time and labour looking after him over the years since he first opened his eyes to this world. |
Een gelovige dankt Allah wanneer hij nadenkt over de schepping van zijn ouders, die tijd noch moeite gespaard hebben om voor hem te zorgen door de jaren heen, vanaf het eerste moment waarop hij zijn ogen opende in deze wereld. Iemand die leeft volgens de Koran zal er altijd naar streven om zich ervan bewust te zijn dat Allah zijn ouders heeft geschapen en hen Zijn genade en mededogen schonk en hen zegende met liefde voor hun kinderen. Allah schiep een liefdesband tussen ouders en de kinderen, die door hen opgevoed worden vanaf de periode dat ze hulpeloze zuigelingen zijn, totdat ze volwassenen zijn die zichzelf kunnen redden. Door deze liefdesband krijgen ouders er nooit genoeg van om hun kinderen te verzorgen en hen te zien opgroeien. Allah benadrukt het belang van familie in het leven van de mens:
Onze Heer zegt in de Koran dat we ons goed moeten gedragen ten opzichte van onze ouders.
Zeg: “Komt, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen. Weest goed voor jullie ouders……” (al-An’aam 6:151)
En Wij hebben de mens goedheid tegenover zijn ouders bevolen…..(al-Ahqaaf 46:15).
Dus volgens deze verzen bekommert een gelovige zich om zijn ouders en behandelt hij hen met respect, koestert hij een diepe liefde voor hen, gaat goed met hen om en probeert ze te overtuigen met aardige en wijze woorden. Weer laat Allah ons in de Koran zien hoe tactvol we moeten zijn ten opzichte van onze ouders:
In dit vers geeft Allah aan hoezeer we onze ouders barmhartigheid moeten tonen. Met de woorden “zeg dan nooit “foei” tegen hen, snauw hen niet af en spreek tot hen een vriendelijk woord”, heeft Allah gelovigen verboden om ook maar de minste uiting van respectloosheid ten opzichte van hen te tonen of hen te verwaarlozen. Om deze reden gedragen gelovigen zich altijd attent tegen hun ouders en met veel respect en tolerantie. Ze doen hun uiterste best om het hen naar de zin te maken en om hen nooit te weinig respect of aandacht te geven. Ze zullen rekening houden met de moeilijkheden en zorgen die horen bij een hogere leeftijd en hun uiterste best doen in hun behoeften te voorzien, zelfs voordat ze erom gevraagd hebben, en dit alles doen ze met begrip. Zij zullen alles doen wat er in hun vermogen ligt om er zeker van te zijn dat ze zich op hun gemak voelen en niets nodig hebben, of het nu in geestelijk of in materieel opzicht is. En wat er ook gebeurt, ze zullen hen altijd met heel veel respect blijven behandelen. Er is nog een situatie waar gelovigen tegenaan kunnen lopen in hun relatie met de ouders. Een gelovige heeft misschien ouders die de weg van het ongeloof hebben gekozen. In het geval van een verschillend geloof, zal een gelovige ze op dezelfde beleefde en respectvolle manier uitnodigen om het rechte pad te volgen. De woorden van Ibrahiem (vrede zij met hem) tegen zijn vader die afgoden aanbad, laten ons de vriendelijke benadering zien die we in zulke omstandigheden zouden moeten gebruiken:
Nogmaals, wanneer sommige mensen hun ouders oud zien worden en hun kracht zien afnemen, keren ze hen de rug toe, juist wanneer ze hulp en aandacht nodig hebben. Het is duidelijk te zien dat deze houding vandaag de dag wijdverspreid is. We ontmoeten dikwijls oude mensen, waarmee het spiritueel en materieel slecht gesteld is, die zijn achtergelaten om helemaal alleen in hun huis te wonen. Wanneer we hierover nadenken, dan zullen we zien dat de oorzaak van dit probleem ligt in het feit dat men niet leeft volgens de leer van de Koran.
Iemand die de Koran accepteert als zijn leidraad, gedraagt zich respectvol en vol erbarmen ten opzichte van zijn ouders, andere familieleden en iedereen rondom hem. Hij zal familieleden, vrienden en anderen uitnodigen te leven volgens de leer van de Koran, omdat Allah degenen die geloven beveelt om eerst degenen die dichtbij hen zijn, te vertellen over de Islam.
Er is altijd geluk en vrede in een familie die leeft volgens de leer van de Koran, zoals duidelijk wordt uit de soenna van de Boodschapper, moge Allah hem zegenen en hem vrede schenken. Het geschreeuw, geruzie en respectloos gedrag dat we vandaag de dag bij sommige probleemgezinnen zien, kan nooit voorkomen in een gemeenschap van gelovigen. In zo’n gemeenschap geniet iedereen ervan om samen te zijn met zijn familie. Kinderen behandelen hun ouders met respect en houden met heel hun hart van ze. Gezinnen beschouwen kinderen als iets dat hen door Allah is toevertrouwd en zorgen voor hen. Wanneer we “familie” zeggen, komen woorden als warmte, liefde, zekerheid en wederzijdse steun in onze gedachten op. Maar het is zinvol om er nog eens op te wijzen dat deze perfecte situatie slechts bereikt kan worden door heel getrouw en compleet te leven volgens de Islam en door vrees en liefde voor Allah.
Believers who put aside their habitual views and observe their environment will understand that everything they perceive is a blessing from Allah. |
Gelovigen die hun alledaagse meningen opzij zetten en hun omgeving observeren, zullen begrijpen dat alles wat ze zien een zegening van Allah is. Ze zullen begrijpen dat alles -ogen, oren, lichaam, al het voedsel dat we eten, de schone lucht die we inademen, huizen, goederen en eigendommen, de dingen die we bezitten en zelfs micro-organismen en sterren- dienstbaar aan ons zijn gemaakt. En deze zegeningen zijn te talrijk om te tellen. Zoals onze Heer zegt in het volgende vers, is het niet eens mogelijk om al deze zegeningen in groepen te verdelen of te tellen:
En als jullie de gunsten van Allah (zouden willen) optellen kunnen jullie ze niet opsommen. Voorwaar, Allah is zeker Vergevingsgezind, Meest Barmhartig. (an-Nahl, 16:18)
Een gelovige heeft toestemming om gebruik te maken van alle zegeningen die hem in deze wereld gegeven zijn, maar hij zal zich er nooit door laten misleiden en op die manier vergeten te leven zonder aan Allah, het Hiernamaals of de leer van de Koran te denken. Ongeacht hoeveel bezittingen hij heeft, voorspoed, geld, macht en dergelijke, zij zullen hem nooit decadent of arrogant maken, kortom, zij zullen hem nooit wegleiden van de leer van de Koran. Hij is zich ervan bewust dat al deze dingen zegeningen van Allah zijn en dat als Hij het wil, Hij ze weer terug kan nemen. Hij is zich er altijd van bewust dat de zegeningen van deze wereld vergankelijk en beperkt zijn, dat ze hem op de proef stellen en dat het slechts afspiegelingen zijn van de echte zegeningen van de Tuin.
Voor iemand die leeft volgens de leer van de Koran zijn dezegeningen van deze wereld, zoals bezit, eigendom en positie, slechts middelen waardoor hij dichter bij Allah kan komen en Hem dankbaarheid kan tonen. Daarom kan het nooit zijn doel zijn om de zegeningen van deze wereld in zijn bezit te krijgen, want hij weet dat hij er toch maar voor een korte periode van kan genieten. Eén van de meest duurzame +zegeningen waarvan iemand in zijn leven gebruik kan maken, is een huis, om maar een voorbeeld te noemen. Maar een huis gebruikt iemand op zijn hoogst enkele tientallen jaren. Wanneer zijn leven in deze wereld tot een einde komt, zal hij vertrekken en zal hij het huis waarvan hij hield, dat hij zo waardeerde en waarvoor hij zijn hele leven zo hard gewerkt had, verlaten. Er is geen twijfel mogelijk dat de dood de definitieve scheidslijn is tussen een persoon en zijn aardse zegeningen.
Een gelovige weet dat Allah de echte Eigenaar is van de zegeningen die hem gegeven zijn en dat ze slechts van Hemafkomstig zijn. Hij doet er alles aan om onze Heer, Die deze zegeningen schiep, te danken en om zijn blijk van waardering en dankbaarheid te geven. In ruil voor Zijn ontelbare zegeningen, zal hij altijd zijn uiterste best doen om dank te betuigen bij wat hij zegt en doet, om Allah’s zegeningen te gedenken en om er tegen anderen over te praten. Hier zijn een paar verzen die hierover gaan:
En verbaasde het jullie, dat er tot jullie een vermaning van jullie Heer is gekomen, door een man uit jullie midden, om jullie te vermanen? En gedenkt toen Hij jullie tot opvolgers had aangesteld na (de ondergang van) het volk van Noeh. En jullie gestalten maakten Wij groter (dan die van hen). Gedenkt daarom de gunsten van Allah. Hopelijk zullen jullie welslagen. (al-A’raaf 7:69)
Voordat sommige mensen dank betuigen, wachten ze op bepaalde speciale zegeningen of op een groot probleem dat opgelost moet worden. Maar als ze eventjes zouden stilstaan, zouden ze zien dat ieder moment uit het leven gevuld is met zegeningen. Voortdurend, gedurende ieder moment, worden er ontelbare zegeningen aan ons gegeven; zoals leven, gezondheid, intelligentie, bewustzijn, de vijf zintuigen en de lucht die we inademen. We zouden voor iedere afzonderlijke zegening dank moeten betuigen. Mensen die geen aandacht schenken aan het gedenken van Allah en het zich voor de geest halen van de bewijzen van Zijn schepping, realiseren zich niet de waarde van deze zegeningen, terwijl ze die in hun bezit hebben; ze betuigen geen dank en ze begrijpen de waarde van deze zegeningen slechts wanneer ze hen ontnomen zijn.
Maar gelovigen weten hoe hulpeloos ze zijn en hoezeer ze deze zegeningen nodig hebben en daarom danken ze Allah er altijd voor. De gelovigen danken Allah niet slechts voor rijkdom, bezittingen en eigendommen, maar omdat ze weten dat Allah de Eigenaar is en de Heerser over alles, betuigen ze dank aan onze Heer voor hun gezondheid, goede uiterlijk, kennis, intelligentie, voor hun liefde voor hun geloof en hun afkeer van goddeloosheid, voor het feit dat ze op het goede pad zijn, voor hun kameraadschap met ware gelovigen, voor hun begrip, inzicht en perceptie en voor hun spirituele en lichamelijke kracht. Ze betuigen onmiddellijk dank aan Allah wanneer ze een heel mooi landschap zien of wanneer het hen lukt om hun zaakjes goed te regelen, wanneer ze iets krijgen wat ze graag wilden hebben, wanneer ze iets goeds horen en liefdevolle en respectvolle daden zien en meer van zulke zegeningen, te talrijk om op te sommen. Ze gedenken Hem als de Genadige en Erbarmer.
Als een gelovige met zijn daden van dankbaarheid laat zien dat de zegeningen die hij ontving hem niet gulzig, begerig, arrogant of hooghartig maken, zal Allah hem zelfs nog meer geven. De volgende uitspraak van Allah uit de Koran gaat hierover: En (gedenkt) toen jullie Heer bekend maakte: “Als jullie dankbaar zijn, dan zullen Wij jullie (genietingen) vermeerderen. En als jullie zijn: voorwaar, mijn bestraffing is zeker hard.” (Ibrahiem 14:7)
Tegelijkertijd maken alle zegeningen deel uit van de beproeving van mensen in het wereldse leven. Daarom wenden gelovige mensen, naast het dank betuigen, de zegeningen die hen gegeven zijn zoveel mogelijk aan voor het verrichten van goede werken; ze willen niet gierig zijn en hun luxe oppotten. Dit is omdat het verzamelen en oppotten van weelde een karaktereigenschap is van de mensen van het Vuur. Onze Heer wijst ons hierop in de Koran:
In antwoord op de vraag wat mensen weg zouden moeten geven, beveelt Allah aan te geven van “wat jullie kunnen missen” (al-Baqara 2:219). Volgens de leer van de Koran wordt geëist dat gelovigen een deel van hun inkomsten gebruiken voor goede daden, naast wat ze nodig hebben voor hun eigen behoeften, zoals Allah voorschrijft. Het wettelijke minimum hiervan is de verplichte zakaat (armenbelasting), die geïnd moet worden door de leider of door het hoofd van de gemeenschap, zodat zij verdeeld kan worden onder de armen en behoeftigen en de anderen die Allah noemt in het vers over zakaat Meer geven dan dat is niet verplicht, maar wel zeer aangeraden.
De dank van de gelovigen voor hun zegeningen zal zijn dat ze die zegeningen gebruiken zoals Hij dat goed vindt. Een gelovige draagt de verantwoordelijkheid om hetgeen hem gegeven is te gebruiken bij het uitvoeren van de goede daden waartoe Allah heeft opgedragen. Naast de materiële middelen die Allah hem schonk, gebruikt een gelovige zijn lichaam om Allah’s goedkeuring te verkrijgen en om op Zijn weg te werken en daarbij hoopt hij Allah’s genoegen en genade en de oneindige zegeningen van de tuinen van het Paradijs te winnen:
Een gemeenschap die bestaat uit individuen die leven volgens de leer van de Koran en de soenna van de Beste der Schepping (de Profeet Mohammed), moge Allah hem zegenen en hem vrede schenken, zal door haar zakaat en haar vrijwillige giften het geweld, de strijd, diefstal en andere lelijke criminele activiteiten wegnemen die veroorzaakt worden door armoede, honger, behoeftigheid en meer van dergelijke problemen. Op deze manier en als Allah het wil, zullen gemoedsrust en welzijn hun hoogste niveau bereiken.
Because wealth, splendour and beauty are characteristics of the Garden, the imitations of them in this world remind people of the Garden. That increases a believer's eagerness and desire to attain it, but the disbelievers settle for it in this life and show no interest in the afterlife. |
Omdat weelde, pracht en schoonheid eigenschappen zijn van de Tuin, herinneren de imitaties ervan in deze wereld de mensen aan de Tuin. Dat vermeerdert het verlangen en begeerte van een gelovige om die Tuin te bereiken. Maar degenen die niet geloven nemen genoegen met dit leven en tonen geen belangstelling voor het Hiernamaals.
Alles –oneindig lang stromende rivieren, schilderachtig mooie plekjes, tuinen met schitterende kleuren, menselijke schoonheid, artistieke composities en verbazin wekkende kunstwerken- alle zijn zegeningen en een gunst van Allah aan de mensheid. In iedere afzonderlijke zegening van dit aardse leven zit een aanwijzing over de schepping van Allah. Een gelovige zal alle schoonheid van deze wereld zien als een weerspiegeling van het origineel en als model en aankondiger van goed nieuws:
Hoezeer de zegeningen van het Hiernamaals ook lijken op die van de wereld, ze zijn superieur aan de aardse zegeningen, omdat ze echt en voor eeuwig zijn. Allah heeft een perfecte tuin geschapen, voorzien van talrijke zegeningen. Iemand met de normen en waarden die door de Koran worden geleerd, zal bij alles wat hij ziet nadenken over de schepping en de voortreffelijkheid van de Tuin. Wanneer hij naar de lucht kijkt, zal hij denken aan “een Tuin net zo wijd als de hemelen en de aarde” (Aal ‘Imraan 3:133); wanneer hij mooie huizen ziet, zal hij denken aan “hoge verblijven, waar onder door de rivieren stromen” (al-‘Ankaboet 29:133), wanneer hij verblindend mooie juwelen ziet, zal hij denken aan de versierselen van het Paradijs “gouden armbanden en parels” (Faatir 35:33);
wanneer hij mooie stijlvolle kleren ziet, zal hij denken aan de kleding van het Paradijs gemaakt van “het fijnste zijde en rijk brokaat” (al-Kahf 18:31); wanneer hij heerlijk eten en drinken proeft, zal hij denken aan de “rivieren met versblijvend water, en van melk waarvan de smaak niet verandert, en rivieren van wijn, als een genieting voor hen die drinken, en rivieren van zuivere honing” (Moehammad 47:15) in de Tuin; wanneer hij aantrekkelijke tuinen ziet, zal hij denken aan de Tuin “donkergroen van kleur” (ar-Rahmaan 55:64); en wanneer hij mooie meubels ziet, zal hij denken aan “met goud geborduurde rustbanken” (al-Waaqi’a 56:15) in de Tuin. De reden voor deze manier van denken is dat alle mooie dingen ter wereld voor een gelovige een bron zijn van groot plezier en een mogelijkheid om dank te betuigen, of hij ze nu inzijn bezit heeft of niet. Tegelijkertijd zijn ze een belangrijke bron van genoegen, waardoor het verlangen naar de Tuin toeneemt, net als zijn pogingen om die te bereiken. Een gelovige die leeft volgens de leer van de Koran zal niet jaloers zijn of boos wanneer hij iemand ziet die rijker is of aantrekkelijker dan hijzelf. Om een voorbeeld te noemen; anders dan veel andere mensen zal hij het niet jammer +vinden dat hij geen mooi huis heeft, omdat het doel van een gelovige niet het vergaren van zoveel mogelijk vergankelijke schoonheid is, maar het verkrijgen van eeuwige schoonheid. Zijn echte vaderland is het Paradijs. Allah vestigt onze aandacht hierop in de Koran:
Echter, degenen die leven volgens de leer van de Koran, weten hoe ze mooie dingen moeten waarderen, of die nu van hen zijn of niet. Iemand die zich bewust is van zijn geloof kan bijvoorbeeld, als onderdeel van zijn test door Allah in deze wereld, niet in een rijke wijk wonen, of die misschien zelfs nog nooit gezien hebben. Maar hij realiseert zich dat er een duidelijke reden is voor deze situatie. Een gelovige weet dat hij niet naar zulke plaatsen hoeft te gaan om de schoonheden van Allah’s schepping te zien. Met zijn speciale waarneming en begrip zal een gelovige de onvergelijkbare schoonheden van Allah’s schepping overal en altijd opmerken. De pracht van de sterren ’s nachts en de onvergelijkbare schoonheid, kleuren en het ontwerp van een roos twee voorbeelden die iedereen iedere dag kan zien en waarderen.
Zoals we eerder al verklaarden, zal het verlangen dat de gelovige voelt voor de Tuin hem ertoe bewegen om zijn omgeving te veranderen in plekken die hem aan de Tuin doen denken. Zeer zeker is het Paradijs een groot kunstwerk, groter dan iemand zich kan indenken, met perfecte taferelen en schoonheden, waarvan niemand op aarde zich een voorstelling kan maken. Maar een moslim die leeft volgens de leer van de Koran zal alle beschikbare middelen inzetten om zijn omgeving te verfraaien. We leren uit de Koran dat Soeleiman’s binnenplaats geplaveid was met glas (an-Naml 27:44) en dat zijn huis versierd was met hoge bogen en beelden, gigantisch grote schalen als waterreservoirs en grote ingebouwde vaten om op te koken (Saba’a 34:13). In de Koran zegt Allah ook dat de familie van Ibrahiem (vrede zij met hem) een immens koninkrijk werd gegeven (an-Nisaa’ 4:54).
Door de hoge positie, en soms door de vele bezittingen en de macht die hen gegeven was, gebruikten de boodschappers van Allah al hun zegeningen op de manier die Allah had aangegeven en volledig volgens Zijn wil. Om deze redenen worden ze geprezen in de Koran. Gelovigen nemen alle profeten als hun voorbeeld en zorgen ervoor –net zoals de Awliya’ (nabije vrienden van Allah) doen- dat ze iedere zegening die tot hen komt aanwenden, om Allah tevreden te stellen.
Er kunnen zich in de loop van een dag verschillende moeilijkheden voordoen. Maar wat voor moeilijkheden hij ook tegenkomt, een gelovige geeft zich over aan Allah en denkt: “Allah beproeft ons bij alles wat we doen en denken in dit leven”. Dit is een zeer belangrijk feit, dat we nooit uit het oog moeten verliezen. Wanneer we dus op problemen stuiten bij iets wat we doen, of wanneer we denken dat dingen niet zo goed verlopen, moeten we nooit vergeten dat onze Heer deze moeilijkheid op onze weg heeft laten komen om te testen hoe wij erop zullen reageren.
Various difficulties can happen for a person throughout the day. But no matter what difficulties he may encounter, a believer puts himself in Allah's hands and thinks: |
In de Koran zegt Allah dat iedere moeilijkheid die iemand tegenkomt van Hem afkomstig is:
Alle nieuwe ervaringen die we opdoen zijn bepaald door Allah en zijn in het voordeel van de gelovige in deze wereld en de toekomstige wereld; dit is duidelijk voor iedereen die dingen vanuit het geloof bekijkt. Bijvoorbeeld, wanneer een gelovige bezittingen waarvan hij houdt, kwijtraakt, dan zit daar ook een nuttig aspect aan vast. Het lijkt erop dat het pech is, maar het kan ook een middel zijn waardoor een gelovige zijn fouten gaat inzien, waardoor hij zijn bewustzijn verscherpt en zich realiseert dat hij op bepaalde gebieden beter zou moeten opletten. Een andere nuttige kant van dit soort van pech is dat het de persoon in kwestie eraan herinnert dat hij eigenlijk niets bezit; dat Allah de eigenaar van alle dingen is.
Dit geldt voor alle dingen -groot of klein- die gebeuren gedurende het dagelijkse leven. Door een misverstand of door verwaarlozing bijvoorbeeld kan het gebeuren dat iemand te laat een rekening betaalt of dat het werk waar iemand uren over gedaan heeft, op de computer in één klap verloren gaat vanwege een stroomstoring; een jonge student kan ziek worden en de toelatingsexamens van de universiteit missen waar hij zo lang voor gestudeerd had; door bepaalde bureaucratische regels kan het gebeuren dat iemand dagen in de rij moet staan wachten; soms zijn documenten niet in orde waardoor men vertraging oploopt; iemand die ergens een belangrijke afspraak heeft kan zijn bus of vliegtuig missen….. Dit soort gebeurtenissen kunnen in ieders leven plaatsvinden, waardoor het lijkt alsof men zware tegenslagen heeft.
Maar er zit veel schoonheid in deze gebeurtenissen, wanneer je ze bekijkt door de ogen van iemand met geloof. Vóór alles houdt een gelovige in gedachten dat Allah zijn gedrag en zijn standvastigheid op de proef stelt, dat hij zal sterven en dat het tijdverspilling is om lang stil te staan bij deze moeilijkheden, omdat hij er in het Hiernamaals rekenschap over zal moeten afleggen. Hij weet dat er na regen altijd zonneschijn komt. Hij geeft de hoop nooit op, maar vraagt in zijn gebeden of Allah zijn taak zal vergemakkelijken en alles goed laat komen. Wanneer er dan na moeilijke tijden rust aanbreekt, dan dankt hij Allah dat Hij zijn gebeden heeft aanvaard en verhoord.
Iemand die zijn dag begint met dit in gedachten, zal zelden de hoop opgeven -wat er ook gebeurt- of angstig, bang of wanhopig worden, en als hem dit tijdelijk ontgaat, dan zal het hem later weer te binnen schieten en zal hij zich weer tot Allah wenden. Hij weet dat Allah deze dingen geschapen heeft voor een goed en nuttig doel. En zo zal hij niet alleen op deze manier denken wanneer hem iets ernstigs overkomt, zoals we al eerder zeiden, maar bij alle grote of kleine dingen die hem in het dagelijkse leven overkomen.
Denk bijvoorbeeld aan iemand die bij iets belangrijks niet de vooruitgang boekt die hij wil; op het laatste moment, net wanneer hij het bijna af heeft, stuit hij op een ernstig probleem. Deze persoon barst uit in woede, wordt ongerust en voelt zich ongelukkig en vertoont andere negatieve reacties. Maar iemand die gelooft dat er in alles iets goeds zit, zal proberen erachter te komen wat Allah hem met deze gebeurtenis wil laten zien. Hij kan denken dat Allah zijn aandacht hierop wilde vestigen, zodat hij erin de toekomst zorgvuldiger mee zou omgaan. Hij zal dan iedere mogelijke voorzorgsmaatregel treffen en zal Allah danken dat Hij hem waarschijnlijk heeft behoed voor grotere schade bij deze actie.
Wanneer hij onderweg de bus mist, dan houdt hij er rekening mee dat hem door de opgelopen vertraging of door het missen van de bus misschien wel een ongeluk of een ramp bespaard is gebleven. Dit zijn slechts een paar voorbeelden. Hij houdt er rekening mee dat er misschien nog wel andere verborgen redenen hiervoor kunnen zijn. Deze voorbeelden kunnen zich in het dagelijkse leven vele malen voordoen. Maar het belangrijkste is dit: Niet alles gaat altijd precies zoals je het plant. Het kan zijn dat je in een geheel andere omgeving terechtkomt dan je van plan was, maar dat is een voordeel voor degene die zijn vertouwen in Allah stelt. En daarom probeert hij te achterhalen wat de goddelijke reden is achter alles wat hem overkomt. In de Koran openbaart Allah het volgende:
Zoals Allah zegt, weten we niet wat goed of schadelijk is; maar Allah weet het wel. Iemand moet zich vriendschappelijk opstellen en nederig ten opzichte van Allah, de Meest Genadige en Barmhartige.
In dit aardse leven kan iemand in één klap alles kwijt raken wat hij bezit. Hij kan zijn huis verliezen door een brand, zijn investeringen door economische crisis of waardevolle spullen vanwege een ongeluk. Allah zegt in de Koran dat mensen worden blootgesteld aan dergelijke testen:
Allah vertelt mensen dat ze verschillende soorten testen zullen ondergaan en dat ze een grote beloning zullen krijgen voor hun standvastigheid in moeilijke omstandigheden. Bijvoorbeeld,iemand verliest iets dat hij bezit en kan het niet meer terugvinden; de standvastigheid die Allah beschrijft in de Koran is wanneer iemand zich volledig aan Allah overgeeft en toegeeft aan Zijn wil vanaf het moment waarop hij erachter komt dat zijn bezittingen –groot of klein- weg zijn. Hij verliest niet uit het oog dat Allah alles heeft gemaakt en laat zijn visie of gedrag hierdoor niet uit balans raken.
Het kan zijn dat iemand zelfs nog grotere verliezen lijdt gedurende een dag. Bijvoorbeeld wanneer iemand een bron van inkomsten verliest, waar hij het grootste gedeelte van de dag mee bezig was en waarvan hij moest rondkomen. Dat is een groot verlies voor iemand die gelooft dat zijn toekomst ervan afhankelijk was. Veel mensen zijn van jongs af aan opgegroeid met het idee een goede baan te krijgen. Ze lopen ieder moment van hun leven rond met de vraag hoe ze een betere baan kunnen krijgen of hoe ze promotie kunnen maken in hun huidige baan. Wanneer ze dus hun baan kwijt raken, zijn hun dagen vervuld van depressie en bezorgdheid en staat hun leven, zoals ze zeggen, op zijn kop.
Een gelovige weet echter, dat het Allah is Die hem voorziet in zijn levensonderhoud en dat zijn bronnen van inkomsten slechts voor dit doel bestemd zijn. Met andere woorden, voor een gelovige zijn de zegeningen die Allah hem heeft gegeven slechts een middel. Daarom, wanneer een gelovig iemand zijn bron van inkomsten kwijtraakt, dan accepteert hij dat feit met standvastigheid en legt hij zich erbij neer. Onder dergelijke omstandigheden zal hij standvastig zijn en bidden en zichzelf aan Allah overgeven. Hij vergeet nooit en te nimmer dat Allah voorziet in zijn levensbehoeften en dat Hij die kan wegnemen wanneer Hij maar wil.
Iemand die de Koran als leidraad neemt, zal zijn gedachten en handelingen onmiddellijk in de hand houden wanneer hij een bron van inkomsten kwijtraakt, wanneer hij verlies lijdt, niet kan studeren op de school van zijn keuze, of soortgelijke situaties. Hij zal nagaan of zijn gedrag Allah wel tevredenstelt. De volgende gedachten zullen door zijn hoofd gaan:
- “Was ik dankbaar genoeg voor de goederen, het eigendommen en de bezittingen die ik verloren heb?”
-“Was ik gierig of ondankbaar voor de zegeningen die mij geven werden?”
-“Vergat ik Allah en het Hiernamaals, door me teveel te hechten aan mijn bezit en eigendommen?”
-“Was ik hooghartig of arrogant vanwege mijn bezittingen en verwijderde ik mij van Allah’s weg en de leer van de Koran?”
-“Probeerde ik de bewondering van anderen te verkrijgen, in plaats van naar Allah’s goedkeuring te zoeken, of streefde ik ernaar om mijn eigen wensen en verlangens te bevredigen?”
Een gelovige zal een eerlijk en oprecht antwoord geven op deze vragen. Volgens deze antwoorden zal hij gedrag dat Allah niet pleziert, proberen bij te stellen en tot Allah bidden om hem hierin bij te staan. Hij zal Allah naderen in alle oprechtheid. Hij zal zijn toevlucht nemen tot Allah tegen alle slechte dingen die hij, uit vergeetachtigheid of uit wangedrag, gedaan heeft. In de Koran beschrijft Allah de manier waarop zij die geloven bidden:
Door al deze beproevingen kan iemand het ene verlies na het andere lijden. Maar een diepgelovig iemand weet dat er een reden voor zijn lijden bestaat. Eén van de meest belangrijke van deze redenen is de spirituele training die voortkomt uit moeilijkheden:
Er treft de aarde of jullie zelf geen ramp, of het staat in een boek, vóórdat Wij het doen gebeuren. Voorwaar, dat is voor Allah gemakkelijk. Opdat jullie niet zullen treuren over wat jullie is ontgaan en jullie niet opgetogen zullen raken over wat Hij jullie heeft gegeven. En Allah houdt van geen enkele verwaande opschepper. (al-Hadied 57:22-23)
Voor een gelovige zijn de moeilijkheden die zich op een dag achter elkaar voordoen, middelen om hem eraan te herinneren dat hij zich op een plaats bevindt van beproevingen; om zo dichter tot Allah te komen, om volwassen te worden en om de leer van de Koran te omhelzen. Hij is zich ervan bewust dat Allah hem op deze manier traint en hem voorbereidt op de eindeloze zegeningen van het leven dat nog voor hem ligt..
A person aware of his faith will be steadfast and put himself in Allah's hands whenever he is sick because he realises that his illness is a test from Allah, just as he realised that his health is a test from Allah. He realises that trials and afflictions are tests from Allah just as are well-being and prosperity and ease, and indeed the latter are probably more serious and difficult tests. |
Iemand die zich bewust is van zijn geloof zal standvastig zijn en zal zich overgeven aan Allah’s wil wanneer hij ziek is, want hij realiseert zich dat ziekte een beproeving van Allah is, net zoals hij zich realiseert dat zijn gezondheid een beproeving van Allah is. Hij is zich ervan bewust dat beproevingen en kwellingen testen van Allah zijn, net zoals welzijn en voorspoed en gemak dat zijn. En inderdaad zijn de laatstgenoemde waarschijnlijk de meest ernstige en moeilijkste testen. Daarom, hoe ongemakkelijk hij zich ook voelt, zal hij standvastig zijn en in alle oprechtheid blijven bidden tot Allah. Hij weet dat het Allah is die ziekte heeft geschapen en dat het daarom Allah is die genezing zal schenken. In de Koran prijst Allah de standvastigheid van een gelovige gedurende ziekte en plaatst Hij deze tussen de kwaliteiten van de “ware vroomheid”:
Terwijl hij standvastig is, zal de gelovige ook doktersbehandeling ondergaan om beter te worden. Hij zal zich niet emotioneel of kinderachtig gedragen om de aandacht te trekken van degenen rondom hem. Hij zal bewust de behandeling en de medicijnen aanvaarden die zijn voorgeschreven voor zijn ziekte. Dit gedrag is op zich al een gebed tot Allah. Tegelijkertijd, en als gevolg van het leven volgens de leer van de Koran, bidt hij voortdurend dat Allah hem zal helpen en genezen. In de Koran geeft Allah Ayyoeb (vrede zij met hem) als voorbeeld voor deze geloofshouding:
Gezegd moet worden dat alle medicijnen die worden ingenomen, middelen zijn tot genezing. Als Allah het wil, dan laat hij de behandeling een middel tot genezing zijn. Het is Allah Die middelen tot genezing maakt die gebruikt worden ter behandeling; de micro-organismen, dierlijke en plantaardige materialen die gebruikt worden bij de samenstelling van medicijnen. Kortom, het is alleen Allah Die genezing mogelijk maakt. In de Koran vestigt Allah onze aandacht hierop door wat Ibrahiem (vrede zij met hem) zegt: “En wanneer ik ziek ben, is Hij het die me geneest” (ash-Shoe’araa’ 26:80).
Maar mensen die behoren tot een goddeloze samenleving worden opstandig wanneer ze ziek zijn. Zij gedragen zich in strijdt met de werkelijkheid, zelfs op zo’n manier dat zij zich afvragen: “Waarom overkomt mij dit?”. Iemand die op deze manier denkt, zou zich nooit aan Allah kunnen overgeven gedurende een ziekte, laat staan deze ziekte als een voordeel zien.
Gelovigen echter denken na over de reden van hun ziekte en zien die als een goede gelegenheid om dichter tot Allah te komen. Weer komen ze erachter wat een grote zegen gezondheid is en hoe hulpeloos mensen zijn. Zelfs een heel gewone ziekte als griep kan iemand aan het bed kluisteren. In deze situatie, hoe machtig, respectabel of rijk we ook zijn, zijn we hulpeloos en moeten we uitrusten en onze medicijnen innemen. Onder deze omstandigheden herinneren we ons hoezeer we Allah nodig hebben. Onze ziekte is het middel om ons Allah’s naam te herinneren en dichter tot Hem te komen. En voor de gelovige is iedere ziekte een waarschuwing dat de wereld vergankelijk is en dat de dood en de volgende wereld op de loer liggen.
Van tijd tot tijd kan men zich in ongemakkelijke situaties bevinden, zoals op de hoek van een straat waar afval op een hoop ligt, een keuken die niet fris ruikt of op smalle, donkere en vochtige plaatsen. Voor een gelovige hebben zelfs vieze en onplezierige plekken hun doel in de schepping. Dit soort plaatsen herinneren hem aan de Hel en de ellende die daar is, waar het vuiler is dan welke plaats op aarde dan ook. In de Koran openbaart Allah dat het Vuur een plaats is van duisternis, viezigheid en vuil: Voorwaar, het is een zeer slechte vestiging en verblijfplaats. (al-Foerqaan 25:66)
En wanneer zij er gebonden uitgeworpen worden naar een enge plaats, dan smeken zij daar om vernietiging. Smeekt op die Dag niet om één vernietiging, smeekt om vele vernietigingen! (al-Foerqaan 25:13-14)
Iemand die zich deze verzen herinnert, zal onmiddellijk bidden dat de Heer hem zal redden van de pijnen van het Vuur en zal vergiffenis vragen voor de dingen die hij verkeerd heeft gedaan.
A person who remembers these verses will immediately pray that the Lord will deliver him from the pains of the Fire and will ask forgiveness for the things he has done wrong. |
Volgens Allah’s beschrijving in de Koran, ruikt het Vuur onaangenaam en is het een beklemmende, rumoerige, donkere, sombere en vochtige rokerige plaats. Er zijn daar zelfs nog gevaarlijkere gebieden te vinden met een verschroeiende hitte die de cellen binnendringt. Het Vuur heeft het meest walgelijke eten en drinken. Kleding is gemaakt van vuur en alle pijn ervan is onophoudelijk. Het Vuur is een plek waar de huid verbrandt, een plaats waar mensen smeken eruit te mogen en waar ze zelfs liever willen sterven dan die pijn te moeten voelen, ook al zijn ze al dood en kunnen ze niet opnieuw sterven. Wat sommige aspecten betreft kan het Vuur worden vergeleken met de wereld zoals die in films wordt afgeschilderd nadat er een atoomoorlog heeft plaatsgevonden. Maar de duisternis die wordt afgebeeld in deze films, kun je niet vergelijken met de vreselijke viezigheid en de vernederende omgeving van het Vuur. Dit is slechts een vergelijking en het Vuur is nog veel erger en vreselijker dan de allerergste plaats die we ons kunnen voorstellen in deze wereld.
Plaatsen in deze wereld die beklemmend, vies, donker en heet zijn, vergen veel van de menselijke ziel. In het Vuur is deze claustrofobische atmosfeer nog veel erger. Degenen die in deze wereld manieren hebben ontwikkeld om zich te beschermen tegen de hitte, zullen in het Vuur hulpeloos zijn. Het is heter dan de heetste woestijn, vervelender en viezer dan de donkerste en meest vochtige gevangeniscel. Zoals onze Heer in de Koran aangeeft, dringt de hitte door tot in de kleinste cellen van de mens. Voor degenen die slechte dingen gedaan hebben, is er geen bescherming of verlichting van de verzengende hitte. Hierbij komt nog dat in het Vuur de zintuigen veel sterker zijn dan in deze wereld. In deze wereld neemt de pijn na verloop van tijd af, helen wonden en zelfs littekens van zeer pijnlijke brandwonden genezen na verloop van tijd. De wroeging van het Vuur voelt iemand onophoudelijk en zeer pijnlijk en deze pijn houdt nooit op, behalve wanneer Allah het wil.
In de volgende voorbeelden kunnen we andere mogelijke gedachten geven bij vieze en onverzorgde plekken: een plek kan vuil zijn door vergeetachtigheid of verwaarlozing. Maar zodra een gelovige dit vuil ziet, beseft hij hoe genadevol Allah naar hem toe is en hoe verkeerd hij zich in antwoord hierop gedragen heeft. Hij erkent dat Allah hem een ideale plek om te wonen heeft gegeven, en dat hij er te gast is. Daarom realiseert hij zich dat hij iedere zegen heel nauwkeurig moet beschermen en betuigt hij zijn dank aan Allah bij het werk dat hij doet. Anders zou hij te werk gaan op een manier die niet Allah’s goedkeuring zou hebben. Een gelovige die zich dit realiseert, zal onmiddellijk begrijpen waar hij de fout inging en zal zich dan weer tot Allah keren. Hij zal het schoonmaakwerk verrichten dat gedaan moet worden, zijn fouten goedmaken en niet weer in dezelfde fout vervallen.